*generatie 13
4400 Philip Philipsz (de Oude) Vermaat, zoon van Philip Cornelisz Vermaat [8800] en Helena Gerritsdr van Rhoon [8801], geboren ca 1567 te Rhoon, overleden na 1648 te Spijkenisse, vestigt zich te Spijkenisse tussen 1593 en 1595, trouwt voor 4 maart 1591 te Poortugaal met
4401 Maartje Dircks Kuedieff, geboren te Poortugaal, overleden 20 mei 1640 te Spijkenisse, dochter van Dirck Cornelis Koedieff [8802] en Maertje Ariens Cruyer [8803]
kind: Philip Philipsz (de Jonge) Vermaat [2200], trouwt Geertje Jans Bos [2201]
*Woonde eerst te Poortugaal, schipper en biersteker te Spijkenisse, diaken van Spijkenisse in 1622
KAREL DE GROTE - REEKS 135 - Van Voskuilen II - Zie voor de oudere generaties de reeks: Willem Alexander
NB: Vanwege het hypothetische karakter van de filiaties 9 t/m 11 zullen nieuwe inzendingen die (uiteindelijk) aanhaken op deze generaties niet meer voor plaatsing in aanmerking komen, tenzij men met uitsluitend bewijs komt voor de betreffende filiaties.
12. Herman van Kuijc , geboren ca. 1100, overleden ca. 1168. Tr. ca. 1130 met N.N. uit het huis Namen/Laroche. Zie "De heren van Kuijc 1096-1400, door dr J.A. Coldeweij, blz. 30: Een huwelijk van Herman is in geen enkele bron terug te vinden. Om de identiteit van zijn vrouw vast te stellen, moet men, bij gebrek aan bronnen, andere wegen bewandelen. In verband met het feit dat Herman van Kuijc aan een jongere (tweede?) zoon de naam Albert gaf, heeft Hardenberg gedacht aan een huwelijk met een dochter van Albert van Chiny. Tot dusver ondernomen onderzoek laat zien dat er bloedverwantschap bestaat met leden van het geslacht van de graven van Henegouwen, die met het huis Namen verwant waren. Daar komt nog bij dat de naam Albert zowel bij de graven van Namen als bij met hen verwante geslachten zoals Laroche, Durbuy en Chiny, manifest zijn.
13. Hendrik II van Kuijc , geboren ca. 1130, overleden 1204. Tr. ca. 1160 met Sophia van Renen. Erfdochter van Herpen. Vermeld van 1191 tot 1203. Dochter van Dirk van Renen en een dochter uit het huis (van Bierbeek?). Kinderen o.a.: Albert, volgt Reeks 21/135 - Alveradis
14. Albert/Albrecht van Cuijck, geb. omstr. 1160, ridder, getuige bij een schenking van het allodium Herpen aan de Brabantse hertog 1191, heer van Cuyc en Grave 1204-1233, heer van Herpen, Merum en half Asten 1220-1233, stadsgraaf van Utrecht tot 12 mrt. 1220, verkocht zijn rechten voor 200 pond Utrechts, leenman van de bisschop van Utrecht voor het hoge en lage gerecht van Gasperde en Everdingen, overl. 1233, tr. omstr. 1195 (een 4e-graads huwelijk) Hadewig (Heiwig) van Merum (Merheym), geb. Limburg eind 1182 of later (dochter van Rutger van Merum, nam deel aan de Derde Kruistocht 1189-1192, en N.N. (Aleydis van Horne?)).
15. Dirk van Cuijck, geb. omstr. 1205, ridder (milites), door graaf Willem II aangesteld tot burggraaf van Leiden tussen 1240 en 1243 na het overlijden van burggraaf Jacob, overl. voor 1260, tr. Leiden 1240 of 1241 Christina/Kerstine van Leijden (van Oegstgeest), geb. Leiden omstr. 1220 (dochter van Jacob, burggraaf van Leiden 1201-1241), erfdochter van het Leids burggraafschap en de ambacht Leiderdorp en Oegstgeest, overl. 1254.
16. Hendrick van Cuijck, geb. Leiden omstr. 1245, burggraaf van Leiden 1266-1319, heer van Leiderdorp en mogelijk van Oegstgeest, gaf heer Jacob van der Woude vroonland in Eslikerwoude in erfpacht 25 nov. 1284, ridder onder graaf Floris V (1285), vergezelde de Hollandse delegatie naar Engeland overzee 7 jan. 1298, overl. 12 jan. 1319, tr. omstr. 1275/80 Halewine van Egmond, geb. Egmond omstr. 1255 (dochter van Willem heer van Egmond 1248-1304) en Ada N.N.), vermeld 1266-1276, vermeld filia heer Willem van Egmond bij akte 15 mei 1276.
17. Alveradis van Cuijck (van Leijden), geb. Leiden omstr. 1285, tr. voor 1307 Dirck III van Wassenaer, geb. Voorschoten omstr. 1280 (zoon van Philips III van Wassenaer, knape, zegelbewaarder en grafelijk raadgever onder Floris V en Jan I, en N.N. van de Wateringe), werd door graaf Jan II van Avesnes bevestigd in zijn lenen te Voorschoten en Wassenaar mei 1300, ambachtsheer van Voorburg 1307, zegelde met 3 wassende manen ('wassenaers') 1311, bewoner van kasteel Ter Horst onder Voorschoten, zwoer eed van trouw aan graaf Willem III 1314, werd met 79 man opgeroepen in het leger van de graaf in Vlaanderen 1315, overl. 1319.
18. Philips IV van Wassenaer, geb. Voorschoten voor 1307, volgde zijn vader op in diens Wassenaarse goederen 1319, nam deel aan de Slag bij Kassel 1328, kocht het burggraafschap van Leiden van graaf Willem IV 1340, als zodanig ambachtsheer van Valckenburg en Catwijck, nam intrek in kasteel 't Zand tussen Katwijk en Oegstgeest 1340, kreeg te maken met tegenstand van de Leidse Kabeljauwse factie, maakte testament sept. 1343, moest toezien dat Leiden bij privilege van gravin Margaretha mocht uitbreiden tot het Hogheland 1 sept. 1346, overl. voor 5 jan. 1348 (misschien aan de pest?), tr. (1) in of voor 1319 Goede(line) van Benthem, tr. (2) 1321 of omstr. 1326 Elisabeth, geb. Dordrecht omstr. 1305 (dochter van Jan II heer van der Dussen en kanselier van de Heer van Altena, en Beatrix van der Sluijs), vermeld als gehuwd 1321, tr. (3) kort na 16 okt. 1333 Catharina Dudinck.
Het is niet geheel zeker of Elisabeth van der Dussen dan wel Catharina Dudinck de moeder van Dirk IV van Wassenaer is, gezien het feit dat Dirck in 1348 nog onder voogdij als het "kint Wassenaer" werd aangeduid en hoogstens 14 jaar oud kon zijn, waardoor zijn geboortejaar op 1333/34 geschat kon worden. Desondanks wordt in "Heren van Stand; Van Wassenaer 1200-2000" aangegeven dat hij waarschijnlijk uit het tweede huwelijk afkomstig is.
19. Dirck IV van Wassenaer, geb. Voorschoten omstr. 1333, burggraaf van Leiden en ambachtsheer van Valkenburg en Katwijck 1348-1386, heer van Wassenaar, Kethel, Voorburg, Sassenheim, Vennep, Burggravenveen en Kalsslagen, bewoonde kasteel 't Zandt te Oegstgeest, stond onder voogdij van Jan van Polanen mei 1350 en nam als zodanig op 5 sept. 1350 deel aan het Hoekse verbond, werd na de Kabeljauwse staatsgreep d.d. 24 juni 1351 sterk beperkt in zijn rechten, verzoende zich met de graaf sept. 1351, vervolgens onder curatele van 3 Leidse Kabeljouwen 1351-1355, in dienst van graaf Willem V (1353), door huwelijk heer van Oost-Barendrecht 1354, tot ridder geslagen 1356, maakte gemene zaak met de Hoeken en werd onder curatele gesteld van 27 nov. 1356 tot 2 sept. 1357, nam deel aan het landsbestuur in afwezigheid van hertog Albrecht 1358-1381, verkocht alle erven rondom de Leidse Burcht 5 jan. 1360, werd na de moord op de Kabeljouw Claas Colijn berecht doch vrijgesproken 18 jan. 1384, in gevangenschap (Luik) 1386-1387, speelde geen rol van betenis meer na 1387, overl. tussen mei 1391 en 7 nov. 1392, tr. 29 sept. 1354 (huw. voorw.) Machteld Oem heer Gillisdr., erfdochter van Oost-Barendrecht, doch hij had uit een buitenechtelijke relatie:
20. Katryn (bastaard) van Wassenaer, geb. in of na 1356, tr. (huw voorw. 30 okt. 1370) Dirk Goeswijnsz. Say (van der Lede), geb. omstr. 1345 (zoon van Goeswijn Jansz. Saij, beleend te Schiedam), baljuw van Schiedam, was beleend met de Spieringhoeck, ontving uit handen van zijn schoonvader een jaarrente van 30 pond Hollands, leenman van Wassenaar, schout van Katwijk, aangesteld tot rentmeester van Wassenaer 13 juli 1380 voor 20 pond jaarlijks, overl. omstr. 1421.
*Huwelijkscontract d.d. 29 oktober 1370, waarbij Dirk IV zijn onwettige dochter Catharina ten huwelijk geeft aan Dirk Say, een lage edelman uit de omgeving van Schiedam, met als medegave een jaarlijkse rente van dertig pond Hollands (Kasteel Twickel, Inventaris van het Huisarchief Twickel, Inv.Nr. 7394/1, f.18-18v): 5 morgen land onder Kethel
*30-10-1370: Dirc Zay Goeswijnsz. tocht zijn vrouw Katherine, bastaarddochter van Dirc van Wassenair, burggraaf van Leyden, aan dit land, waarnaast hij haar 75 pond hollands per jaar bewijst volgens de huwelijkse voorwaarden, onder bezegeling door zijn broer Jan Goeswijnsz. Haar vader zal haar 300 pond Hollands geven als een rente van 30 pond, door de rentmeester van Wassenair uit te keren uit zijn domeinen, half op Vorscotenmarkt en half op Valckenburchmarkt, te lossen met 300 pond. Bij kinderloos overlijden van Katrine zal deze rente weer terugvallen aan de heer van Wassenair en zijn erfgenamen (AA, f 18 en 18v). (Ons Voorgeslacht 1978, p. 664)
*5,5 morgen land in Spirincshoec tussen de Zeedijk en de Oude dijk.
*29-6-1371: Dirc Zay Goeswijnsz., zwager van de leenheer heer Dirc van Wassenair, burggraaf van Leyden, ridder, na opdracht uit eigen (AA, f 56v en A, f 40). (Ons Voorgeslacht 1978, p. 206).11 morgen land in de Kethel, genaamd de Gheer (1403: belend ten noorden: de abdis van Rijnsburch, ten oosten: Jan Bogge, Pieter Jansz. en. Jacob Mathijsz., ten zuiden: Baerte Hoyters, ten westen: de Hardrechse watering.
*25-3-1403: Dirc Zay Gooswijnsz. van der Lee, nadat het leen was afgestorven bij dode van zijn neef Dirc van Cattendijc, te versterven op zijn zoon Gillijs, gewonnen bij Katerine, zuster van de leenheer Philips, heer van Wassenair en burggraaf van Leyden (A, f 27). (Ons Voorgeslacht 1978, p. 215)
*6 morgen land in Spirincshoecke, binnen en buiten de zeedijk
*10-1-1416: Goeswijn van der Leede na overdracht door zijn vader Dirc Zaeye Goeswijnsz. van der Leede, zwager van de leenheer Philips, heer van Wassenair en burggraaf van Leyden (A, f 301). (Ons Voorgeslacht 1978, p. 218
21. Adriaen(a) Dierc Zayensz. van der Lee, geb. omstr. 1385, haar wapen is te zien op een gebrandschilderd raam in het kasteel van Rhoon, een alliantiewapen met elementen Van der Lee (3 rozen) en Wassenaar (wassende maantjes), tr. voor 18 febr. 1408 Pieter III van Roden (ute Duvelant), geb. omstr. 1385/90 (zoon van Boudijn Pietersz. van Roden, heer van Rhoon 1380-1399, en Willemine Vranc Dirc Zayendr.), ambachtsheer van Rhoon 25 mei 1411-1437, schepen Dordrecht 1445, bouwde na de Elisabethsvloed (1421) het kasteel van Rhoon 1433, overl. voor 26 sept. 1454.
*Het land in Pendrecht met de tiende en het ambacht, strekkende van het kerkhof van Pendrecht tot aan het ambacht van Cathendrecht
*25-5-1411: Pieter Boudijnsz. uut Duvelant, heer van Roden, geeft op raad van zijn oom Dirc Zaeys Vranckenz., zijn neef Jan van Rijswijc, zijn neef en aangehuwde oom Florijs van der Boechurst en zijn aangehuwde oom Jan van Rodenrijs Danielsz. ter bedijking tot een zomerdijk voor 14 jaar uit een nieuwland in Roden binnen de oude dijk van Ryerwairt aan Clays Duust Ysebrantsz., Jan Ghijs Jan 's Rodenz. en diens zwager Pieter Willemsz., Pouwels Dirxz. en Symon Claysz. onder één dijk met het Cortambacht in de heerlijkheid Putte, dat Pieter Walravensz. van de heer van Gaesbeke heeft aangenomen.
*28-2-1414: Peter van Roden tocht zijn vrouw Adriaen Dierc Zayendochter aan de mindere helft van het leen (1.h. 54, f. 113~).(Ons Voorgeslacht 1987, p. 244)
22. Pieter IV van Roden, geb. omstr. 1420, beleend met een vijfde deel van de lenen van zijn vader 1 aug. 1455, met een twintigste deel 1465, koopt tweemaal een vierde deel 1471, 1474, uiteindelijk ambachtsheer van de gehele heerlijkheid Rhoon 1483-1502, krijgt het onversterfelijk leenrecht 1481, zag zijn kasteel geplunderd en verbrand door de benden van jonker Frans van Brederode 1489, verkreeg de hoge heerlijkheid 1497, inpolderaar van de Rhoonse polders Gijsenland, Nijenland en JanCorneliszoonland, overl. 28 juni 1509, tr. tussen 1460 en 23 mei 1474 Margriet Gerritsdr. Storms (van Weena), geb. Delft omstr. 1440 (dochter van Gerrit Willem Stormsz., schepen en thesaurier van Delft, en Maria Vranck Lambrechtsdr.).
*Het land in Pendrecht met de tiende en het ambacht, strekkende van het kerkhof van Pendrecht tot aan het ambacht van Cathendrecht
*15-10-1455: Dirck van Roden bij dode van zijn vader Pieter van Roden met een vijfde deel ten Zeeuwse rechte (1.h. 116, cap. Z.H., f. 21).
*4-10-1465: Willem-, Vranck-, Pieter en Dirck van Roden elk met een twintigste deel na koop ten Zeeuwse rechte na dode van hun broer Boudijn van Roden (1.h. 117, cap. Z.H., f. 24).
*23-5-1474: Pieter van Roden na koop op 194-1474 tegen 10 pond groot Vlaams met een vierde deel ten Zeeuwse rechte na dode van zijn broer Willem van Roden, hij tocht zijn vrouw Margriet Gerijt Stormsdochter en met een vierde deel ten Zeeuwse rechte na koop op 1-7-1471 te Brugge na dode van zijn broer Dirck van Roden (1.h. 118, cap. Z.H., f. 7v en 23).(Ons Voorgeslacht 1987, p. 244)
23. Pieter V van Roden, geb. omstr. 1460, ambachtsheer van Rhoon (1502-1534) en Pendrecht (1520-1534), eigenaar van een huis aan het Westeinde te 's-Gravenhage, overl. 19 febr.1534, begr. Rhoon, tr. 7 juni 1501 Anna van Grave, geb. Leuven 5 jan. 1475 (dochter van Raes van Grave, heer van Hevere, en Elisabeth van Sinte Guericx), overl. 6 mrt. 1549, begr. Rhoon.
24. Gerrit/Gerard van Rhoon, geb. Leiden omstr. 1518/21, schildknaap 1553, bewoner van het Huys te Rhoon 1553, baljuw van Rhoon 1557, eigenaar van het slot Valckensteijn onder Poortugaal 1578-1582, heeemraad van Rhoon 1589, doopgetuige bij de kinderen van zijn kleinzoon Philip Philipsz. 1591, 1593, baljuw van Putten en Geervliet 1593, kocht het land Korendijk van Arnout van Boshuijsen 1593, overl. ald. na 3 okt. 1600, tr. Catharina van der Does, geb. Leiden omstr. 1522, overl. 1607/08, verwekte een onwettige dochter omstr. 1543 Katrijna Clementsdr., mogelijk geboren 's-Gravenhage omstr. 1520 als dochter van Clement Aertsz., overl. voor 1559, en Adriaentge Andriesdr.), overl. voor 10 mrt. 1559.
25. Helena Gerritsdr. van Rhoon, geb. (ws) 's-Gravenhage omstr. 1544, biersteekster op het veer van Rhoon, werd bij testament gelegateerd van haar natuurlijk vader jonkheer van Rhoon voor het vruchtgebruik van 150 carolus guldens 3 okt. 1600, overl. aldaar voor 19 okt. 1623, tr. (2) voor 3 okt. 1600 Jacob Mathijssen, tr. (1) voor 1567 Philip Cornelisz. Vermaat, geb. Rotterdam omstr. 1537 (zoon van Cornelis Philipsz., mogelijk brouwer, vermeld te Utrecht 1532-1542, later te Rotterdam 1540-1543, en Trijntje/Katrijn Jansdr. Coning), woonde Rhoon 1561, schepen aldaar 1566, overl. Poortugaal voor 3 okt. 1600.
26. Philips Philipsz. (de Oude) Vermaet (van der Maet), geb. Rhoon omstr. 1567, won. Poortugaal, daarna Spijkenisse, schipper en biersteker, overl. Spijkenisse na 19 okt. 1623, tr. (2) Spijkenisse 3 mrt. 1602 Margen Aertsdr., tr. (1) voor 4 mrt. 1591 Maertje Dircx, (dochter van (?) Dirck Cornelisz. Kuedieff en Maertje Aryensdr.) overl. Spijkenisse 20 mei 1640.
*
4402 Jan Jansz Bos, geboren ca 1566, overleden 2 juli 1628 te Spijkenisse, zoon van Jan Hendriks den Backer , de secretaris van Spijkenisse [8804] en Haeske Frans [8805], trouwt 1580 met
4403 Maertje Gerrits, geboren ca 1571, overleden 22 februari 1615 te Spijkenisse "2. hier leyt begraven Maritgen Gerritsdochter de huysvrouwe van Jan Jansz. Bosch sy sterft den 22 February anno sesthienhondert ende vijfthien.", dochter van Gerrit Pieters [8806] en Sijtje Ariens (Oprel?) [8807]
kind: Geertje Jans Bos [2201], trouwt Philip Philipsz (de Jonge) Vermaat [2200]
*
4404 Jacob Jansz Landmeter, overleden na 4 juni 1625, zoon van Jan Cornelis Landmeter [8808]
4405
kind: Pieter Jacobsz Landmeter [2202], trouwt Bastiaantje Cornelisdr Ketting [2203]
4406 Cornelis Claesz Ketting, zoon van Claas Cornelisz Ketting [8812] en NN, geboren ca 1561 te Poortugaal, overleden na 28 november 1637
4407 Lijsbeth Aerts van Driel, dochter van Aert Hendricksz van Driel [8814] en Geertruij Adriaensdr [8815], geboren ca 1565 te Poortugaal, overleden tussen 1640/1652
kind: Bastiaantje Cornelisdr Ketting [2203], trouwt Pieter Jacobsz Landmeter [2202]
*
6204 Foijt Dircksz, geboren ca 1543, overleden voor 21.05.1622 in de Kaag, op 9 maart 1611 is hij 68 jaar oud en woont hij in 'De Kage', zoon van Dirck N.N. waarschijnlijk Dirck Pietersz [12408] - zijn broer is Pieter Dircksz
x ca 1570
6205 Aeffgen Crijnendr, dochter van Crijn (Quirijn/Quyerin) Claesz [in zijn leven buurman van de Kaag, overleden voor 04.04.1577] -
haar zus is Neeltgen Crijnen (tr Cornelis - Foijt Dircxsz is oud-oom van Cornelis Cornelis, oud 4 1/2 jaar, weeskind van Cornelis Aelbertsz Schaft en Geertgen Cornelisdr) - Is Pleuntie Crijnen (Appolonia Quirijnsdr) ook haar zus?
Kinderen: Dirck Foijtsz (tr Annetgen Pietersdr/Grietgen Pietersdr) - Maritgen Foijtendr (tr Sijmon Claes schrijver) - Anna Foijtendr (tr (1) Dirck Cornelisz, tr (2) Gerrit Thonisz) - jonge Maritgen Foijtendr (tr Cornelis Geritsz Boijtelair) - jonge Cuneertgen Foijtendr (tr Aelbert Jansz) - Huijbertgen Foijtendr (tr Frans Jansz) - Thomas Foijtensz (tr (1) Grietgen Cornelis, tr (2) Aeltgen Jans)
Kind: Thomas Foijten [3102], tr Grietgen Cornelisdr [3103]
*04.01.1575 Leiden poorterboeken betaald 3,15 poorter Pieter Cornelisz uuyter Cage uit De Kaag (Alkemade) borg Anthonis Jansz, uit Katwijk a/den Rijn
*14-4-1585: Peter Cornelisz. opte A bij dode van zijn vader Cornelis Jansz. (III, fol. 96).
*16-9-1616: Hendrick Pietersz. bij dode van zijn vader Pieter Cornelisz. en draagt het leen over aan Foy Dircksz. (rep. fol. Iv).
Is Hendrick Pietersz een broer van Dirck Pietersz?
*ona Leiden 26.03.1575 not Salomon Lenaertsz van der Wuert - getuige Foyt Dircxzn wonende te de Kaag
*ona Leiden 04.04.1577 not Salomon Lenaertsz van der Wuert - geregistreerden: Pieter Thijs, ca 29 jaar, wonende te Kaag, deposant/Cornelis Jansz, ca 60 jaar [geb ca 1527], wonende te Kaag, deposant, Quyerin Claesz wonende te Kaag, in zijn leven buurman van de Kaag 1577 zijn kinderen en erfgenamen requiranten. [ er worden weinig details vermeld. De genoemde getuigen zijn buurlieden die de overledene gekend hebben en verklaren dat de waarde van zijn achtergelaten goederen gering is en zelfs ontoereikend om diens nagelaten schulden te voldoen. Zij verklaarden dit op verzoek van de kinderen en erfgenamen van de overledene, namen worden niet genoemd [René van Weeren]
*1623 Hoofdgeld De Kaag (Alkemade)
Sijmon Claesz (ca) ende Maritgen Foijtendr sijn huijsvre met Engel, Maritgen, Cuneertgen, Annetgen, Claes, Tijs ende Maritgen heure kinders - 9 hoofden
Annetgen Foijtendr (ca) laetst wede van Gerit Thonisz met oude Cornelis ende jonge Cornelis Dircx soonen, Neeltgen, Maritgen ende Gerit Gerits soon ende dochteren haer kinderen 6 hoofden
Aelbert Jansz (ca) ende Cuneertgen Foijtendr sijn huijsvrouwe met Dirck ende Jan heure kinders - 4 hoofden
Frans Jansz (ca) ende Huijbertgen Foijtendr sijn hujsvre met Engeltgen, Dirck, Maritgen, Engel ende Crijn heure kinders - 7 hoofden
Dirck Foijtensz (ca) ende Grietgen Pietersdr sijn huijsvre met Maritgen ende Tonis sijn voorkinders; Item Pieter Cornelisz [Coman] ende Jannetgen Cornelisdr haer voorkinders - 6 hoofden
(1) otr nov 1603 Warmond Dirrick Foyten geb De Kaech en Annetgen Pietersdr geb te Leegelant
(2) otr 13/20.10.1619 Warmond Dierick Feuyten, weduwnaar van Annetge Pieters en Gerritge Pieters, weduwe van Cornelis Hendrix (Hopman? Zij zou dan als kinderen hebben: Jannetgen Cornelisdr en Pieter Cornelisz en haar broer Lenaert Pietersz]
Tomas Foijtensz (ca) ende Aeltgen Jansdr sijn huijsvrouwe met Cuneertgen, Grietgen, Engel, Geertgen ende Maritgen heure kinders - 7 hoofden-
Lijst van binnengekomen vluchtelingen uit een register van een belastingomslag te Leiden 1573 door J. Rustige
Beleg en belasting Leiden 1573-1574
Het eerste deel van het beleg (“besluyt”), liep van 31 october 1573 tot 21 maart 1574. het “tweede besluyt", van 26 mei tot 3 october 1574. De verdediging moest gefinancierd worden, dus hief men belasting. De bronnen geven informatie over het doel. de hoogte van de aanslagen en de personen die aangeslagen werden en derhalve tijdens het beleg in de stad waren. De belasting, Capitale Impositie of Hoofdelinge Zettinge genoemd, begon voor het eerste beleg in december 1573 ‚ voor het tweede beleg in juni 1574 .
38 Foyt, uuyte Kaech – verblijft als vluchteling te Leiden woont int Roemsche susterhuys: Jacob Ewoutsz, van Noordtwyck, 38 Foyt, uuyte Kaech 39 Adriaen Symonsz, van Reinsburich, 40 Tryn Jansdochter, Thyes Pietersz weduy, van Zueterwoude
-Alkemade 29.04.1591 De erfgenamen Pieter Dircxsz, genaamd Jannetgen Jacobsdr, als weduwe, ter ene met Louris Jacobsz van Leuwen (?) en Jan Jacobsz haar voogden, en Arijs Cornelisz als voogd van de drie oude kinderen van Pieter Dircxsz, geboren uit het huwelijk met Korsgen Cornelisdr, te weten Claes Cornelisz, als man en voogd van Machtelt Pietersdr, Huijbert Pietersz, oud 22 jaar, en Niesgen Pietersdr, oud 18 jaar, en Dirck Pietersdr, oud 16 jaar, mede Fuijt Dircxsz, als oom en voogd van de twee jonge kinderen van Pieter Dircxsz, geboren bij Jannetgen Jacobsdr, genaamd Appolonia Pietersdr, oud 10 jaar, en Korsgen Pietersdr, oud 8 jaar, ter andere zijde, delen de nalatenschap, Jannetgen Jacobsz behoudt de gehele boedel, de vier oude kinderen ontvangen elk 150 gulden. De moeder neemt op zich haar twee eigen kinderen te onderhouden en op te voeden tot de leeftijd van 20 jaar en zal hun dan uitkeren elk 150 gulden. Gesteld onderpand: haar huis en erf belend ten noorden Jaepgen Willemsdr (?). ten oosten Jan Jansz, ten noorden het ‘s-Gravenwater, ten westen Marritgen Arijensdr. Nog een stuk land belend ten noorden Tonis Louwen, ten oosten Claes Claesz, ten zuiden Jan Pietersz en Jan Jansz, ten westen het ‘s-Gravenwater en Jan Pietersz.
Voorkinderen van Jannetgen Jacobsdr van Leeuwen: Jan Jacobsz, Machtelt Jacobsdr (tr Pieter Aelbertsz), Neeltgen Jacobsdr (tr Cornelis Aelberts Cop)
Voorkinderen van Pieter Dircxsz en Korsgen Cornelisdr: Machtelt Pietersdr (tr Claes Cornelisz), Huijbert Pietersz, Niesgen Pietersdr, Dirc Pietersdr
Nakinderen van Pieter Dircxsz & Jannetgen Jacobsdr van Leeuwen: Leentgen Pietersdr (=Appolonia, op 29.04.1591 10 jaar) (tr Cornelis Cornelis Pancraesz), Corsgen Pietersdr (=Neeltgen, op 29.04.1591 8 jaar) (tr Lenaert Pietersz)
-Warmond ora - * A 54r dd. 22-10-1578 Jacop Mattheusz verkocht aan Foyt Dircksz in de Cage anderhalf margen weylants, belent ten ZW de kinderen van Pons Dammasz, ten NW Grietgen Pieters, weduwe van Gerrit Cornelisz, ten NO ‘t Convent van Leeuwenhorst, ten ZO de Nooremeersloot met een belasting van f 6 per jaar, af te lossen met f 100, aan eenen Commer Symonsz tot Sassenem. Zijn vader heet Mattheus Jacopsz. Ook aanwezig was zijn broeder Lenaert Mattheusz als borg, die als onderpand geeft een half morgen teellants op de Geest, belent ten ZW Marytgen Dircks, weduwe van Frans Jacobsz Coyer, ten ZO 't Capellryelandt van Sinte Katherynen tot Warmont.
*Warmond Verponding 1579-1590 32r Foeyt Dircxsz in de Caghe 1 1/2 margen, eygens, getaxeert tot 4 L. Commissarissen taxeren ’t voors. lant op 6 L. 14 st. 4 d. ob. 1 1/2 poth
*1623 hoofdgeld de Kaag Aeffgen Crijnendr (ca) wede van Foijt Dircxz - 1 hooft
*REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE HOFSTAD (OUD-)ALKEMADE TE WARMOND, 1307-1796 door C. Hoek en A.M. Verbeek ALKEMADE (Kaag)
6. 11 hond land (in de Zuytcager polder).
..-.-14..: Jacob … (rep. fol. 1).
Het leen 6 is gesplitst in 6A en 6B.
6A. De helft van 11 hond land, belend ten zuiden: (1525: het Oosterland, 1585: het leen6B); ten westen: (1525: Jacob Willemsz., 1585: Neeltie Gerrits, 1616: Dirick Jeroensz., 1712: Claes van der Schilde): ten noorden: (1525: de Zijdwin, 1585: de Suijtsijde, 1700: de Zuijtsijdsesloot); ten oosten: (1525: Cornelis Jacobsz., 1550: Pieter Allertsz., 1585: Merritie Pieters, 1616: Jan Cornelisz., 1700: Grietje Aris, 1712: Claes van der Schilde).
16-4-1474: Jacob Huygensz., onmondig, oom paternel Gerrit Jacobsz., bij dode van zijn broer Cornelis Huygensz. (rep. fol. 1).
29-5-1525: Jan Jacobsz. bij dode van zijn vader Jacob Huygensz. (rep. fol. 1).
9-6-1550: Cornelis Jansz. bij dode van zijn vader Jan Jacobsz. (rep. fol. 1).
14-4-1585: Peter Cornelisz. opte A bij dode van zijn vader Cornelis Jansz. (III, fol. 96).
16-9-1616: Hendrick Pietersz. bij dode van zijn vader Pieter Cornelisz. en draagt het leen over aan Foy Dircksz. (rep. fol. Iv).
21-5-1622: Tomas Foyten bij dode van zijn vader Foy Dircksz. en draagt het leen over aan zijn zuster Huybertien Fouyten, gehuwd met Frans Jansz. (rep. fol. 2).
Foyt Dircksz heeft een broer: Pieter Dircksz
*-Alkemade 29.04.1591 De erfgenamen Pieter Dircxsz, genaamd Jannetgen Jacobsdr, als weduwe, ter ene met Jouris Jacobsz van Leuwen (?) en Jan Jacobsz haar voogden, en Arijs Cornelisz als voogd van de drie oude kinderen van Pieter Dircxsz, geboren uit het huwelijk met Korsgen Cornelisdr, te weten Claes Cornelisz, als man en voogd van Machtelt Pietersdr, Huijbert Pietersz, oud 22 jaar, en Niesgen Pietersdr, oud 18 jaar, en Dirck Pietersdr, oud 16 jaar, mede Fuijt Dircxsz, als oom en voogd van de twee jonge kinderen van Pieter Dircxsz, geboren bij Jannetgen Jacobsdr, genaamd Appolonia Pietersdr, oud 10 jaar, en Korsgen Pietersdr, oud 8 jaar, ter andere zijde, delen de nalatenschap, Jannetgen Jacobsz behoudt de gehele boedel, de vier oude kinderen ontvangen elk 150 gulden. De moeder neemt op zich haar twee eigen kinderen te onderhouden en op te voeden tot de leeftijd van 20 jaar en zal hun dan uitkeren elk 150 gulden. Gesteld onderpand: haar huis en erf belend ten noorden Jaepgen Willemsdr (?). ten oosten Jan Jansz, ten noorden het ‘s-Gravenwater, ten westen Marritgen Arijensdr. Nog een stuk land belend ten noorden Tonis Louwen, ten oosten Claes Claesz, ten zuiden Jan Pietersz en Jan Jansz, ten westen het ‘s-Gravenwater en Jan Pietersz.
*1575-Ona Leiden Foyt Dircxzn wonende te De Kaag, getuige 26.03.1575 geregistreerde, not S.L. vd Wuert
Ora Leiden not S.L. van der Wurt, 17.12.1609 geregistreerde testament Foijt Dircx wonende te De Kaag – p 223
*REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE HOFSTAD (OUD-)ALKEMADE TE WARMOND, 1307-1796 door C. Hoek en A.M. Verbeek
17. De helft van 4 morgen land, belend ten noorden: (1529: Cornelis Jacobsz., 1572: Lenaert Jacobsz., 1598: Lenaert Franz. en Jan Aelbertsz., 1624: Willebort Cornelisz. Visser, 1...: Willebort Cornelisz. Korfgen, 1734: Teunis van Wieringe), ten zuiden: (1529: Henrick Jansz., 1572: Maerte Pietersz., 1598: de Sijde, 1...: de Sijdesloot), ten oosten: (1529: Pieter Jansz., 1572: Pieter Simondsz., 1598: Ysbrant Lambertsz., 1624: Dirk Foytensz., 1635: Cornelis Mourisse, 1734: Jan Huijbertse Poeltuijn), ten westen: (1529: Aelbregt Willemsz., 1572: Pieter Simondz., 1598: Lenaert Pietersz., 1624: Cornelis Dirksz. Bruijn, 1635: Engel Bruijne, 1...: Engel Cornelis Bruijne).
1455, Sinte Crispijn en Sinte Crispiaensdagh: Willem Henricsz. met deze helft, terwijl (zijn broer) Aelbregt Henricksz. de wederhelft ontving bij dode van vader Heynric Aelbrechtsz., op Sinte Victoris avond 1465 werd overgeschreven op diens zoon Henrick Aelbrechtsz. en nadien niet meer in het leenverband voorkomt.
16-1-1529: Pancras Willemsz. bij dode van zijn vader Willem Heijnricksz. (rep. fol. 37).
..-.-1... : Willem Pancrasz. (rep. fol. 37).
23-07-1572: Barber Gerritsdochter, weduwe van Willem Pancrasz., hulde door haar zoon Gerrit Willemsz., bij dode van haar man (III, fol. 82).
02-06-1582: Gerrit Willemsz. bij dode van zijn moeder Barber Gerritsdochter (rep. fol. 37v).
31-01-1598: Pleuntie Crijne, weduwe van Gerrit Willemsz., man en voogd Jan Aelbertsz., oud 45 jaar, na scheiding met haar kinderen (rep. fol. 37v)
09-03-1611: Fuy Dirkxsz., oud 68 jaar, wonende in de Kage, na overdracht door (Jan) Aelbrechtsz. (rep. fol. 37v).
21-05-1622: Tomas Foyten, oud 51 jaar, bij dode van zijn vader Foy Dirks (rep. fol. 38).
12-08-1624: Aeltgen Jansdochter, weduwe van Tomas Foytenz. na scheiding met haar kinderen (rep. fol. 38).
*13e generatie
6904 Theodorus (Dirck) Schrevelius, geboren 25 juli 1572 te Haarlem (doopboek Haarlem begint in 1578), overleden (2 december) 1649 te Leiden, humanist, schrijver, dichter, 1591 student universiteit Leiden, 1597 conrector Latijnse school Haarlem, zoon van Cornelis Jans Schrevel [13808] en Maria Dircksdr [13809] -
Hij is neef van mr. Maerten Edelwaert, schoolmeester in de stadsschool te Leiden/ en behuwde neef van jonkheer Niclaes van der Nieuwburch
'o.tr 4 Julius 1599 te Haarlem Dirric Cornelissen Screvel jongesel van Harlem wonende inde Sijlstraet met Mariken Augustijns van Teijlingen jongedochter wonende tot Alcmaer-attestatie op Alcmar 21 Julij 99'
Alkmaar tr '25 Juli Meester Dirrick Schrevel .. woont tot Harlem ende Maritgen van Teilingen woont bij Fredrick Perbrants Leijder...
trouwt 25 juli 1599 te Alkmaar met
6905 Marijcke van Teylingen, geboren 15 maart 1570 te Alkmaar, overleden 26 juli 1652 te Leiden, dochter van jonker Augustijn van Teylingen, burgemeester van Alkmaar [13810] en Brechtje Harckendr (Hercules) [13811], het gezin woont te Haarlem,
Kinderen geboren/gedoopt te Haarlem, ned.geref: 13.06.1600 Brigitta (Brechtgen), 04.10.1601 Maria, 27.02.1603 Dirricxken, 13.02.1605 Augustinus (get Augustijnus van Teijlingen), 27.03.1606 Andreas, 13.03.1608 (nakijken) Cornelius, 29.08.1610 Eva, ca 1617 Theodora,
Kind: Augustinus Schrevelius [3452], tr Metje van Klarenbeek [3453]
!otr 25.11.1599 Leiden Nicolaus van Nieuburch, geboren te Alcmaer, wonende te Leyden, met jvr Wilhelmina van Assendelft, get bd Jonkheer Philips van Assendelft, vader, get bg Jacob van der Bouchorst
!otr 16.05.1635 Leiden Dr. Alexander Lempreur, licentiaat medicijnen, geb te Utrecht, wonende te Bredestraet en Adriana van Egmont van de Nieuburch, geb Leyden, wonende te Rapenburch, get bd Catharina Lempreurs, toekomstig schoonzuster, get bd joncker Claes van Nieuburch, toekomstig schoonvader
*Weeskamer Leiden - 3 d.d. 3-6-1619: Mr. Marten Edelwaert schoolmeester in de stadsschool te Leiden en Joris Ferregis oud schoenmaker, bij gebrek aan bloedverwanten, gebeden vrienden zijn gesteld voogden over Chijtgen nu oud 18 en Grietgen 13 jaar oud, alle of daar omrent, Pietertgen in het weeshuis ingenomen zijnde, nagelaten voorweeskinderen van Anthoni van den Berge fs. Anthonis in zijn leven oud schoenmaker gewonnen bij Franchijntgen Wils zijn eerste huisvrouw was beide zaliger, en nog over Herman nu oud omtrent 7 jaar, achtergebleven naweeskind van anthoni van den Berge zaliger voorn. gewonnen bij Roeloffgen Claesdr. zijn twee huisvrouw was en nu zijn weduwe.
*Weeskamer Leiden f. 176 no. 1 d.d. 23-8-1624: Mr. Dirck Schrevelius neef en Frans Cornelisz. van Overlochorst gebeden vriend zijn voogden gesteld over over mr. Maerten Edelwaert zijn zinnen onmachtig zijnde.
Bijgeschreven: 3-1-1624 [kan niet kloppen; mogelijk bedoeld 1625]: Zijn mr. Dirck Schrevelius en Frans Cornelisz. van Overlochorst op haar verzoek van de voogdij ontslagen.
16-12-1630: Mr. Dirck Schrevelius neef en mr. Johan Angillis secretaris van Zoeterwoude gebeden vriend zijn voogden gesteld over mr. Maerten Edelwaert voorn.
*Weeskamer Leiden - no. 2 d.d. 19-5-1631: Mr. Dirck Schrivelius rector van de Triviale School te Leiden en mr. Jan Angillis secretaris van Zoeterwoude gebeden vrienden zijn voogden gesteld over Johannes 24 en Marij oud [niet ingevuld] jaar of daar omtrent, nagelaten weeskinderen van Marijtgen Thonisdr. gewonnen bij mr. Maerten Edelwaert.
14-1-1667: Gillis van Walwijck kamerbewaarder is medevoogd gesteld over de verbonden nagelaten goederen van Appolonia Jansdr. in plaats van Claas Jansz. Busijn die overleden is.1 d.d. 15-8-1639: Dr. Dirck Schrevel rector van de triviale school alhier behuwde neef en Touchain Mussard koopman gebeden vriend zijn voogden gesteld over Johannes oud omtrent 24 jaar, nagelaten zoon van jonkheer Niclaes van der Nieuburch gewonnen bij Neeltgen Dircksdr. beide zaliger
*Dirck Schrevel (Haarlem 25.7.1572 – ca.2.12.1649) was een zoon van de kistenmaker of schrijnwerker Cornelis Janszoon Schrevel en Maria Dircksdochter. In zijn vaderstad doorliep Dirck de Grote Latijnse School waar hij een leerling was van Cornelius Schonaeus, bij wie hij ook enkele jaren in huis woonde. Op 28.1.1591 liet hij zich als student in de letteren in Leiden immatriculeren Na drie jaren theologie te hebben gestudeerd, verdedigde hij op 1.10.1594 zijn Theses theologicae de magistratu. Omdat hij een carrière in het onderwijs ambieerde, wijdde hij zich hierna nog uitsluitend aan de “litterae humaniores”. Op 1.11.1592 was hij namelijk officieel aan de Triviale School van Leiden als preceptor aangesteld en in 1593 was hij daarvan zelfs de tweede ondermeester geworden. Deze functie bleef hij bekleden tot 1.5.1597, toen hij conrector werd van de Grote Latijnse School van Haarlem. Op 25.7.1599 trad hij te Alkmaar in het huwelijk met Maria van Teylingen die hem minstens zeven kinderen schonk. Op verzoek van Schonaeus nam hij in 1603 of 1604 de leiding van de Haarlemse Latijnse School op zich. Kort vóór 22.4.1607 werd hij tot ouderling benoemd in de nieuw samengestelde kerkenraad. Op 28.8.1607 werd hij tot vroedschap van Haarlem gekozen en daags daarna beëdigd. Op 23.6.1609 werd hij als opvolger van Schonaeus aangewezen en op 25.7.1609 als rector ingehuldigd.Toen prins Maurits op 25.10.1618 in Haarlem de wet verzette,werd Schrevelius als vroedschap de laan uitgestuurd. In 1620 werd hij, op verdenking van onzuiverheid in de leer, ook als rector ontslagen en gesommeerd Haarlem te verlaten. Hij vestigde hij zich in Leiden waar hij privé-onderwijs ging geven aan jongelui van goeden huize, die voor een deel met hem uit Haarlem waren meegekomen. Op 8.1.1625 namen de burgemeesters en regeerders van Leiden hem aan om vanaf 1.2.1625 het rectoraat van de Leidse Grote School te bekleden. Na enkele contractverlengingen besloot het gerecht om hem per 1.5.1642, conform zijn wens, van het rectoraat te ontheffen. Schrevelius keerde terug naar Haarlem waar hij zich enkele jaren later opwierp tot geschiedschrijver van zijn geboortestad, eerst in het Latijn en kort daarna in het Nederlands. In december 1649 overleed hij in zijn huis op de Oude Gracht te Haarlem, waarna hij werd begraven in de Brouwerskapel van de Grote Kerk van zijn geboortestad. Zijn echtgenote overleed in hetzelfde huis vóór 29.4.1653. Schrevelius’ lijfspreuk, ontleend aan Sophocles’ Aiax, luidde: “?” (‘Geschenken van vijanden brengen ongeluk’).
*Ter gelegenheid van de 450ste geboortedag van Theodorus Schrevelius hebben nabestaanden door de heraldisch schilder William Coolen een gedenk-/rouwbord laten maken. Helaas was dit in de St. Bavo niet welkom. Een vergelijk met het Theodorus ontzeggen van het avondmaal en verbannen uit Haarlem in 1620 is gemakkelijk te maken. [eigen werk WiboB]
*14e generatie
12408 Dirck N.N. - De Kaag
kind: Foyt Dircksz [6204], tr Aeffgen Crijnen [6205]
Het is me tot nu toe niet gelukt om de voorouders van Foyt Dircksz te vinden. Wel heb ik zijn 'omgeving' iets kunnen reconstrueren.
DIRCK N.N.
Kinderen
Ca 1543 Foijt Dircksz >Aeffgen Crijnen
Ca 1543 Pieter Dircksz >ca 1565 Korsgen Cornelisdr/Jannetgen Jacobsdr
Overleden voor 29.04.1591, kinderen op deze datum:
Kinderen: (1) Machtelt Pietersdr [tr Claes Cornelisz] - Huijbert Pietersz 22 jaar - Niesgen Pietersdr 18 jaar, Dirck Pietersdr, 16 jaar
Kinderen: (2) Appolonia Pietersdr, 10 jaar – Korsgen Pietersdr, 8 jaar
Voorkinderen van Jannetgen Jacobsdr van Leeuwen: Jan Jacobsz, Machtelt Jacobsdr (tr Pieter Aelbertsz), Neeltgen Jacobsdr (tr Cornelis Aelberts Cop)
Voorkinderen van Pieter Dircxsz en Korsgen Cornelisdr: Machtelt Pietersdr (tr Claes Cornelisz), Huijbert Pietersz, Niesgen Pietersdr, Dirc Pietersdr
Nakinderen van Pieter Dirxsz & Jannetgen Jacobsdr van Leeuwen: Leentgen Pietersdr (tr Cornelis Cornelis Pancraesz), Corsgen Pietersdr (tr Lenaert Pietersz)
kinderen van Pieter Dircxsz en Jannetgen Jacobsdr
Appolonia Pietersdr, op 29.04.1591 10 jaar > Cornelis Cornelis Pancraesz (ook genoemd Leentje)
Korsgen Pietersdr, op 29.04.1591 8 jaar, >Lenaert Pietersz (ook genoemd Neeltgen)
-Alkemade 29.04.1591 De erfgenamen Pieter Dircxsz, genaamd Jannetgen Jacobsdr, als weduwe, ter ene met Louris Jacobsz van Leuwen (?) en Jan Jacobsz haar voogden, en Arijs Cornelisz als voogd van de drie oude kinderen van Pieter Dircxsz, geboren uit het huwelijk met Korsgen Cornelisdr, te weten Claes Cornelisz, als man en voogd van Machtelt Pietersdr, Huijbert Pietersz, oud 22 jaar, en Niesgen Pietersdr, oud 18 jaar, en Dirck Pietersdr, oud 16 jaar,
mede Fuijt Dircxsz, als oom en voogd van de twee jonge kinderen van Pieter Dircxsz, geboren bij Jannetgen Jacobsdr, genaamd Appolonia Pietersdr, oud 10 jaar, en Korsgen Pietersdr, oud 8 jaar, ter andere zijde, delen de nalatenschap, Jannetgen Jacobsz behoudt de gehele boedel, de vier oude kinderen ontvangen elk 150 gulden. De moeder neemt op zich haar twee eigen kinderen te onderhouden en op te voeden tot de leeftijd van 20 jaar en zal hun dan uitkeren elk 150 gulden. Gesteld onderpand: haar huis en erf belend ten noorden Jaepgen Willemsdr (?). ten oosten Jan Jansz, ten noorden het ‘s-Gravenwater, ten westen Marritgen Arijensdr. Nog een stuk land belend ten noorden Tonis Louwen, ten oosten Claes Claesz, ten zuiden Jan Pietersz en Jan Jansz, ten westen het ‘s-Gravenwater en Jan Pietersz.
-Alkemade ora 18.05.1620 p 39 Jan Jacobsz voor zichzelf, Pieter Aelbertsz, getrouwd met Machtelt Jacobsdr, Cornelis Aelberts Cop, getrouwd met Neeltgen Jacobsdr,
Cornelis Cornelis Pancraesz, getrouwd met Leentgen Pietersdr en Lenaert Pietersz, getrouwd met Corsgen Pietersdr, allen als voor- en nakinderen van Jannetgen Jacobsdr van Leeuwen, in leven te Avenes (Abbenes), delen de nalatenschap.
Jan Jacobsz ontvangt 9 hond land met huis, berg, schuur aan de Avenes, belend ten noorden Jacob Jacobz Crul, ten oosten de weeskinderen van Tijs Lourisz, ten zuiden de Kagermeer, ten westen Cornelis Dircxsz den Jongen Haen; nog een erfje waarop vroeger een huis stond aan de Avenes, belend ten westen en noorden de weduwe van Engel Pietersz, ten oosten en zuiden de Grote meer. Pieter Aelbertsz verkrijgt 8 hond land genaamd ‘de Goods hoon (ven?) en de Bijl’, ten noorden en oosten de Grote meer, ten zuiden de weeskinderen van Tijs Lourisz; nog een bedrag van 350 gulden. Cornelis Albertsz behoudt 1« morgen land, belend ten westen Cornelis Cornelisz Pancraesz, ten noorden en oosten Cornelis Dircxsz den Jongen Haen, ten zuiden de Kagermeer en nog 150 gulden. Cornelis Cornelis Pancraesz komt toe 8 hond land, belend ten noorden Cornelis Dircxz den Jongen Haen, ten oosten Cornelis Aelbertsz, ten zuiden de Kagermeer, ten westen Jacob Jacobsz en Pieter Florisz; nog 5 hond land, belend ten westen de Kagermeer, ten zuiden en noorden Jacob Jacobsz Crul, ten oosten de Grotemeer. Hij zal aan Cornelis Aelbertsz 100 gulden geven. Lenaert Pietersz krijgt 2 morgen 2 hond land, belend ten westen de Kagermeer, ten noorden en oosten Louris Thonisz en Lenaert Jeroensz, ten zuiden Pauls de Jonge. Hij moet geven aan Pieter Aelbertsz 350 gulden en aan Cornelis Aelbertsz 50 gulden.
CORNELIS N.N.
Kinderen
Korsgen Cornelisdr >Pieter Dircksz
Arijs Cornelisz >Lijsbet Cornelisdr -zoon: Cornelis Arijsz [Groen] (tr Weijntgen Willeboortsdr)
Jan Cornelisz in de Kaag >Meijnsgen Huijgendr -voogd: Willeboort Aelbertsz
Overleden voor 20.01.1620 - Kinderen op 20.01.1620: Cornelis Jansz, Engeltgen Jansdr ongehuwd – Barbera Jansdr tr Pons Lenaertsz – Voogd voor Engeltgen: Cornelis Arijsz op 20.01.1620/Neef van Engeltgen Jansdr is Cornelis Arijsz Groen op 26.06.1634
Op 1623 heeft Meijnsgen Huijgensdr nog een dochter Digna Jans (hoofdgeld 1623 De Kaag)
Een raadsel: Dignum Jansz, overleden voor 10.02.1622, zoon van Jan Cornelisz Speggen - trouwt Maritgen Willemsdr, zus van Willeboort Willemsz, Goris Willemsz en Cornelis Willemsz
-Alkemade ora 20.06.1616 f 97v - Cornelis Arijsz in de Kaag, enige erfgenaam van zijn overleden moeder Lijsbet Cornelisdr, voor een helft en vervangend zijn vader Arijs Cornelisz, voor de ander helft, verkoopt aan Foijt Dircxsz in de Kaag, met recht van naasting, verkregen van Cornelis Jansz Jager, 5 hond land te Alkemade. Koopsom 725 gulden.
-Alkemade ora 20.01.1620 p 6 Meijnsgen Huijgendr, weduwe van Jan Cornelisz in de Kaag met Willeboort Aelbertsz als voogd, ter ene en Cornelis Jansz, Engeltgen Jansdr, ongehuwd met haar neef Cornelis Arijsz en Pons Lenaertsz, getrouwd met Barbera Jansdr, allen als kinderen van Jan Cornelisz, ter andere zijde, delen de nalatenschap. Cornelis Jansz behoudt 90 gulden. Engeltgen Jansdr en Pons Lenaertsz komt samen toe een erf in de Kaag, belend ten noorden Jacob Cornelisz en Engel Claesz, ten oosten Cornelis Aelbertsz Schaft, ten zuiden Pancraes Cornelisz, ten westen Anna Claesz. De drie kinderen zullen samen nog 700 gulden ontvangen, hen toegezegd voor de helft van 11 hond leenland van het huis Oud Alckemade en nog 140 gulden uit handen van Meijnsgen Huijgensdr, die zelf de verdere boedel behoudt.
-Alkemade ora 26.06.1634 p 157v Engeltgen Jansdr, ongehuwd in de Kaag met haar neef Cornelis Arijsz Groen als voogd, verkoopt aan haar zwager Pons Lenaertsz een erf in de Kaag, belend ten noorden Dammas Pietersz, de weduwe van Engel Claesz Kaeckmes en Cornelis Aelbertsz Schaft, ten zuiden Pancraes Cornelisz, ten westen Cornelis Commertsz, ten oosten voornoemde Schaft.
*
REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE HOFSTAD (OUD-)ALKEMADE TE WARMOND, 1307-1796 door C. Hoek en A.M. Verbeek ALKEMADE (Kaag)
6. 11 hond land (in de Zuytcager polder).
..-.-14..: Jacob … (rep. fol. 1).
Het leen 6 is gesplitst in 6A en 6B.
6A. De helft van 11 hond land, belend ten zuiden: (1525: het Oosterland, 1585: het leen6B); ten westen: (1525: Jacob Willemsz., 1585: Neeltie Gerrits, 1616: Dirick Jeroensz., 1712: Claes van der Schilde): ten noorden: (1525: de Zijdwin, 1585: de Suijtsijde, 1700: de Zuijtsijdsesloot); ten oosten: (1525: Cornelis Jacobsz., 1550: Pieter Allertsz., 1585: Merritie Pieters, 1616: Jan Cornelisz., 1700: Grietje Aris, 1712: Claes van der Schilde).
16-04-1474: Jacob Huygensz., onmondig, oom paternel Gerrit Jacobsz., bij dode van zijn broer Cornelis Huygensz. (rep. fol. 1).
29-05-1525: Jan Jacobsz. bij dode van zijn vader Jacob Huygensz. (rep. fol. 1).
09-06-1550: Cornelis Jansz. bij dode van zijn vader Jan Jacobsz. (rep. fol. 1).
14-04-1585: Peter Cornelisz. opte A bij dode van zijn vader Cornelis Jansz. (III, fol. 96).
16-09-1616: Hendrick Pietersz. bij dode van zijn vader Pieter Cornelisz. en draagt het leen over aan Foy Dircksz. (rep. fol. Iv).
21-05-1622: Tomas Foyten bij dode van zijn vader Foy Dircksz. en draagt het leen over aan zijn zuster Huybertien Fouyten, gehuwd met Frans Jansz. (rep. fol. 2).
08-01-1662: Engel Fransz. bij dode van zijn moeder Huybertie Foyten (rep. fol. 2).
14-07-1670: Cornelis Dircksz. Bonne na overdracht door Engel Fransz. (rep. fol. 2).
6B. De helft van 11 hond land, belend ten zuiden: (1525: het Oosterlant, 1557: Cornelis en Matteus Aelbertsz., 1734: Dirk Giele Vercade); ten noorden: (1525: de Zijdwin, 1585: het leen Cornelis Lauwerensz., 1585: Jacob Symondsz., 1619: Foy Dircksz., 1635:
Querijn Pietersz.); ten oosten: (1525: Pieter Willemsz., 1557: Pieter Allertsz., 1585: ‘s- Gravenwater, 1734: Marijtie van der Schilde).
25-09-1479: Jacob Gerritsz. bij dode van Gerrit Jacobsz. zijn vader (rep. fol. 4).
18-05-1525: Gerrit Vrancken bij dode van Jacob Gerritsz. zijn grootvader (rep. fol. 4).
02-04-1557: Cornelis Jansz. na overdracht door Gerrit Vranckenz. in de Kage (rep. fol. 4).
13-04-1585: Pieter Cornelisz., die ook het leen 6A ontvangt, bij dode van zijn vader Cornelis Jansz. (rep. fol. 4v).
14-04-1585: Jan Cornelisz. na overdracht door Pieter Cornelisz. zijn broer (rep. fol. 4v).
29-06-1619: Cornelis Jansz. bij dode van zijn vader Jan Cornelisz. en draagt het leen over aan Willeboort Willemsz., waarna Marijtie Willemsdochter op gelijke datum het leen erft bij dode van haar broer Willeboort Willemsz. (rep. fol. 4v en 5).
24-04-1630: Tomas Tomasz. Backer na overdracht door Maritgen Willemsdr. (rep. fol. 5).
PIETER CORNELISZ en ANNETGEN HENDRICKSZ
Annetgen Henricxsdr, overleden voor 02.06.1604, dochter van Henrick, haar zusters zijn Neeltgen Henricxsdr (tr Maerten Claesz) en Maritgen Henricxdr, haar broer is Jan Henricxsz
Henrick en Lenert Pietersz zijn erfgenamen van Maritgen Henricxdr, zij hebben een oom Jan Henricxsz
Pieter Cornelisz, overleden voor 16.09.1616, zoon van Cornelis Jansz [overleden voor 14.04.1585]
Zijn broer is Jan Cornelisz met een zoon Cornelis Jansz (op 29.06.1619)
Kinderen op 02.06.1604
Henrick Pietersz
Lenert Pietersz
Kan Pieter Cornelisz een broer zijn van Grietgen Cornelisdr, 1e vrouw van Thomas Foijten?
-Alkemade ora 02.06.1604 p 255 Maerten Claesz, getrouwd met Neeltgen Henricxsdr, mede Henrick en Lenert Pietersz als kinderen, vervangend Maritgen Henricxsdr, erfgename van Annetgen Henricxdr, haar zuster, Jan Henricxsz, hun broer, komen toe, bij vrijkoop van Maerten Claesz en deling met Henrick en Lenert Pietersz, 7 hond land aan de Gooch in vier percelen, samen groot 3 morgen, waarin Jan Henricxsz nog 3 hond heeft, belend ten noorden Pons Eeuwoutsz, ten oosten de Gooch, ten zuiden Dirck Pouwelsz, ten westen Claes Claesz
-Alkemade ora 02.06.1604 p 255v Jan Henricxsz voor een helft, Henrick Pietersz en Lenert Pietersz voor de andere helft, als
erfgenamen met Maerten Claesz, getrouwd met Neeltgen Henricxdr, hebben Neeltgen en Annetgen Henricxdes, hun zusters en tantes, respectievelijk, ze hebben uitgekocht Maerten Claesz betreffend zijn erfdeel in de nalatenschap van zijn schoonzuster Annetgen Henricxdr, hiervoor zijn ze schuldig aan Maerten Claesz een bedrag van 250 gulden, gesteld onderpand: ¼ deel zijn huis en erf te Alkemade van ¼ deel van een perceel land, groot 1½ morgen, belend ten noorden Cornelis Tijsz, ten oosten de Ade, ten zuiden het ‘s-Gravenand, ten westen Jacob Cornelisz Ruich
-Alkemade ora 07.06.1604 Pieter Cornelisz, met Henrick Pietersz en Lenert Pietersz, zijn zonen, als kinderen erfgenamen van Maritgen Hendricksz, zijn verleden vrouw, de kinderen is deling toegekomen ¼ deel van huis en erf, nog 1 morgen 1½ hond land te Alkemade, aan de Gooch in vier percelen, samen groot 3 morgen,het geheel belend ten noorden Pons Eeuwoutsz, ten oosten de Gooch, ten zuiden Dirck Pouwelsz, ten westen Claes Claesz, nog 1½ hond hennepland te Alkemade, belend ten noorden en zuiden Pieter Cornelisz en ... Cornelisz, ten oosten Morijn Borritsz, ten westen Dirck Willemsz.
CRIJN N.N.
kinderen
Pleuntie Crijnen >Gerrit Willemsz/Jan Aelbertsz
Louris Crijnenz
Ariaentgen Crijnendr
?Aeffgen Crijnen >Foyt Dircksz
*REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE HOFSTAD (OUD-)ALKEMADE TE WARMOND, 1307-1796 door C. Hoek en A.M. Verbeek ALKEMADE (Kaag)
17. De helft van 4 morgen land, belend ten noorden: (1529: Cornelis Jacobsz., 1572: Lenaert Jacobsz., 1598: Lenaert Franz. en Jan Aelbertsz., 1624: Willebort Cornelisz. Visser, 1...: Willebort Cornelisz. Korfgen, 1734: Teunis van Wieringe), ten zuiden: (1529: Henrick Jansz., 1572: Maerte Pietersz., 1598: de Sijde, 1...: de Sijdesloot), ten oosten: (1529: Pieter Jansz., 1572: Pieter Simondsz., 1598: Ysbrant Lambertsz., 1624: Dirk Foytensz., 1635: Cornelis Mourisse, 1734: Jan Huijbertse Poeltuijn), ten westen: (1529: Aelbregt Willemsz., 1572: Pieter Simondz., 1598: Lenaert Pietersz., 1624: Cornelis Dirksz. Bruijn, 1635: Engel Bruijne, 1...: Engel Cornelis Bruijne).
1455, Sinte Crispijn en Sinte Crispiaensdagh: Willem Henricsz. met deze helft, terwijl (zijn broer) Aelbregt Henricksz. de wederhelft ontving bij dode van vader Heynric Aelbrechtsz., op Sinte Victoris avond 1465 werd overgeschreven op diens zoon Henrick Aelbrechtsz. en nadien niet meer in het leenverband voorkomt.
16-01-1529: Pancras Willemsz. bij dode van zijn vader Willem Heijnricksz. (rep. fol. 37).
..-.-1... : Willem Pancrasz. (rep. fol. 37).
23-07-1572: Barber Gerritsdochter, weduwe van Willem Pancrasz., hulde door haar zoon Gerrit Willemsz., bij dode van haar man (III, fol. 82).
02-06-1582: Gerrit Willemsz. bij dode van zijn moeder Barber Gerritsdochter (rep. fol. 37v).
31-01-1598: Pleuntie Crijne, weduwe van Gerrit Willemsz., man en voogd Jan Aelbertsz., oud 45 jaar, na scheiding met haar kinderen (rep. fol. 37v)
09-03-1611: Fuy Dirkxsz., oud 68 jaar, wonende in de Kage, na overdracht door (Jan) Aelbrechtsz. (rep. fol. 37v).
21-05-1622: Tomas Foyten, oud 51 jaar, bij dode van zijn vader Foy Dirks (rep. fol. 38).
12-08-1624: Aeltgen Jansdochter, weduwe van Tomas Foytenz. na scheiding met haar kinderen (rep. fol. 38).
29-05-1635: Dirk Jansz., oud 50 jaar, na overdracht door Aeltgen Jansdochter (rep. fol. 38).
13-07-1645: Cornelis Jansz. Jager, oud ca. 60 jaar, na overdracht door Dirk Jansz. (rep. fol. 38).
Broer van Pleuntie Crijne (Appolonia Quierincxsdr) is Louris Krijnen, haar zus is waarschijnlijk Adriaentgen Crijnen. Kan Aeffgen Crijnen, tr Foyt Dircksz ook een zus zijn.
13808 Cornelis Jans Schrevel, kistenmaker/schrijnwerker, zoon van Jan Schrevel (geboren ca 1510)
trouwt
13809 Maria Dircksdr
kind: Theodorus (Dirck) Schrevelius [6904], trouwt Marijcke van Teylingen [6905]
*uit dbnl.nl: Het geslacht van Schrevel of Schrevelius
De oudste familie-aanteekening die wij omtrent de Schrevels gevonden hebben, is afgeschreven van een los en ongeteekend blad papier, dat, met nog drie andere losse bladen, in een omslag lag, waarop van buiten met eene andere hand geschreven was: ‘Aenteekeningen van de Schrevels en van de van Teylingens. Dit heeft neef de Burgemeester voor mij na de aenteekeningen van Jonkr Augustijn van Teylingen en zijn zoon (schoonzoon) Theodorus Schrevelius en die door oem Schrevelius bewaert worden.’
Bovengenoemde Jonker Augustijn van Teylingen, zoon van Jonker Augustijn van Teylingen, in 1530 rentmeester van Egmond en van Josina of Judith van Egmond, had eene dochter Maria, die getrouwd was met Dirk of Theodorus Schrevelius
Dirk Schrevels, te Dordrecht in het begin der XVe eeuw woonachtig, had drie zoons.
1o Cornelis Schrevel, die ten gevolge der onlusten Dordrecht verliet en zich te Haarlem nederzette waar hij huwde en zijnen stam voortzette.
2o Jan Schrevels van Houweningen, die mede Dordrecht verliet en met Pieter Verloeren, zoon van Nicolaas Verloeren, naar Frankrijk ging en daar in dienst trad in het regiment van den overste Ambroos Verloeren, en bij de belegering van Calais, in 1436, gewond werd. Hij keerde naar Nederland terug en overleed kort daarna bij zijn broeder Cornelis te Haarlem, en werd te Egmond begraven.
3o Dirk Schrevels, die met zijne beide broeders Dordrecht verlaten had, en later weder aldaar terug keerde; doch na den dood van zijne vrouw verliet hij die stad voor goed, en vestigde zich met zijne kinderen te Antwerpen, eene dochter achterlatende die met de Jode of de Jeude getrouwd was en Ermgard heette
Jan Schrevel, (geboren circa 1510) was vader van:
Cornelis Schrevel, magistraat voor de openbare werken der stad Haarlem in 1586, wiens zoon Dirk of Theodorus volgt onder letter A.
Bovengenoemde Jan Schrevel was vermoedelijk ook vader van Adriaan Screvels, regent van het Sint-Nicolaas-gasthuis te 's Gravenhage, in 1575; schepen in 1575, 1577, 1578, 1580, 1581, 1582, 1583. 1584, 1587, 1605 en 1606; gesubstitueerde van den burgemeester, in 1584: burgemeester van 's Gravenhage in 1585, 1586, 1591, 1592, 1593, 1594, 1595, 1596 en 1601. Deze Adriaan zou twee zoons gehad hebben
*
13e generatie
13810 Jonker Augustijn van Teylingen, zoon van Jonker Augustijn van Teylingen [27620], in 1530 rentmeester van Egmond, en van Josina/Judith van Egmond vander Nijenburg [27620], die 20 kinderen ter wereld bracht
op het paneel in olieverf geschilderd portret van Augustijn van Teylingen staat het volgende bijschrift: avgvstÿn·vā·teÿlİngē·rentmeester. vā·egmōt· anno. 1530.
trouwt
13811 Brechtje Harckendr (Hercules), het gezin woont te Haarlem,
kind: Marijcke van Teylingen [6905], trouwt Augustinus Schrevelius [3452]
*14e generatie
27620 Jonker Augustijn Florisz. van Teylingen, meester in de rechten, geboren Henegouwen (Le Quesnoy) ca 1475, overleden 25 mei 1533 te Alkmaar, zoon van Floris van Teylingen [55240] en Jacoba de Febure [55241], was burgemeester van Alkmaar, hij kwam naar Holland om rentmeester te worden van de abdij van Egmond en de graaf van Egmond. Hij ontving kosterijen in Maasland en Oud-Karspel en bekleedde diverse functies, zoals kerkmeester en lid van de vroedschap. Vanaf 1508 was hij tevens afwisselend thesaurier en burgemeester
huwelijkse voorwaarden (zie scan) 29 mei 1503 met
27621 Josina/Judith van Egmond vander Nijenburg, geb 2 december 1484 te Alkmaar, dochter van Johan Gerritsz van Egmond van Nijeburg (baljuw en kastelein van Nieuwburg) [55242] en Judith Heerman van Oegstgeest [55242]
Kinderen o.a.: Nicolaas, Anna, Joostje, Floris, Dirk, Frans, Job, Jacob, Bartholomeus, Adriaen, Lucas, Eva, Augustijn (geb 1529-1589
Kind: Augustijn van Teylingen [13810], trouwt Brechtje Harckendr (Hercules) [13811]
*In dorso akte 1503 huwelijkse voorwaarden kwitanties door Augustijn van Teylingen voor ontvangen huwelijksgoederen en voor de erfportie van zijn schoonvader Jan Gerritsz II 1, 1523
*15e generatie
55242 Johan Gerritsz van Egmond van Nijeburg, overleden 1523, zoon van Gerrit Willemsz [110484]
o.trouwt 29 oktober 1483
55243 Judith/Joos Jacobsdr (Heerman van Oegstgeest), overleden voor februari 1503. Haar zus is Fye Jacob Heermensdr (tr Bartout Gerritsz), dochter van Jacob Gijsbrechtsz Heerman van Oegstgeest [110486] en Eva (Yefgen) Jansdr Mourijn [110487]
Kinderen: zoon Jan Jansz - Willem Jansz (gehuwd te Schiedam), Jan Mourijn Jansz (1515 Kwitantie van Jan Mourijn Jansz voor zijn vader Jan Gerritsz wegens zijn moeder's erfeel, waarbij landerijen onder Spanbroek, met belofte het te veel ontvangene na openbare verkoop aan zijn vader terug te geven) zussen: Maria, Catharina (dienaressen van de zusters van St. Margriet buiten Leiden (1506 Akten van overeenkomst tussen Jan Gerritsz en het Sint Margrietenklooster te Rodenburg buiten Leiden omtrent de aan zijn in het klooster verblijvende dochters Catharina en Maria toekomende erfportie van hun moeder - met kwitantie door het klooster 1507)
Joosgen Jansdr - Clara Jans - Jacob - Gerard - Cornelis - Jeronimus - Jan Mourijn Jansz - Nicolaas - Willem - Jan II - Eva - Anna - Catharina - Maria - Cornelis
Kind: Josina van Egmond vander Nijenburg [27621], tr Jonker Augustijn Florisz van Teylingen [27620]
*Aan het einde van de 15e eeuw (ca 1477?) werd door graaf Jan van Egmond het hem toekomende kastelein-, baljuw- en rentmeesterschap van de Nieuwburg opgedragen aan Jan Gerritsz. Hij werd voor het eerst in 1499 genoemd in het Egmondse leenregister. Jan Gerritsz was de zoon van Gerrit Willemsz (van Egmond), één van de schepenen en burgemeesers van Alkmaar en diens vrouw Aleid van Zanen. Jan Gerritsz bleeft het ambt dragen tot aan zijn dood in 1523. Note: Er bestaan raadsels rond de afkomst van Gerrit Willemsz van Egmond van de Nijenburg. De toevoeging 'van Egmond' werd pas later vermeld. De toevoeging van Nijenburg is niet correcht omdat hij nooit blajuw van de Nijenburg is geweest.
*16e generatie
110484 Gerrit Willemsz, geboren ca 1435, vele malen burgemeester van Alkmaar, kerkmeester van Alkmaar, overleden voor 13 februari 1482, begraven in de Grote Kerk van Alkmaar.
trouwt (2) Alijt Luijtgis, geen kinderen
trouwt (1)
110485 N.N. van Zaanen
kinderen: Meester Jan Gerritsz (pastoor te Hillegom), Jan Gerritsz (Johan Gerardsz van de Nieuwburg, tr 1483 Joost Jacobsdr Heereman), Hendrik Gerritsz, Lijsbeth Gerritsdr (tr Claes Jacobsz)
kind: Johan Gerritsz van Egmond van Nijeburg [55242], tr Joos Jacobsdr (Heerman van Oegstgeest) [55242]
*Wikipedia: Heren van Egmond van de Nijenburg - Deze tak is voortgekomen uit de zoon (heimelijk huwelijk) van Willem VI Graaf van Egmond, heer van IJsselstein, Leerdam en Stadhouder van Gelre. Zijn zoon Gerrit Willemsz I van der Nijenburg is de stamvader van deze tak.
*Akte van scheiding en deling van de nalatenschap van Gerrit Willemsz door zijn kinderen: Meester Jan, Jan Gerritsz, Hendrik Gerritsz en Lijsbeth Gerritsdr gehuwd met Claes Jacobsz) 1482
*Zegel: Dat zegel is goed bewaard gebleven. Zoals na de uiteenzetting, die al meer gegeven is, al te te verwachten was bestaat het door Gerrit Willemz gevoerde wapen opnieuw in dit geval uit het oorspronkelijke wapen van Egmond, gebroken door de smalle schuine lijn der bastaardij. Als schildhouder zien wij toegevoegd een vogel met opgeheven vleugels: bj het vervaardigen van het stempel heeft de kunstenaar die het sneed kennelijk een lepelaar als voorbeeld gediend! Het randschrift sluit alle verdere twijfel uit: want in Gothische minuskels staat daar te lezen: 'S. gerijt willemz' Geen beter controlemiddel is denkbaar dan het toepaste zegel om de afstamming van een geslacht te kennen en tot klaarheid te brengen. In dit geval is dan ook geen twijfel mogelijk: ook Gerrit Willemsz moet zich als Egmonds bastaard hebben beschouwd.. Men diene voor dit geval nu bovendien nog in het oog te houden, dat nóch door de machtige Graaf van Egmond nóch door diens ambtenaren toegelaten zou worden dat Gerrit Willemsz en de zijnen het volle, ongebreken wapen van het geslacht van Egmond zouden hebben gevoerd, indien zij daarop niet een stellig recht zouden hebben bezeten.
*16e generatie
110486 Jacob Gijsbrechtsz Heerman van Oegstgeest, geboren ca 1430, zoon van Gijsbrecht [Hugo Nevens Heerman] en Maria Tilemansdr Oem
trouwt met
110487 Eva (Yefgen) Jansdr Mourijn, dochter van Jan Andrieszn Mourijn
kinderen: ca 1460 Judith (Joost) Jacobs (o.trouwt 29 oktober 1483 met Johan Gerritsz van Egmond Nijeburg)
kind: Judith/Joost Jacobsdr Heerman van Oegstgeest [55243], tr Johan Gerritsz van Egmond van Nijeburg [55242]

*13e generatie
6908 Jan Cornelisz, alias Jan Florisz, schipper, geboren ca 1550, van Rotterdam, overleden voor 25 mei 1617,
trouwt 24 juni 1576 te Rotterdam met
6909 Maartje (Maritgen) Willems Barcx, geboren 1556, mondig op 16 december 1569, van Rotterdam, overleden na 1634, dochter van Willem Danielsz [13818] en Dirck Nannendr [13819], het gezin woont te Rotterdam, zij heeft een zus Belijtgen Willems, haar neef is Cornelis Pietersz, zoon van Pieter Cornelisz beenhacker en Anneken Cornelisz
Kinderen geboren te Rotterdam: Elisabeth, Jan
Kind: Jan Jansz van Waert [3454], tr Joostje Dircx [3455]
6910 Dirck Thomasz Ridders, geboren ca 1550, schipper van Haastrecht, overleden voor 1600 begraven tussen 9 en 16 februari 1598, waarschijnlijk zoon van Thomas Dirksz (1543,1553), broer van Gerrit Dirksz, te Haastrecht,
trouwt 13 april 1578 te Rotterdam, ned.geref, met
6911 Inge Claes, geb. ca 1550 te Rotterdam, het gezin woont te Rotterdam,
Kinderen geboren te Rotterdam: Thomas Dircsz, Joostgen Dircks, Rochus Dircks de Ridder, schipper, Neeltgen Dircx, Meijnsgen Dirx
Kind: Joostje Dircx [3455], tr Jan Jansz van Waert [3454]

zelfportret Michiel Coxsie
*13e generatie
7092 Michiel Coxsie, geb 1499, overleden 10 maart 1592 na val van stelling te Antwerpen, kunstschilder, zie biografie, waarschijnlijk zoon van Michiel Coxsie de oude,
trouwt (1) ca 1539 met Ida van Hasselt,
‘meester Michiel waere getrouwt geweest binnen der stadt van Hasselt, in den lande van Luijdick’
trouwt (2) ca 1569 met
7093 Johanna van Schelle, het gezin woont meestal te Mechelen
Johanna hertrouwt 5 sept 1595 te Mechelen met mr Philips vande Rije
Michiel Coxie noemt drie kinderen in zijn testament van 1569/ in zijn tweede testament van oktober 1579 noemt hij de twee kinderen uit zijn tweede huwelijk
kinderen: (1) ca 1540 Raphael (kunstschilder, vernoemd naar Raphael Sanzio, trouwt 3 maal), ca 1545 Willem (schilder, ovl Tours, werkt te Antwerpen, Rome, Mechelen, Luik, Tours, ovl 28.03.1584 te Tours), Anna (schilderes/later non/begijn)
kinderen (2) Michiel II (tr 9 jun 1598 Mechelen met Maria Gillevoorts), Coenraad (tr 1 jun 1606 Mechelen met Susanna de Gheutters)
Kinderen: Coenraad van Cocsy [3546], tr Susanna de Gruter [3547]
7094 Hendrick de Gorttere de jonghe, zoon van Hendrick de Gorttere d’Oude [14188] en Lijsbeth Vuijtens [14189], hertrouwt zij met Willem de Gorttere?,
o.trouwt (2) 25 april/2 mei 1579 te Mechelen met Anna Boecx (Aerts?),
trouwt (1) 1 januari 1576 te Mechelen, RK, Sint Rombouts met
7095 Catelyne Aerts, overleden voor 2 mei 1579? , dochter van Aert [14190], haar broer en zussen zijn: Anna, Elisabeth, Jacob, Livina / het gezin woont te Mechelen
Kinderen: Susanna
Kinderen: Susanna de Gruter [3547], tr Coenraad van Cocxy [3546]
*13e generatie Muilwijk
7424 Herber Willems, geb ca 1520, trouwt ca 1550
7425 NN
kind: Lucas (Luijt) Herbertsz (van Muijlwijk) [3712], trouwt Willemke [3713]
of
7424 Herbert Berndtsz., (O.V. 1998, pag. 666) overleden voor maart 1584, trekt omstreeks 1561 van Meerkerk naar het Land van Arkel (Rietveld).
1554-1561 ORA Meerkerk wordt Harbar Berntsz genoemd,
Volgens de 10e penning van Arkel bezat (of huurde?) hij daar een dikke 24 morgen land.
Herbert Berndtsz. had mogelijk een zoon Ludolf Herbertsz. , genoemd op 11 november 1596 als broer van Huych Herbertsz. Dit kan dezelfde zijn als de Luijt Herbersz., genoemd in O.V. 1982, pag. 253, antwoord van B. de Keijzer en K.A. Reuvers op een vraag-Van Muylwyck.
De kinderen zijn dan:
a. Schrevel Herbertsz., zie kw.nr. 8.
aa. Jan Schrevelsz., zie kw.nr. 4.
b. Huych Herbertsz.
c. Luijt Herbersz.
ca. Herbert Luiten >MUILWIJK
cb. Aert Luyken
cc. mog. Maeyke Lucasdr. (of Luitendr.), geb. ca. 1585/1586, tr. Gerrit Cornelisz. Boeff (zie O.V. 1993, pag. 58, Ir. A.I. Grabowsky, De geslachten Van Bloklant en Boef). Deze Maeyke heeft heel opmerkelijk een zoon Schrevel!
Aert Luyken zou dan een neef zijn van Jan Schrevelsz. en de op pag. 651 van O.V. 1998 genoemde ‘Aert Lucasz., won. in de landen van Gorkum, als naaste bloedvoogd van het nagelaten weeskind [Schrevel Jansz.] van Jan Schrevelsz.’
7440 Peter Gerritss Thutgen, vermeld vanaf 1570 tot 23 mei 1592, overleden voor 7 november 1598 : Anneke Peter Geritss Thuttgens weduwe
7441 Anneke (Geerloffsdr?), overleden na 7 november 1598, dochter van Geerlof Corneliss [14882] en Marijke Jansdr [14883] het gezin woont te Rietvelt onder Arkel,
kinderen: Sebastiaen Peters (woont Blokland, tr Anneke Claes), Gerit Peterss
kind: Gerrit Pieters T'Hutge [3720], tr Marrigje Cornelis Neijen [3721]
Gerit Peterss Theutge, wonend te Rietvelt is in 1604 neef en bloedvoogd van moederszijde van Thonis Dircxs, Aert Dircxs en Jutgen Dircxdr, kinderen van Dirck Geritss en Janneke Geerlofssdr za
Peter Geritss is op 9 mei 1588 gekozen voogd over Jantjen Geerlofsdr (tr later Dirck Geritss]
7442 Cornelis Hendrick Neijen, geb 1519, won Rietveld onder Arkel, vermeld in de 10e penning 1543, 1561, zoon van Hendrick Neijen [14884] en Hilleken Jan Hubertsdr Tucker [14885]
7443 NN
kind: Marrigje Cornelis Neijen [3721], tr Gerrit Pieterss Thutge [3720]
*
7450 Gerit Pieterss Thutge, overleden voor 11 juni 1627, woont op Rietvelt onder Arkel, zoon van Peter Gerritsz Thuijtgen (de Huijt) [14900], tr (2) Lijsbeth Ariens, tr. (1)
7451 Marrigje Cornelis Neijen, dochter van Cornelis Hendrick Neijen [14902] en NN.
Kinderen geboren te Rietvelt: Hilligje, Hendrick, Antonis, Adriaen Gerrits Oudegers, Adriaen Geritss Cleijnen, Lijsbeth, Neltgen, Neeltgen=?Pietertje
kind: Pietertgen Gerritsdr Thuijtge [3725], tr Arien Arienss de Groot [3724]
fol 96 RA Gorcum deel 352 – 11.06.1627
Hendrick Geritss, Anthonis Geritss, Adriaen Geritss Oudegers (?), Adriaen Geritss Cleijnen (overleden voor 28.10.1646, tr Neeltge Jans), Adriaen Peterss Braeckel X Lijsbeth Gerits, Pieter Pieterss Braeckel X Neltgen Gerits, Pieter Floriss X Hilleke Geritsdr en Adriaen Adriaenss X Neeltgen Geritsdr (misschien Pietertgen)), alle tesamen kinderen en erfgenamen van Gerit Pieterss T’Hutge za gewoond hebbende op Rietvelt transporteren aan Servaes Sijmonss won aan de “Hooch Donckt” een werf, boomgaard, hennipland en griendeke binnen- zowel buitendijks op de Hoochdonck in Sleeuwenhoeck, zw de voorn Servaes Sijmonss, ww Thomas Dircxs in Nuland, strekk v/d kweldam af t/d halve sloot v/d man-gelcamp toe
fol 118 RA Gorcum – 03.06.1630
Magdaleentgen Ariaensdr van wege haar impotente moeder Lijsbeth Ariaens wde van Gerit Peterss Thutge voor de ene helft en Tonis Geritss won te Spijk, Ariaen Peterss X Lijsbeth Gerits, Peter Peterss X Neeltge Geritsdr, Ariaen Ariaenss X Petertge Geritsdr en zsm voor Ariaen Geritss, de kinderen van Hendrick Geritss en Pieter Floriss X Hilleke Geritsdr, tesamen erfgenamen van voorn Gerit Peterss Thutge en transporteren aan Ariaen Aertss Swartge Visser een huis en hofstad in de Keijsersstraat te Gorcum.
*
7452 Berend (Bernt) Petersz de Greef, geboren ca 1527/1528, woont Nieuwland, overleden voor 1610, zoon van Peter Berentsz de Greef [14904] en Aertgen Joostendr 14905[], tr (1) Adriaentje Adriaensdr, tr (3) Eeelke Mathysdr, tr (2)
7453 Haesken Adriaensdr, overleden voor 1594, dochter van Adriaen [14906]
kind: Cornelis Berendsz de Jonge [3726], tr Neeltje Teunisdr [3727]
7454 Tonis Jacobsz, woont te Arkel, overleden voor 1609, tr
7455 Adriaentge Bastiaensdr, overleden voor 1624, dochter van Bastiaen Jacobsz [14910] en Neeltgen Jansdr [14911]
kind: Neeltge Teunisdr [3727], tr Cornelis Berendsz de Jonge [3726]
*generatie 13
7922 Dirck Cornelisz Goutappel, geboren ca 1580, zoon van Cornelis Philipsz Goutappel en Maertje Adriaensdr
trouwt (1) 16.05.1604 te Delft? Dirck Cornelisz jongeman wonend Schipluiden, attestatie van Schipluiden met Tryntgen Jorisen, jongedochter, wonend Papsouw, attestatie van Schipluiden overleden 1612
trouwt (2) 1612
7923 Meijnsgen Ariaensdr Couwenhoven, dochter van Adriaen Couwenhoven Willemsz Couwenhoven [15846] en Leentje Cornelisdr Perveen [van Dorp] [15847]
Kinderen geboren te Schipluiden: Trijntje, Maartje, Greetge, Annetgen
Kind: Annetgen Dircksdr Goutappel [3961], tr Cornelis Harmensz van den Bosch [3960]
Giftboek Zouteveen - Nr. 137 folio 120 d.d. 08-06-1618. Cornelis Phillipsz. gehuwd met de weduwe van Cornelis Leendertsz. Goutappel heeft verkocht aan Jan Pietersz. van Naaldwijk een woning als huis, erf, barg, schuur en geboomte en 3 morgen eigen land gelegen op de Oostveen, te weten 4 hond patrimoniaal eigen land waar het huis opstaat en 14 hond geconfisqueerd etc
*generatie 14
15846 Adriaen Willems Couwenhoven, geboren ca 1555, overleden voor december 1596
trouwt 22 januari 1586 (of 7 nakijken) met
15847 Leentje Cornelisdr Perveen van Dorp, geboren ca 1570, overleden 24 maart 1638 te Vlaardingen, dochter van Cornelis Lenaerts van Dorp [31694] en Marijtje Jansdr den Ouden [31695]. Zij trouwt (1) Jan Willemsz van der Meer.
Kind: Meijnsgen Ariaensdr Couwenhoven [7923], trouwt Dirck Cornelisz Goutappel [7922]
*generatie 15
31694 Cornelis Lenaerts van Dorp, ca 1525, overleden voor 20 maart 1633, op 22 oktober 1610 was hij 58 jaar
trouwt voor 18 mei 1591
31695 Marijtje Jansdr den Ouden, ca 1550, overleden voor 12 juni 1636, dochter van Jan Jansz Cors den Ouden [63390] en Maritgen Jansdr van der Burch [63391]- zie reeks Karel de Grote 138/27
kinderen: Lenaert Cornelisz van Dorp (ovl na 5 mei 1631), Leentje Cornelisdr van Dorp (Perveen)(ovl 24 mrt 1638 te Vlaardingen), Maritgen Cornelisdr van Dorp (ovl voor 7 mrt 1646)
kind: Leentje Cornelisdr Perveen van Dorp [15847], tr Adriaen Willems Couwenhoven [15846]
*generatie 16
63390 Jan Jansz Cors den Ouden, geb ca 1525, overleden voor 18 mei 1591
63391 Maritgen Jansdr van der Burch, geb ca 1525, overleden voor 13 oktober 1588, dochter van Jan Heynricxz.van der Burch - zie reeks Karel de Grote 138/26
kinderen: Leentge Jansdr - Arij Jansz - Heijndrick Jansz - Pieter Jansz - Cornelis Jansz Kraenkindt - Jan Jansz (op 22 okt 1610 64 jr) - Maritgen Jansdr (tr Cornelis Lenaerts van Dorp)
kind: Marijtje Jansdr den Ouden [31695], tr Cornelis Lenaerts van Dorp [31694]
*Maritge Jansdr: legt een verklaring af over de voorouders
Op verzoek van Francois van der Burch werd op 22 oktober 1610 een verklaring afgelegd door twee oude inwoners van ‘t Woudt, nl. Jan Jansz., oud 64 jaar, en Cornelis Lenertsz., oud 58 jaar.
zij verklaarden dat zij hun ouders hadden horen zeggen dat hun voorouders gezien hadden dat Aem Heyndricksz. paarden hield ‘ten dienste van den Coninck’.59 Deze koning is wellicht Filips de Schone, geboren in 1478 en sedert 1482 hertog van Bourgondië en heer van de Nederlandse gewesten, in werd hij 1504 koning van Castilië. De attestanten zijn waarschijnlijk óók
nakomelingen van deze Aem. Cornelis Lenertsz. was gehuwd met Maritge Jansdr., een zus van de eerste attestant Jan Jan Corsz. Hun ouders waren Jan Jan Cors de Oude en Maritge Jansdr., die weer een dochter was van Jan Heyndricksz., kleinzoon van Aem. De attestatie krijgt hierdoor de waarde van een familie-overlevering, die de basis geweest kan zijn van het
bovenstaande verhaal, waarin de paarden zo’n belangrijke rol spelen.
Uit STAMREEKS VAN DER BURCH (’t Woudt - Delft) door drs. P.C.J. van der Krogt en C. Hoek (Hogenda)
*Francois van der Burch was in 1621 burgemeester van Dordrecht. Hij onderzocht dit geslacht Van der Burch. De resultaten van zijn onderzoek legde hij tussen 1611 en 1616 vast in zijn 'Burch Stamboeck', waarin de bewijsstukken onder notarieel toezicht gekopieerd zijn.
Reeks 116: Zuiderent II
Zie voor de oudere generaties de reeks: Oudman
8. Irmentrud van Wetterau (van Gleiberg), erfgename van het graafschap Gleiberg, gelegen in Hessen (bij Giessen), overl. ca.1020. Zij tr. Frederik van Luxemburg, geb. ca. 960, Moezelgouw, (zoon van Siegfried van Luxemburg en Hedwig van de Nordgau), ovl. voor 06.10.1019. Graaf van Luxemburg (Lutzelburg) 998, graaf in de Moezelgouw en voogd van Stavelot.
9. Gisela van Luxemburg. Zij tr. Radulf van Aalst, ook bekend als Radulf van Gent, voogd van de sint Pietersabdij te Gent, ovl. na1052, vermeld 1031/34-1052.
10. Boudewijn 1 van Aalst, ridder, heer van Aalst, Waas, Drongen en Ruiselede. Hij tr. Oda. Boudewijn overleed 23/24.04.1082, vermeld 1046-1080, primor vir, ridder, voogd van de Sint Pietersabdij te Gent.
11. NN van Aalst. Zij tr. Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing, (zoon van Ingelbrecht III van Petegem en Mathilde), baro terre, voogd van de abdij van Cysoing, ovl. na 1135, vermeld 1080-1135. Vaandrig van de graaf van Vlaanderen, neemt in 1096 deel aan de Eerste Kruistocht (1095-1099).
Deze kruistocht liep via het verzamelpunt Constantinopel door Klein-Azie naar Jeruzalem, dat in 1099 werd ingenomen. De kruisvaarders stichtten het koninkrijk Jeruzalem, de graafschappen Edessa en Tripoli en het vorstendom Antiochie. Hun heerschappij in de Orient werd pas na bijna 200 jaar in 1291 met de val van Tripoli en Akko definitief beeindigd.
12. Jan I van Petegem en Cysoing, heer van Petegem en Cysoing. Hij tr. Petronella van Avesnes, (dochter van Wouter d'Oisy en Ida van Mortagne) ovl. na 1206, ze hertrouwt Rogier van Landas. Jan overleed voor 1154, is vermeld vanaf 1135. (Cysoing is een plaatsje bij Rijssel/Lille, Petegem ligt bij Oudenaarde).
13. Jan II van Cysoing, ridder (1182), heer van Petegem en Cysoing (1197). Hij tr. Mabelia van Guines, (dochter van Boudewijn van Guines en Christina van Ardres) ovl. na 1197. Jan overleed na1220, is vermeld 1177-1220. (Guines is een plaatsje bij Duinkerken).
14. Jan III van Cysoing, geb. ca. 1190, ridder (1218), heer van Cysoing en Petegem (1223). Hij tr. Maria van Bourghelles, voor oct. 1214, geb. ca. 1190, (dochter van Giselbrecht I van Bourghelles en Ermentrudis). Jan overleed na 1240. Vermeld 1207-1240. Pair van Vlaanderen. Het zeer aanzienlijke geslacht van Cysoing behoorde tot de vier ‘bers’ van Vlaanderen (Ned. Leeuw 1928 p297).
15. Catharina van Cysoing. Zij tr. Hendrik van Voorne, 1231, (zoon van Dirk van Voorne en Alveradis van Cuyck) burggraaf van Zeeland, ovl. (voor) 13.03.1259. Vermeld 1229-1259. Hij koopt 1247/56 van graaf Willem II de dijkzate van de inlaagdijk ten N. en O. van het latere Rotterdam.
16. Hildegonde van Voorne, overl. 05.04.1302, begr. Velsen, weduwe van Costijn van Renesse. Zij tr. Willem van Brederode, na 1270, (zoon van Dirk ‘Drossaard’ van Theylingen en Alverade van Heusden) heer van Brederode (1244), ridder (1251), ovl. 08.06.1285, begr. Velsen. Hij wordt 25 juni 1282 beleend met de gerechten van Goudriaan, Hardinxveld, Papendrecht, Peursum en Slingeland. Willem en zijn vrouw Hildegonde zijn begraven in de Brederodekapel van de Engelmunduskerk te Velsen. Op de zerk zijn beide personen afgebeeld.
17. Dirk van Brederode ‘de goede’, ridder, heer van Brederode (1285), baljuw van Kennemerland (1288). Hij tr. Maria van der Lecke, ca. 1290, geb. ca. 1272, (dochter van Hendrik II van der Lecke en Jutta van Borsele) ovl. 01.04.1307. Dirk overleed 16.08.1318, Reims. Trouwde (2) NN Herman van Woerdensdr. Hij overleed op de terugweg van een pelgrimstocht naar het Heilige Land, en werd in de Dominicanerkerk te Reims begraven.
18A. Catharina van Brederode, overl. 28.06.1372, begr. te Monster. Zij maakte in 1370 een testament en woonde toen te Rijnsburg. Zij tr. Jan I van Polanen, 1322/23, (zoon van Philips van Duivenvoorde en waarsch. Elisabeth van Vianen) ridder (1329), baljuw in Rijnland (1331), Woerden, Kennemerland en West-Friesland, ovl. 26.09.1342, begr. te Monster. Hij erfde van zijn vader de bezitting Polanen, gelegen onder Monster. Hertog Jan III van Brabant verpandt hem 1339 de heerlijkheid Breda, waarvan zijn (half-)broer Willem v. Duivenvoorde het vruchtgebruik had.
19A. Maria van Polanen. Zij tr. Gerrit (Gerard) van Heemstede, 16.05.1346, (dispensatie), (zoon van Reinier van Heemstede en Vrouwe Beatrise) ridder, heer van Heemstede, ovl. 1378-82. Maria kreeg in 1350 van haar oom Willem van Duivenvoorde 25 pond jaarlijks uit de tienden van Hazerswoude en werd 4 april 1357 beleend met land te Vlaardingen en Maasland, dat haar ook door deze oom was vermaakt (OV1983 p101). Zij huwde (1) Jan 1 burggraaf van Montfoort, die sneuvelde in de slag bij Warns 26 sept. 1345. Gerrit van Heemstede, vermeld 1344-1373, wordt 6/7 sept. 1345 beleend met het ambacht van Heemstede met recht van de ambachtsheren van Kennemerland, het huis aldaar en alle land erbij, zoals Reinier van Heemstede, zijn vader, het hield. Verder met het hoge gerecht binnen de uiterste gracht van het huis. Op 8 sept. 1358 lijftocht van Maria van Polanen, gehuwd met Gerrit van Heemstede, ridder, op het huis met toebehoren.
20A. Machteld van Heemstede (heer Gerritsdr). Zij tr. Dirk van Hodenpijl, (zoon van Jan van Hodenpijl en Aleid van der Made) ridder, heemraad van Delftland, rentmeester van Noord-Holland, ovl. mei/nov 1406, vermeld 1360-1406. Lijftocht voor Machteld van Dirk van Hodenpijl 1376 en 21-3-1384: ‘Dirk van Hodenpijl bij opdracht met lijftocht van Machteld, dochter van heer Gerard van Heemstede, zijn vrouw, op de mindere helft’. Hij was gegoed o.a. onder Maasland en te Rodenrijs, waar hij de woning tot Rodenrise in leen hield van Brederode. In 1398 moet Dirk van Hodenpijl, ridder, met zijn vijf gewapende mannen graaf Albert te hulp komen tegen de Friezen. Zijn zegel: geschuinbalkt van 6 stukken (1398).
Volgt generatie 21.
21. N.N. van Hodenpijl, ovl. na 1422, tr. Dirc van der Ho(e)rn / van den Ho(e)rn Heynricsz., overl. voor 8 mei 1457, hij tr. 2e Katrijn. Dirc van der (den) Ho(e)rn wordt in 1422 vermeld als koper van land en zijn weduwe Katrijn als verkoopster in 1457, 1464 en 1465.
Het wapen van Dirc van der Ho(e)rn - een hoekige dwarsbalk - is op de grafsteen van Aem Heynricxz. en Margriet Jan Symonsz.dr. in de kerk te 't Woudt als kwartierwapen afgebeeld. Zijn zoon Adriaen Dircxz. van der Ho(e)rn / van den Ho(e)rn, overl. 1484, veertigraad, schepen en burgemeester van Delft, zegelt met als wapen een hoekige dwarsbalk vergezeld boven rechts van een schelp; de wapenkaart der veertigraden van Delft van W. van der Lely en H. de Leth uit 1738 toont: in zilver een hoekige rode dwarsbalk (als Van Foreest) vergezeld boven rechts van een zwarte schelp.
In een afschrift van een oorkonde uit 1422 is sprake van een verkoop aan Dirc van der Hoorn: "ende noch heb ick vercoft anderhalff morgen landts gelegen in Hodenpijl gemengeder aerde ende gemeenre vuer met Dirck van den Hoorn voirs. ende met Jan van Hodenpijl zijnen zwager ende Cornelis Gijsbrechts wijff" (GA Delft, archief van het Oude en Nieuwe Gasthuis, nr. 517, fol. 65v).
Hieruit blijkt dat Dirck van den Hoorn een zwager Jan van Hodenpijl had (zwager waarschijnlijk in de zin van schoonbroer en niet in de betekenis van schoonzoon).
Op 8 okt. 1424 noemt "Willem die bastairt" Jan van Hodenpijl "minen zwagher" (NA, archief van het klooster St. Agatha te Delft, nr. 51). Deze bastaardzoon van graaf Willem VI uit het Beierse huis was voor 12 aug. 1416 gehuwd met Beatrijs van Hodenpijl (NA, archief van de graven van Holland, nr. 237, fol. 177), die door Jan's oudste zoon Dirck van Hodenpijl op 21 jan. 1427 als "mijnre moeyen van Hanneff" [= Haneffe ? Jan van Beieren was elect van Luik] wordt aangeduid (NA, archief van het klooster St. Agatha te Delft, nr. 51). Beatrijs van Hodenpijl / "van Hanneff" is na 28 dec. 1466 overleden (NA, archief van de abdij van Rijnsburg, nr. 528). Haar oudere zuster Maria (Marie) van Hodenpijl, ovl. na 26 mei 1456 (RA in Noord-Holland, archief van de abdij van Egmond, nr. 578), is voor 1 aug. 1401 gehuwd met Alfer van der Horst (NA, archief van de graven van Holland, nr. 228, fol. 426v-427, 427).
Jan van Hodenpijl, Maria (Marie) van Hodenpijl en Beatrijs van Hodenpijl / "van Hanneff" zijn kinderen van Dirc, heer van Hodenpijl, ridder, ovl. tussen 17 mei 1406 en 24 nov. 1406 (NA, archief van de graven van Holland, nr. 230, resp. fol. 24v-25 en fol. 30v); tr. voor 23 aug. 1376 (NA, archief van de graven van Holland, nr. 226, fol. 172) Machtelt van Heemstede, ovl. na 21 maart 1384 (NA, archief van de graven van Holland, nr. 66, fol. 2, nr. 226, fol. 212v).
Strikt genomen is er geen bewijs dat de Jan van Hodenpijl, die in 1422 als zwager wordt vermeld van Dirc van der Ho(e)rn, dezelfde is als de Jan van Hodenpijl, de broer van Maria en Beatrijs van Hodenpijl, kinderen van Dirk van Hodenpijl en Machteld van Heemstede.
Er is nog een Jan van Hodenpijl, de gelijknamige zoon van Jan, de broer van Maria en Beatrijs van Hodenpijl. Chronologisch ligt die echter wat later in de tijd.
Mede gezien het feit dat de oorkonde uit 1422, waarin Johan van Hodenpijl een zwager wordt genoemd van Dirck van den Hoorn, grond betreft van de familie Van Hodenpijl, lijkt het, hoewel niet uitsluitend bewezen, dat het hier één en dezelfde Jan van Hodenpijl betreft en daarmee Dirc van der Ho(e)rn een schoonzoon van Dirk van Hodenpijl (en Machteld van Heemstede).
22. Machtelt [Dircxdr. van der (den) Ho(e)rn], overl. na 18 juli 1465, begr. en memorie Delft Oude Kerk, tr. Jan Symonsz.[Heermans van Oegstgeest], overl. tussen 18 okt.1453 en 22 maart 1457, begr. ’t Woudt; tr. 1e Margriet N.N..
Uit het onderstaande blijken de (voor)namen van twee echtgenotes van Jan Symonsz en hun kinderen, waaronder zoon Pieter Janz en dochter Margriet Jansdr, die gehuwd was met Aem Hendriksz:
Het zusterhuis Sint Maria in Galilee te ’s-Gravenhage (NA, archief van het klooster St. Maria in Galilea te 's-Gravenhage, nr. 1, fol. 1-1v, 2; zie OV 46 (1991), p. 212)
3-3-1445 : Symon Jansz. en Margriet Jan Symonsdochter, gehuwd met Aem Heynrycxz., verklaren dat hun halfzuster Alijt, dochter van de eerste vrouw van hun vader, en hun zusters Alijt en Maritgen, dochters van diens tweede vrouw Machtelt, hun moeder, conventualen in het Sint Elisabeth convent in den Hage, zullen meedelen in de nalatenschap van hun vader en de 2 laatsten ook in die van hun moeder Machtelt. Bezegeld door Philips Huge Starckenz. en Garbrant Jacobsz. (inv.nr. 1, f. 2).
22-3-1457: Mater en convent van Sint Elysabettenklooster in den Hage ter eenre zijde en Machtelt, weduwe van Jan Symonsz., met haar zoon Symon Jansz., tevens als voogd van zijn broer en zuster Pieter en Machteld en als voogd van zijn zoon Claes, Aem Heynricxz. als voogd van zijn vrouw, Symon Symonsz. Als voogd van zijn vrouw, Gerijt Symonsz. en Danyel Claesz., haar kinderen, anderzijds scheiden de goederen van wijlen Jan Symonsz., omdat 3 van diens kinderen, n.1. Alijt en Maritge, waarvan moeder is Machtelt, en Alijt, waarvan moeder was Margriete, diens eerste vrouw, hier non zijn. De twee eersten zullen de 300 schilden in de boedel inbrengen, die zij in het klooster hadden ingebracht, de andere Alijt niet, omdat zij haar moeders erfenis aan het klooster heeft vermaakt. Voor hun vaderlijke erfenis krijgen zij tweederde - en eenderde deel van 4 morgen land bij Delf op die Scye, gemeen met Geryt Symonsz. na de dood van Oude Alyt komen hiervan 2 morgen aan de overige erfgenamen en na de dood van beide anderen ook de andere 2 morgen. Het convent ontvangt 14 pond hollands aan gereed geld, na de dood van Alijt de Oude komt hiervan 9 pond aan de erfgenamen en na de dood van Jonge Alijt en Maritgen nog 2½ pond hollands. Bezegeld door Willem van Swieten, procureur generaal van Hollant, en door Willem Ridder. Boven de acte: “van de kinder van ‘t Wout” (inv. nr. 1, f. 1).
Uit de belening van 27 mei 1477 (NA, archief van de Nassause Domeinraad 1581-1811 met retroacta vanaf de dertiende eeuw, nr. 7380, fol. 35v) blijkt dat Warmbout Willemsz. een leen van 7 hond land in het ambacht van Wateringen overdraagt aan Pieter Jansz., en dat dit bij diens eventueel kinderloos overlijden zal komen aan “Heynrick Aemsz. zijnre suster zoon”. Deze is een zoon van Aem Heynricxz. en Pieters zuster Margriet. Dit leen gaat op 4 nov. 1505 evenwel over op Jan Pietersz. upte Horen. Uit een andere belening van Jan Pietersz. op 9 dec. 1505 in NA, archief van de graven van Holland, nr. 723, Noordholland, fol. 63, blijkt dat die geschiedde “bij den doot van Pieter Jansz. zijnen vader”. Blijkens beide bronnen gaan de twee lenen op 1 resp. 8 juni 1551 na de dood van Jan Pietersz. over op diens zoon Bartelmee(u)s Jansz.
De omvangrijke nakomelingschap van Pieter Jansz., waaronder Mees Jansz. upte Hoorn en de kinderen van Oude Willem Pietersz. (generatienummer 24), waarbij ook diens schoonzoon Vranck Joostenz. (generatienummer 25) genoemd wordt, blijkt uit:
GA Delft, oud-archief van de gemeente Rijswijk, nr. 528, fol.123-123v (de eerste van twee opeenvolgende fol. 123:
Op 10 febr. 1569 comp. voor Jonge Pouwels Claesz. Verspeck en Joris Lourisz., gezworenen van Rijswijk Cornelis Harmansz. van Naerden, gemachtigd door de gezamenljke erfgenamen van Wonnitgen Pietersdr. volgens geïnsereerde akte van procuratie d.d. 23 juni 1568, gepasseerd voor notaris Hijnrick Jansz. Scoenola(?)
Lenaert Willemsz., won. opte Hoorn, voor zichzelf en vervangende Vranck Joosten te Delfgau, Mees Jansz. opte Hoorn en Jan Claesz. van de Souteveen,
item Neeltgen Jansdr., wede van Claes Jeroensz. te Delft,
item Pieter Jansz. in Papsou en Jan Dammisz. in Papsou,
voor zichzelf en vervangende de kindskinderen van Trijn Jansdr.,
item Adriaen Jacopsz. Bruyser als [voogd] van die kinderen van Marritgen Jansdr.,
Jonge Heijn Cors upt Wout als man en voogd van Trijntgen Willemsdr.,
Jan Pouwelsz. [=Pietersz.] Groenevelt als man en voogd van Neeltgen Willemsdr.,
Adriaen Willemsz. te Waeteringe,
en Jan Willemsz. opte Hoorn,
kinderen van Ouwe Willem Pietersz.
vervangende Anna Willemsdr. en Grietgen Pieter Willemsdr. en Jan Willem Bras,
Pieter Willemsz. cuijper, voor zichzelf en vervangende Marritgen Willemsdr., zijn zuster, en Arent Willemsz., zijn broeder, uiytlandige, die nog zegt te leven, de kinderen van Jonge Willem Pietersz.,
item Pieter Claesz. opt Wout,
Dirck Dircxen van Santen man en voogd van Trijntgen Claesdr., en Cornelis Cornelisz. van tWout, man en voogd van Marritgen Claesdr., kinderen van Claes Pietersz.,
item Jan van Beest Cornelisz., man en voogd van Marritgen Cornelisdr., Martijn Doncker, man en voogd van Aeltyen Cornelisdr., Thielman Willemsz., man en voogd van Aryaentgen Cornelisdr., zijn zwagers, en
Caterijntgen en Elysabeth, kinderen van Trijntgen Corssendr., die een dochter was van Machtelt Pietersdr.,
item voors. Lenaert Willemsz., vervangende Pieter Allertsz. van Rotterdam, zoon van wijlen
Margriet Pietersdr., en de kinderen van Marritgen Jansdr. en Trijntgen Jansdr., allen erfgenamen van Wonnitgen Pietersdr., in haar leven gewoond hebbende binnen Delft, machtigen Cornelis Harmansz. van Naerden, won. te Delft, waarbrieven te passeren van 2 morgen land in Rijswijk en een gedeelte van een woning in voors. ambacht, welke Cornelis Jansz. Buijs eertijds placht te gebruiken en door hen comparanten verkocht was aan een Jan Harricxen, enz.
Machtelt [Dircxdr. van der (den) Ho(e)rn] moet overleden zijn na 18 juli 1465, zoals blijkt uit NA, archief van het klooster St. Agatha te Delft, inv. nr. 134:
Regest 298 d.d. 18 juli 1465:
Machtelt Jan Symonsz. wed. verkoopt aan Pieter Gerytsz. 3 morgen land vermeld in de brief d.d. 18 okt. 1453, waardoor deze gestoken is.
Uit hetzelfde inv.nr. blijkt ook nog het volgende:
Regest 269 d.d. 18 okt. 1453:
Pieter Jansz. verkoopt aan Jan Symonsz., zijn neef, 3 morgen land, gelegen in het Wout ambacht op de Harnas.
Machteld, Jan Symonsz’ echtgenote, is begraven in de Oude Kerk te Delft, zoals blijkt uit GA Delft, archieven van de parochiekerken 1348-1572, nr. 16, pag. 5 (zie ook OV 42 (1987) p. 254, en OV 49 (1994), p. 389, die met de bron vergeleken zijn).
De vader van Margriet Jan Symonsz.dr. (en dus ook van Pieter Jansz), echtgenote van Aem Heynricxz., blijkt niet alleen uit bijv het “Het zusterhuis Sint Maria in Galilee te ’s-Gravenhage”, maar ook uit het opschrift van de grafsteen van Margriet en haar man Aem Heynricsz in de kerk te 't Woudt. Het wapen van Jan Symonsz. - twee verticaal geplaatste, afgewende zalmen - is op de grafsteen als kwartierwapen afgebeeld; zie ook generatienummer 24.
Kinderen o.m.:
Pieter, volgt Reeks 178
Margriet, volgt hierna
23. Margriet Jan Sijmensdr., overl. 31.07.1479, begraven in 't Woudt (in de kerk). Zij tr. Aem Heijndricksz opt Wout (van den Burch), voor 07.03.1445, geb. ca. 1419, (zoon van Heijndrick Aemsz en Catharina IJsbrant Dirxcznsdr) ovl. 03.04.1505. Leenman van de hofstede van de Wateringen 1440 en 1468, Lek en Polanen 1440, Hontshol 1462, grafelijk leenman 1473. Schout van Hof van Delft en Vrijenban (voor 1490), gezworene van Hof van Delft 1494. Stichtte in 1481 met zijn broer Arent Tou Heijndricksz. een vicarie in de Oude Kerk te Delft op het altaar van St. Crispijn en St. Crispiaan (wilsbeschikking van hun moeder Catharina), onder verband van land te Zouteveen en Ketel. Begraven in 't Woudt (in de kerk) onder een zerk met vier kwartierwapens. Aems nakomelingen nemen de naam van den Burch aan en het wapen met de gewelfde rechter schuinbalk.
Tekst bij een prent in Kok's vaderlands woordenboek: ‘Aem van der Burch een rijk landman van 't dorp Woudt, vader van 12 volwassen zoonen, biedt dezelve den grave van Holland aan’. Deze graaf zou volgens de overlevering Philips van Bourgondie geweest zijn, van wie Aem het begevingsrecht (om pastoors te mogen benoemen) voor 't Woud zou hebben ontvangen.
In de kerk van 'tWoudt ligt een grafzerk met het opschrift:
"Hier leyt begraven Aem Heinricksz. starf Ao XVcV derde dach in April, ende Margriet zyn wyf starf Ao XIIIIcLXXIX den leste dach in Julio" binnen dit omgaande opschrift vervolgens nog "bid voor die zielen, ende Jan Symonsz. haer vader"
Hieruit blijkt dat Aem Heinricksz. (Van der Burch) op 3 april 1505 is overleden en zijn vrouw Margriet Jan Symonsz.dr. op 31 juli 1479.
In de linker bovenhoek het wapen Van der Burch: een rode schuinbalk op een geel veld.
Vroeger was dit ingekleurd: zie GA Delft; familiearchief Van der Burch, inv.nr. 1.
Repertorium op de lenen van de Hofstad Watering.
NA Archief van de Nassause Domeinraad. Toegangsnr. 3.01.03, inv.nr. 6525, folio 324-427.
7b. De helft van 4 morgen 1 1/2 hond land.
..-..-1440 Aem Heynricxz. (op 't Wout)
17- 3-1506 Heynrick Aemsz.
..-..-1531 Jan Heynrick Aemsz. op 't Wout.
24. Heynrick Aemsz. van der Burch, geb. voor 11-2-1462, leenman van de Lek en Polanen 9-3-1506, van de Hofstad van der Wateringe 17-3-1506, bezit huis aan het Suyteynde (Oude Delft) te Delft, overl. Delft 5-11-1531, begr. ald. (Oude Kerk, eigen graf), huwt verm. 2e Geertruy Beukelsdr. van Santen, huwt verm. 3e Aefgen Willemsdr. (‘Aeftgen Willemsdr., Heynric Aemsz. Weduwe van Dijxhoren’ bezit een graf in de Oude Kerk te Delft, waarin 1463 Katrijn, wed. van Heynric Aemsz. werd begraven), huwt verm. 1e N.N.
Deze passage met betrekking tot de vermeende derde echtgenote Aefgen Willemsdr. lijkt geïnspireerd te zijn door het artikel "Stamreeks Van der Burch ( 't Woudt - Delft)" van P.C.J. van der Krogt en C. Hoek in Hollandse stam- en naamreeksen, 1988, waar op p. 42 vermeldt wordt dat Katrijn, de weduwe van Heynric Aemsz. - bedoeld is de grootmoeder van Heynrick Aemsz. van der Burch - "begr. Oude Kerk 1463" was, en op p. 48-49 een beschouwing over Aefgen Willemsdr. ten beste wordt gegeven, waarin zij aanvankelijk als vermoedelijk eerste vrouw en vervolgens als mogelijk derde en laatste vrouw van Heynrick Aemsz. van der Burch wordt aangeduid - het laatste natuurlijk omdat zij in het grafboek als diens weduwe wordt vermeld.
Dit alles klopt echter niet. Heynrick Aemsz. van der Burch (daargelaten of hij de familienaam zelf gevoerd heeft) is waarschijnlijk twee keer getrouwd: tr. 1e N.N., tr. 2e Geertruyt Beuckelsdr. (uit het Delftse geslacht Van Santen).
Uit controle van de inschrijvingen betreffende Aefgen Willemsdr. in twee grafboeken van de Oude Kerk te Delft blijkt nergens dat zij in het zelfde graf als Katrijn Heynric Aemsz. weduwe uit 1463 werd begraven. De inschrijvingen van Aefgen Willemsdr. zijn evident vijftiende-eeuws (vgl. Ons Voorgeslacht, jg. 49 (1994), p. 174, 177, 206). Zij kan dus niet de weduwe van Heynrick Aemsz. van der Burch, die in 1531 overleed, geweest zijn, terwijl haar vermelding als weduwe de mogelijkheid uitsluit dat zij diens eerste vrouw geweest is.
De vijftiende-eeuwse inschrijvingen luiden resp. "Aeftgen Willemsdochter Heynrick Aemsz[oon]s weedwy van Dijxhoren" (GA Delft, archieven van de parochiekerken 1348-1572, nr. 64, fol. 44v) en "Aefgen Willemsdochter Heynryck Aemsz. wedewy van Dijxhoren" (GA Delft, archieven van de parochiekerken 1348-1572, nr. 65, pag. 42). Zij hebben geen betrekking op de laatste echtgenote van Heynrick Aemsz. van der Burch, zoals in Abraham Ferwerda, Adelijk en aanzienelijk wapen-boek van de Zeven Provincien, waar bij gevoegt is een groot aantal genealogien van voornaame adelijke en aanzienelijke familien, tweede stuk 1763, genealogie van het geslagte van Van der Burgh, resp. Abraham Ferwerda, Nederlandsch geslacht- stam- en wapen-boek, waarin voorkomen de voornaamste adelijke en aanzienlijke familiën, in de Zeven Vereenigde Provinciën, dl. 1, 1785, stamlijst van het geslagte van Van der Burgh, is verondersteld.
Aefgen Willemsdr. was misschien de weduwe van een andere Heynrick Aemsz., overleden tussen 11 juli 1455 en 2 dec. 1482, zoon van Adam Pietersz. en kleinzoon van Pieter Arent Touwez. (NA, archief van de Nassause Domeinraad 1581-1811 met retroacta vanaf de dertiende eeuw, nr. 7380, fol. 77v).
Hiermee is – naar verhoopt - na 2½ eeuw een eind gekomen aan het gegis aangaande Aefgen Willemsdr.
(vriendelijke mededeling van de heer J.F.Jacobs)
Kinderen o.a.:
Jacob
Jan, volgt Reeks 138
*
Jan Heynricxz Aems van der Burch, geboren ca 1490, 1531/1540 leen land te Wateringen/overleden 21 mei 1544 't Woudt, woonplaats: op 't Woudt
*van 1532 vermeld als eigenaar van land in Hof van Delft
De westzijde: De hoefslag van Hovenhoeren
Jan Heynricxz. op ‘t Wout 4½ hond land, door hem gekocht van Ariaen Oedziersz.; 2½ hond, geërfd van zijn grootvader Aem Heynricxz.; 1 morgen, geërfd van zijn vader Heynrick Aemsz
De hoefslag van de Poeldijck:
Meester Dammas, priester, 1½ hond land, Jan Heyndricksz. te Rijswijk 1½ hond, Cornelis Heynricksz. opte Schie 1½ hond, Jan Heynricksz. op ‘t Wout 1½ hond, geërfd van hun grootmoeder Maritgen, vrouw of weduwe van Jan Woutersz. omstreeks 1-11-1531 (de eerste 3 personen b, de vierde i)
NB: Jan Heynricks op 't Wout is vermoedelijk de echtgenoot van de kleindochter van Maritgen
1532: De hoefslag van Voer-Dichoern:
Jan Heynricxz. 2½ morgen land, nog geen jaar geleden geërfd van zijn vader (i)
1546: De hoefslag van Hoevenhoeren:
Adam Claesz. 8 morgen 1½ hond; idem noch van de weduwe van Jan Heijnricxz., 10½ hond
*van 1531 tot 1540 leen land te Wateringen:
De helft van 4 morgen 1½ hond land, strekkende van de Zwette noordwaarts.
..-.-14..: Heynric Adamsz., vermeld op 20-10-1431 (6525, fol. 332).
..-.-1440: Aem Heynricxz. (op ’t Wout).
17-3-1506: Heynrick Aemsz.
..-.-1531: Jan Heynrick Aemsz. op ’t Wout.
..-.-1540: Vranck Jacop Cornelisz. na overdracht door Jan Heynrick Aemsz.
*
REEKS 138
NB: Het ontbreekt deze reeks aan afdoende bewijsvoering. Aanhaken op deze, of van deze reeks afgeleide reeksen kan alleen als men alle generaties/filiaties van deze reeks(en) waarop men aansluit en die deel uitmaken van de afstammingslijn ook voorziet van uitsluitende bewijsvoering.
25. Jan Heynricxz.van der Burch, woont op 't Woudt, leenman van de Hofstad "van der Wateringe" 1531, bezit diverse percelen hofland onder het Hof van Delft 1532, overl. 21-5-1544, begr. 't Woudt.
26. Marritgen Jansdr., [vandenBurch] overl. tussen 1565 en 13-10-1588, huwt Jan Jansz. Cors den Ouden, woont Ambacht Woudharnasch "op 't Woudt", bezit land onder Hof van Delft ca. 1-11-1531 e.v., borg 1-3-1555, test. Delft 13-10-1588, overl. voor 18-5-1591.
27. Maritgen Jansdr., overl. voor 12-6-1636, huwt 1e voor 1572 Willem van der Meer, huwt 2e voor 18.5.1591 Cornelis Lenaertszn. [van Dorp], op 2-5-1630 oud omtrent 78 jaar, bouwman onder Woudharnasch "op 't Woud", gezworene ald., leenman van de Binckhorst 5-1-1587, koopt woning met inboedel en land 9-1-1606, verkoopt deze goederen 28-10-1617, overl. tussen 24-1-1632 en 20-3-1633. Kinderen: Leendert, Leentje, Maritgen
Maak jouw eigen website met JouwWeb