'

Onderzocht omdat:

op 20.06.1548 Claes Rochusz borg voor de helft is voor Willem Danielsz, mijn voorouder

op 16.12.1569 De voogden Claes Rochusz en Pieter Thijsz doen rekening voor de kinderen Maritgen en Belye, weeskinderen van wijlen Willem Danielsz en Dirck Nannendr

op 07.02.1600 Pieter en Maerten Claes Rochusz-nen, schippers, voogden zijn over de kinderen van Dirck Thomasz, schipper van het karveelschip De Eenhoorn, overleden, en Inge Claesdr , mijn voorouders         

 

                                                   *FAMILIE CLAES ROCHUSZ

 

ROCHUS JANSZ - SCRIENMAKERSSTEECH

Rochus Jansz, waarschijnlijk de vader van Claes Rochusz

 

*
Giftboek Rotterdam - 6-11-1540 (130) Rochus Jansz. gga Jorys Joosten cup huis en erf op de Achterwech, Cornelis Ziersz. NZ en Zier Jansz. die Vleyschouwer (Gerijt Huygensz. die Vleyshouwers weduwe - doorgehaald) ZZ. Voor uit de Buttersloot tot achter aan Cornelis Meesz. den Boer. Bezwaard met 3 kgld rente. Waarborg Rochus Jansz. met huis en erf in de Scrienmakerssteech, Marritgen Willems weduwe NZ en Symon Thonisz. ZZ

Giftboek Rotterdam - 26-4-1544 (313) Rochus Jansz. gga Lodewijck Dircxz. huis en erf met een poort aan de NZ, in de Scrienwerckersstege, Maritgen Kelts NZ en de huizinge toebehorend hebbende wijlen Symon Thonisz. ZZ. Voor van de halve straat tot achter in de Zijl. Bezwaard met 15 sts per jaar. Waarborg Rochus met huis mede aldaar, Cornelis die Bergenaer ZZ en Huych Maertensz. NZ

17-4-1545 Rochus Jansz. debit Jan Claesz. 37 kgld. 10 sts., te betalen in 2 jaartermijnen van elk de helft, inzake de ruil van een hodeschip. Waarborg dit schip. Borg Jan Voppenz. voor de helft en Heyn Cornelisz. schipper voor de helft. Vsz. Rochus waarborgt het hoedeschip dat Jan Claesz. in ruil gekregen heeft als een vrij schip. Borg. Lysbeth Pieter vleyshouder onder verband van al haar goed

12-8-1546 Claes Rochusz. debit Jan Voppez. 198 kgld., te betalen in jaartermijnen van 47 kgld. Waarborg huis en erf in de Hooftstege, Thomas die messemaker zz en Cornelis Jacobsz. nz. Borg Rochus Jansz. voor de helft met huis en erf in de Scrienwerckerssteech, Cornelis de Bergenaer zz en Jacob Jacobsz. nz. En Jan de Wit voor de helft met hee op de Middeldam, Zier Jansz. wz. en Gerijt Jansz. Oz

9-10-1546 Rochus Jansz. debit Jan Henricksz. en Daniel Hendricxz. van der Scheer 132 kgld., te betalen in jaartermijnen van 12 gld. Waarborg huis en erf in de Scrienmakersstege, Cornelis de Bergenaer zz en Jacob Jacobsz. nz. 

Giftboek Rotterdam - 9-10-1546: Pieter de Vries en Cornelis Cuperus als voogden van Hendrick van der Schoer’s weeskinderen gga Rochus Jansz. Huis en erf in de Scrienmaeckerssteech, Cornelis den Bergenaer zz, Jacob Jacobsz. Foye nz. Van de halve straat tot in de Zijlsloot. Vrij en onbelast. Waarborg al het goed van de kinderen.

Giftboek Rotterdam - 22-12-1546: Willempgen Stevensdr. gga Huych Mertensz. Huis en erf in het Westvierendeel in de Scrienmackerssteech, (Floris Willemsz. - doorgehaald) Ael Sus nz. en Rochus Jansz. zz. Vrij en onbelast. Waarborg de oude giftebrief.

Schuldboek Rotterdam
(12) 22-12-1546 Huych Maertensz. debit Willemtgen Stevensdr. 90 kgld., te betalen Sint Maerten a.s. 12 kgld. en volgende jaren gelijke som. Waarborg hee in het Westvierendeel waartoe het geld dient, Ael Sus nz en Rochus Jansz. zz.

23-12-1546 Jacob Foye debit Huych Maertensz. 180 kgld. en volgende jaren gelijke som. Waarborg huis en erf in de Scrienmakerssteech waartoe het geld dient, Ael Zus nz en Rochus Jansz. zz. En nog op huis en erf in het Westnyeulant, Dirck Cornelisz. oz en heer Jacob Vaen wz.

(102) 20-6-1548 Claes Rochusz. debit Fop Euwoutsz. 138 kgld., te betalen Sint Jansmis te Midzomer 24-6) 1549 30 kgld. en volgende jaren gelijke som, wegens een “hodescip” op waterrecht. Borgen Rochus Jansz. en Jan Cornelisz. scoemaker op gelijk recht

20-7-1549 Rochus Jacobsz. als koopman en Ghijsbrecht Huygez. en Adriaen Jansz. als borgen schuldig samen en ieder voor zich Gerijt Cornelisz. c.s. 400 kgld., 1 ton vis en 1 ton haring, wegens levering van een nieuw buiskarveelschip. Te betalen de helft Sint Maerten in de Winter (11-11) a.s. en de helft 1 jaar later. Waarborg vsz. schip met alle toebehoren en al hun goed onder verband van waterrecht

Giftboek Rotterdam - 82 12-5-1557: Joosgen de weduwe van Jacob Adriaensz. Val gga Heynrick Jaspersz. een huis en erf in de Vogelensang op de stinksloot, Rochus Jansz. zz en de schuur van de erfgenamen van Pieter Willemsz. brouwer nz. Bezwaard met 1 kgld. per jaar. Waarborg haar huis en erf in het Oestvierendeel, Harman Heynricxz. oz en de buursteeg wz

 


I 1. VRANCK SCHREVELSZ/CLAES ROCHUSZ, schipper en NN/JORISGEN GERRITSDR
Claes Rochusz, geboren ca 1520, overleden voor 01.03.1591, zoon van Rochus
1546 Claes Rochusz, woont Hooftstege, (misschien) zijn vader Rochus Jansz woont Scrienwerckerssteech
1548 Claes Rochusz, borg Rochus Jansz, Jan Cornelisz schoemaker
1551 Claes Rochusz is borg voor Willem Danielsz
1569 Claes Rochusz en Pieter Thijs voogd voor Maritgen en Belye Willems, dr van wijlen Willem Daniels en Nanne Dircks

 

x (2) 02.11.1586 te Rotterdam, ned.geref, Claes Rochusz, wed. opt Steijger en Jorisken Gerrits, wed van Vranck Schrevelsz, schipper van Rotterdam p FS 40
kinderen
             Maerten Claes Rochus          >2 LYSBETH HENRICXDR VAN HENGELL
ca 1555 Pieter Claes Rochus              >3 MARTIJNTGE BOUWENS
            Aeltgen Claes Rochus            >1a FRANS JANSZ PATIJN, capiteyn
            Lijsbeth Claes Rochus           >1b PIETER CLAESZ REUS, schipper

Kinderen van Vranck Schrevelsz en Jorisgen Gerritsdr
Marijtge Vrancken (dochter Elsgen Hermans)
Pietertge Vrancken

 

*
Schuldboek Rotterdam 12-8-1546 Claes Rochusz. debit Jan Voppez. 198 kgld., te betalen in jaartermijnen van 47 kgld. Waarborg huis en erf in de Hooftstege, Thomas die messemaker zz en Cornelis Jacobsz. nz. Borg Rochus Jansz. voor de helft met huis en erf in de Scrienwerckerssteech, Cornelis de Bergenaer zz en Jacob Jacobsz. nz. En Jan de Wit voor de helft met huis de wit op de Middeldam, Zier Jansz. wz. en Gerijt Jansz. oz.

Schuldboek Rotterdam (102) 20-6-1548 Claes Rochusz. debit Fop Euwoutsz. 138 kgld., te betalen Sint Jansmis te Midzomer 24-6) 1549 30 kgld. en volgende jaren gelijke som, wegens een “hodescip” op waterrecht. Borgen Rochus Jansz. en Jan Cornelisz. scoemaker op gelijk recht.

20-6-1548 Willem Danielsz. belooft te waren en te vrijen een “hoedescip”, dat hij verkocht heeft Jan van Mechelen, voor alle havens, stromen, wateren, enz. als een vrij onbezwaard schip onder verband van al zijn goed. Borg voor de helft Henrick Cornelisz. en voor de helft Claes Rochusz

Giftboek Rotterdam 87. 9-2-1549: Cornelis Gerytsz. en Cornelis Jacobsz., vervangende nog de andere erfgenamen van Geryt Wiggersz. en Machtelt zijn huisvrouw, gga Heyl Maertens huis en erf in het Papensteechgen, Claes Maertensz. oz en Jan Euwoutsz. wz, strekk. van de straat tot aan Jan Huygen erf, met een privaat tegen diens erf. Belast met 15 sts. per jaar. Waarborg Cornelis Gerytsz. voor de helft met hee in de Nupoort, Cornelis Wolfertsz. zz en de verwerye nz. En Cornelis Jacobsz. voor de andere helft met huis en erf in de Hooftsteech Adriaen mandemaker nz en Claes Rochusz. zz.

Giftboek Rotterdam 89. 27-2-1549: Cornelis Jacobsz. gga Govert Dircxz. Thoen huis en erf achter de Rijstuijn bij de draaibrug, Maerten Michielsz. oz en Cornelis Gerytsz. wz, strekk. van de halve straat tot aan Govert Dircxz.? loods. Belast met 56 sts. per jaar. Waarborg Cornelis Jacobsz. met zijn huis in de Hooftsteech, Claes Rochusz. zz, Arien Cornelisz. nz.

Giftboek Rotterdam 166. 27-8-1550: Cornelie Daniel van de Landedr. gga Claes Rochusz. huis en erf in de Scrienmakerssteech, Jan Speck zz en Jacob Jacobsz. Foye nz, strekk. van de halve steeg tot in de zijl. Vrij en onbelast ten dage van de verkoping. Waarborg op al haar goed.

Giftboek Rotterdam 27-1-1551: Jan Pietersz. gga Jacob Adriaensz. huis en erf in de Scrienmakersstraet, Willem Wolbrantsz. nz en Huych Jansz. zz, strekk. van de halve straat tot in de zijl. Belast met 15 sts. per jaar. Waarborg op zijn hee aldaar, Claes Rochusz. nz en Joest Claesz. Zz

Schuldboek Rotterdam - 3-2-1551 Cornelis Cornelisz. debit Dirck Jansz. Prijs van Sint Geertruijdenberch 240 kgld. inzake de mangeling van een “hoedescip” met toebehoren. Te betalen 36 kgld. pasen a.s. en nog 3 jaren d.a.v. elk jaar 1/3 part van de rest. Borg Arien Cornelisz. en Claes Rochusz. als op waterrecht.

Giftboek Rotterdam - 8-7-1551: Claes Rochusz. gga Euwout Adriaensz. huis en erf in de Hooftsteech, Cornelis Jacobsz. nz en Thomas Jansz. zz, strekk. van de halve straat tot aan Cornelis Vlommen erf. Belast met 37½ st. per jaar. Waarborg Jan de Wit scoemaker met huis en erf in de Middeldam, mr. Jacob Gerytsz. oz en Zyer de vleyschouwer wz.

Schuldboek Rotterdam - (189v) 8-7-1551 Euwout Ariensz. debit Claes Rochusz. 252 kgld., te betalen met 24 kgld. per jaar m.i.v. mei 1552. Waarborg huis en erf in de Hooftsteech, Cornelis Jacobsz. wz, Thomas Jansz. zz. Borg Arien Dircxz. onder verband van zijn huis in de Molensteech, Job Ghijsbrechtsz. oz en Droncken Floertgen wz.

(199) 2-10-1551 Cornelis Joestenz. debit Daem Willemsz. 376 kgld., te betalen Bamisdage (1-10) 1552 18 kgld. en volgende jaren gelijke som. Waarborg hee in de Nupoort Cornelis Jansz. nz en Jan Joestenz. zz. Borg Henrick Cornelisz. voor de helft met huis en erf in de Bagijnestraet, Augustijn Claesz. oz en Reyer Cornelisz.’s weduwe wz. En Quirijn Dircxz. voor de helft met huis en erf in de Nupoort, Willem Thijsz. nz en Cornelis Jacobsz. zz.

Giftboek Rotterdam - 216. 16-12-1551: Heynrick Cornelisz. de Vlieger gga mr. Claes Heynricksz. cirurgijn huis en erf in de Hooftstraet, Quirijn de kouckebacker zz en Gillis Adriaensz. nz, strekk. van de halve straat tot aan Quirijn’s erf. Belast met 3 kgld. 15 sts. per jaar. Waarborg Claes Rochusz. met huis en erf in de Scrienmakerssteech, Jan Specck zz en Jonge Jacob Foye nz.

Giftboek Rotterdam 13-6-1554: Claes Rochusz. constitueert zich als waarborggever van het huis van Lange Joost, onder verband van zijn huis en erf in de Scrijnmakerssteech, Jonge Jacob Foij nz en Jan Speckgen zz.

Giftboek Rotterdam - 339. 15-2-1555: Geryt Jansz. v.h.z. en samen met Adriaen Joosten als voogden van Joost Claesz.’s weeskinderen voor de helft en Adriaen Henricxz. als man en voogd van Catharina Aertsdr., eertijds weduwe van vsz. Joost Claesz. voor de andere helft, gga Jan Jansz. en Cornelis Cornelisz. een huis met timmerwerf, gereserveerd het erfpachtrecht van de stad, zoals Joost Claesz. dat bezeten en gebruikt heeft, buiten de Hooftpoort aan de wz van de haven, Adriaen Hillebaernt nz en de stede zz, strekk. uit het diepe van de haven tot achter aan het rietveld. Belast met 1 pond Vlaams per jaar, waartegen de stad het erf heeft uitgegeven in erfpacht. Waarborg Claes Rochusz. met huis en erf in de Molensteech, Jonge Jacob Foije nz en Jan Speckgen zz.

Rotterdam, 10e penning 1553/4
Item daer naer ten tweesten hebben die voirsegde tauxateurs begonnen van de Corenmarct aff aen de zuytzijde vande Hoichstraet oestwaerts aen totte Oestpoirte toe.
Willem Danielssoon 18 £ Huur- of pachtgoederen
De Molensteech met de Scrienwerckers Straet met die zuytzyde van Jan Ceelen huysen nu nyen getimmert ende weder voir die zyl an die havencant daer die Oude bregge plach te leggen.
Nanne Philips. pauper.
Claes Rochuszn. Pauper

Renteboek Rotterdam - fo. 24 - 4-3-1557: Jan Pietersz. steenplaatser deb. de weeskinderen van Jan Jacobsz. backer za.ged. 3 kgld. 15 sts. per jaar, verz. op zijn huis en erf in de Schrijnwerckerssteech, Anna de wed. van Joost Claesz. Moije zz en Claes Rochusz. nz, strekk. van de halve straat tot achter in de Zijl. Reeds bezwaard met 2 kgld. per jaar.

Giftboek Rotterdam - 113 5-2-1558: Claes Rochusz. en Joost Jorisz. met procuratie van Pieter Jorisz. cuyper gga Willem Cornelisz. Muylwijck een huis en erf in de Lombartstraet, Meyns Cattendijck nz en de buursteeg zz, strekk. van de halve straat tot achter aan de schuur van Meyns vsz. Bezwaard met 6 pond holl. rente en 5 grote per jaar, waarvan Geryt de smidt en Huybreeht patijnmaecker of de bewoners van hun huizen ieder 1 groot betalen. Waarborg Claes vsz. met huis en erf in de Scryenmakersstraet, Jacob Foyen nz en Jan Speek steenplaetser zz, Joost vsz. met hee op de Aftewech, Goessen Pietersz. zz en Huych Jacobsz. nz

124 20-2-1559: Theeu Symonsz. en Jan Symonsz. gga Vranck Screvelsz. een huis en erf op de Spoeyevaert, Cornelis Jansz. leydecker nz en mr. Feijs Jansz. zz, strekk. uit de vaart tot achter aan de erven van Cornelis Florisz. en Kers Adriaensz. Bezwaard met 3 kgld. 9 sts. per jaar. Waarborg Theeu Symonsz. met hee op de vaart, Pieter Dircxz. nz en Pouwels Huybrechtsz. zz. en Jan Symonsz. met huis en erf op de stadtboom, Adryaen Heyndricxz. oz en Steven Govertsz. wz.

Rotterdam, 10e penning 1561
Op 1-7-1562 getaxeerd: De Molensteech met de Scrynmaeckerssteech en de zuidzijde (van het Hang) met de huizen van Jan Seel en weer van de Zijl aan de havenkant langs tot op het Marctvelt
Nanne Philipsz. 7£ 14sc
Jan Cornelisz. 9£ 18sc
Claes Rochusz. 6£ nihil
Op 22-6-1562 getaxeerd: De zuidzijde van de Hoochstraet van de Nyeuwe Coornmaerct off tot die Oude Vischmaerct toe.
Gerrit Cornelisz., verh. Willem Danielsz. voor en achter 40£ 4£

Renteboek Rotterdam - fo. 90 - 9-6-1563: Cornelis Jacobsz. Foije deb. Jacob Gerritsz. Foije zijn vader 30 sts. per jaar, verz. op zijn huis en erf in de Schrienmaeckerssteech, Claes Rochusz. zz en Claes Jansz. nz. Voordien vrij en onbelast

Renteboek Rotterdam 16.06.1564 16-6-1564: Aeff Symonsdr. wed. van Aelbrecht Foppenz. die Vries, met Claes Rochusz. als haar gekozen voogd in deze, deb. Lenert en Dirick Allertszonen 3 kgld. per jaar, verz. op haar huis en erf in de Oestwaegenstraet oz, Jan Pietersz. Kivit nz en Aechte IJsbrants zz, strekk. van de halve straat tot achter in de sloot. Reeds bezwaard met 39 sts. en 6 penn. holl. per jaar. (Geroyeerd als zijnde afgelost en betaald op 1612-1658 als getekend door Jochum Gijsbertsz.)

Renteboek Rotterdam - fo. 176 - 4-10-1568: Maerten Adriaensz. zeylmaecker deb. Goeswijn Adriaensz. van der Groenhoudt 12 kgld. per jaar, verz. op zijn huis en erf in het Oestvierendeel buitendijks, Cornelis Jansz. backer voor en Claes Rochusz. achter wz en de Oude Coornmarct of Donckersluijs oz, strekk. van de halve straat tot achter in de haven. Voordien vrij en onbelast

16-12-1569 (fol. 87) Maritgen en Belye, weeskinderen van wijlen Willem Danielsz. en Dirck Nannendr.
16-12-1569: De voogden Claes Rochusz. en Pieter Thijsz. doen in tegenwoordigheid van de weeskinderen hun rekening, welke door die kinderen wordt goedgekeurd. Hieruit blijkt dat Willem Danielsz. een schip had geërfd van Adriaen die Looteringer, van Dordrecht. Het saldo bedraagt 9 stuivers.
- - Weeskamer Rotterdam 888 582/87 16-12-1569
Willem Danielsz. (overleden) Dirck Nannendr Kinderen: Maritgen (mondig 1569), Belye (mondig 1569)
(fol. 87) Maritgen en Belye, weeskinderen van wijlen Willem Danielsz. en Dirck Nannendr. 16-12-1569: De voogden Claes Rochusz. en Pieter Thijsz. (smit?) doen in tegenwoordigheid van de weeskinderen hun rekening, welke door die kinderen wordt goedgekeurd. Hieruit blijkt dat Willem Danielsz. een schip had geërfd van Adriaen die Looteringer, van Dordrecht. Het saldo bedraagt 9 stuivers.

- - Renteboek Rotterdam fo. 213 - 7-2-1571: Jan Hugensz. schoemaecker, door transport en overdracht van Claes Rochusz. en Pieter Mathijsz., deb. Adriaen Thonisz. Loetering schipper tot Dordrecht 3 kgld. per jaar, verz. op zijn huis en erf achter op het Steyger in het Oostvierendeel, de kinderen en erfgenamen van wijlen Maerten Adriaensz. zeylmaecker en Jacobmijne Eeuwoutsdr. oz en Kathrijne Eeuwoutsdr. wz, strekk. uit de haven tot achter aan de middelgevel van dit huis en het huis van Cornelis Jansz. backer. Reeds bezwaard met nog 3 kgld., per jaar, zoals hij dat van Claes Rochusz. gekocht en de gifte ontvangen heeft

fol. 37v, 22-10-1582 Vranck Schrevelsz. schipper - Christiaen Willemsz. brouwer - hee op de Spoeyevaert, Pieter Panser zz, Baertgen Henricxdr. nz.

Renteboek Rotterdam - 16-4-1578: Marinus Matheusz. van Remmerswale deb. Gheerloff Jansz. Cluijt 2 pond groot vlaams per jaar, verz. op het huis en erf genaamd Het Ghulden Cruijs op het Steyger, waarop deze rente bij de koop gevestigd is, Claes Rochusz. oz en de huizinge genaamd ’t Ghulden Hoeft wz, strekk, uit de haven tot achter aan het huis van Jacob Egbertsz. droochscherder. Reeds bezwaard met 2 schell. gr.vls. per jaar, zoals hij dat van vsz. Gheerloff gekocht en heden daarvan de gifte ontvangen heeft

fol. 37v, 22-10-1582 Vranck Schrevelsz. schipper - Christiaen Willemsz. brouwer - huis en erf op de Spoeyevaert, Pieter Panser zz, Baertgen Henricxdr. nz.

19.03.1587 ona Rotterdam, akte 127, not Jacob Symonsz, huwelijksvoorwaarden
Claes Rochusz en zijn vrouw Jansgen Gerrits maken huwelijksvoorwaarden

Weeskamer Rotterdam - 1009 583/1890 26-1-1590 Jan Gerritsz. Brielman . . . . . . grootmoeder v. d. kinderen: Jaepgen Jansdr. (voogden: Claes Rochusz. (na overlijden diens zoon Pieter Claesz.), Frans Jansz. Patijn en Maarten Claes Rochusz.) Kinderen: weeskinderen

01.03.1591 ona Rotterdam, akte 130, not Jacob Symonsz, machtiging
Jorisgen Gerritsdr, weduwe van Claes Rochusz, geassisteert door Adriaen Henricksdr de Vet, tinnegieter, machtigt Adriaen le Seur, procureur, om voor haar in alle rechtszaken op te treden

23.01.1595 ona Rotterdam, akte 251, not Jacob Symonsz, testament
Jorisgen Gerritsdr, weduwe van Claes Rochusz, schipper, tot erfgenaam worden benoemd de kinderen van haar dochter Maritgen Vrancken en haar dochter Pietertge Vrancken

01.02.1600 ona Rotterdam, akte 4, not Jacob Symonsz, testament
Jorisgen Gerritsdr, weduwe van Vranck Schrevelsz, schipper en weduwe van Claes Rochusz, schipper, herroept haar testament

Weeskamer Rotterdam 1304 587/16 7-2-1600 Dirck Thomasz. schipper v.h. karveelschip De Eenhoorn (ov) Inge Claesdr. (voogden: Pieter en Maerten Claes Rochusz.nen, schippers en Thomas Adriaensz. timmerman)
Kinderen:

Thomas (overleden op de reis naar O.I. op het schip van Capt. Frans Wittert en schipper Pieter Claes Rochusz.),

Rochus, geb. ca. 1582 (afrek. 30-4-1608),

Meynsgen (X Jan Bouwensz., afrek. 1311-1610

132 - 6-10-1601, nots. Jacob Symonsz., Rtd.:
Frans Adriaensz. van der Burch glaesmaecker en Anneken Harmansdr. zijn huisvrouw, inwon. poorters Rotterdam won. Cellitenstege, zij ziek, Mutueel testament. De kinderen te onderhouden, opvoeden enz. en bij mondigheid eerlijk gekleed uitzetten. De kinderen de kleding, kleinodien en juwelen van de eerststervende, in zijn geval de kinderen nog 50 kgld. daarbij en in haar geval de kinderen samen nog 100 gld. Elsgen Harmansdr., haar zuster haar daagse kleding. De langstlevende zal de kinderen ook uitreiken hetgeen Annetgen Harmansdr. is aanbestorven van Vranck Schrevelsz. haar grootvader als aandeel in ’t huis en erf op de Spoyevaert, waarin hij gewoond heeft. Seclusie weeskamer

22.02.1616 ona Rotterdam, akte 14, not Gerrit Jansz van Woerden, testament
Jorysgen Gerritsdr, weduwe van Claes Rochusz benoemt tot erfgenaam Elsgen Hermans, dochter van Maritgen Vrancken

2123 601/2012-7-1626 Pauwels Govertsz. schipper (ov) Trijntgen Schrevelsdr. (1e ov)
(vgdn.: Dirck Jansz. Schiltvinck en Gerrit Jansz. Blanckert; 19-8-1632 nog Willem Govertsz. Mijnheer; nog vgdn. Adriaen Pietersz. Groenrijs en Mathijs Willemsz.)
Kind erft ook van grootouders moez. capt. Schrevel Jacobsz. en Annitgen Bouwensdr. (2e X Neeltgen Gerritsdr.) Nog van oom Vranck Schrevelsz. (overleden)

 

II 1a. CAPITEYN FRANS JANSZ PATIJN en AELTGEN CLAESDR ROCHUSDR
Capiteyn Frans Jansz Patijn, overleden voor 17.02.1599, zoon van Jan Fransz Petijn, kleinzoon van Frans Cornelisz Jongedirck en Anna Jorisdr – broers van zijn vader zijn Cornelis Fransz Starreman, Adriaen Fransz den Uul, Job Fransz, zijn tante is Leentgen Fransdr – ‘Oude moeye is Leentgen Fransdr’
? Weeskamer Rotterdam 668 581/101v 31-10-1542 Jacob (ov) Jannetge Lambrechtsdr.
Kind: Marritge (X Jan Fransz., 1542)?

Kinderen
Jan Fransz
Dieuwertgen Fransdr    >AELBERT AELBERTSZ
x otr 03.02/17.02.1608 te Rotterdam, ned.geref, Allert Allerts, j.m. met Diwertgen Frans, j.d.
Kind: - Maritgen Aelbertsdr., geb. ca. 1609, tr Joost Crijnen van Dorsten
Neeltgen Fransdr

*
?x 14.03.1577 te Rotterdam, stadstrouw, Frans Jansz schipper met Trijn Claesdr van Haerlem
*
Weeskamer Rotterdam - 1009 583/1890 26-1-1590 Jan Gerritsz. Brielman . . . . . . grootmoeder v. d. kinderen: Jaepgen Jansdr. (voogden: Claes Rochusz. (na overlijden diens zoon Pieter Claesz.), Frans Jansz. Patijn en Maarten Claes Rochusz.) Kinderen: weeskinderen

Weeskamer Rotterdam - 1284 586/363 17-2-1599 en 14-3-1605 en 20-2-1607 Capiteyn Frans Jansz. Patijn (overleden) Aeltgen Claes Rochusdr. (voogden: Frans Cornelisz. Sterreman en Jan Cornelisz. bouman) (Oude moeye Leentgen Fransdr.; genoemd Dirckgen, dr. van Frans Corn. Sterreman en Maritgen Adriaensdr. en Dirckgen, dr. van Cornelis Adriaensz. en Aeltgen Jobsdr.)
Kinderen: Jan Fransz., geb. 1579 of eerder, (afrek. 1605), Dieuwer Fransdr., geb. 1580 of eerder, (afrek. 1605), Neeltgen, geb. 1586 of eerder (afrek. 1607)

24.03.1612 ona Rotterdam, akte 101, not Willem Jacobsz, borgstelling
Aeltgen Claesdr weduwe van Frans Jansz Patijn, geassisteerd door Mr. Jan Wouters chirurgijn, stelt zich borg voor haar dochters Dieuwertgen Fransdr, en Neeltgen Fransdr, ter zake van een schuld die zij hebben aan Johannes Bontius, raedt en medicijn ordinaris waarvan akte op 18.07.1611 is verleden.

24.03.1612 ona Rotterdam, akte 102, not Willem Jacobsz, borgstelling
Aeltgen Claesdr weduwe van Frans Jansz Patijn, geassisteerd door Mr. Jan Woutersz pestmeester, stelt zich borg voor haar dochter Dieuwertgen Fransdr, voor een schuld die deze heeft aan Ingetgen Willemsdr volgens een akte van maart 1611.

Weeskamer Rotterdam - 2228 602/295 9-2-1629 Aelbert Aelbertsz. (ov) Dieuwertgen Fransdr. zuster Neeltgen Fransdr. erflaatster (voogden: Pieter en Maerten Claes Rochuszonen)
Kind: - Maritgen Aelbertsdr., geb. ca. 1609 (X Joost Crijnen van Dorsten, ruim 25 jaar, afrek. 8-12-1632)

 

II 1b. PIETER CLAESZ REUS en LYSBETH CLAES ROCHUSDR/GRIETGEN JANSDR
Pieter Claesz Reus, overleden voor 20.04.1603, zoon van Claes Cornelisz Reus, schipper, en Geertgen Pieters, moeye van de kinderen is Annitgen Claesdr Reus, (tr Jan Cornelis de Wit). Capiteyn Pieter Claes Rochusz is oom van de kinderen.
Lijsbeth Claes Rochusdr, dochter van Claes Rochusz

x 08.01.1581 te Rotterdam, ned.geref, Pieter Claesz [Reus] j.m. en Lysbeth Claesdr [Rochusdr] j.d.
x otr 19/26.01.1597 te Rotterdam, ned.geref, Pieter Claesen, wed. en Grietgen Jans j.d.
x otr 20.04/07.05.1603 te Rotterdam, ned.geref, Niclaes Jeronimus, j.m. en Grietgen Jans, wed van Peeter Claes, tr van Leijden
Kinderen
Annitgen Pietersdr >
Cornelis Pietersz, alias van Lis
Maritgen Pietersdr >CORNELIS CORNELISZ STARREMAN, stierman
Neeltgen Pietersdr >JORIS CORNELIS STARREMAN
Claes Pietersz
Neeltgen Pietersdr


*
1203 585/305 5-6-1596 Jan . . . (ov) Lysbeth Willems (overleden tot Embden) (voogden: Herper Cornelisz. coster en Claes Cornelisz. ’t Reusgen schipper) Dochter erft van Crijn van Borsselen.
Jan Sebastiaensz. van Embden gaf vaders goederen over.
Kind: Grietgen Jansdr

19.05.1602 ona Rotterdam, akte 103, not Jacob Symonsz, testament
Jan Cornelisz de Wit, schipper, en zijn vrouw Annitgen Claesdr [Reus?] (dochter van Claes Cornelisz en Geertjen Pietersdr, misschien zus van Ingen Claes?) benoemen elkaar tot universeel erfgenaam.
Legaten van Jan aan zijn broer Jacob Cornelisz, aan de kinderen van zijn overleden halfzuster Maritgen Jansdr, aan Jacob Cornelisz en het kind van zijn halfzuster Maritgen Jansdr te weten zijn deel van de nalatenschap van Jan de Wit's dochter Neeltjen nl. het huis en erf aan de Hoochstraet op de Middeldam waarin zijn moeije Jannitgen Jansdr nu woont, belend ten oosten door het huis van Joris Smout, genaamd 't Melckmeysgen, en ten westen het huis van Pieter Pietersz, zijdelaeckencoeper, genaamd de Paeu.
Legaat van Annitgen aan Neeltgen, nagelaten dochter van Dirck Thomasz, schipper (en Ingen Claes), die nu bij hen woont.
Legaat van Annitgen aan haar man, te weten de goederen die zij geerfd heeft van haar moeder Geertjen Pietersdr en van haar vader Claes Cornelisz.
Getuijgen 223 Gerrit Adriaensz. cleermaecker Huybert Adriaensz. cleermaecker 1602

223 - 19-5-1602, nots. Jacob Symonsz.:
Jan Cornelisz. de Wit schipper en Annitgen Claesdr. zijn huisvrouw., inwonende poorters Rotterdam., MT. Bij kinderloosheid alles aan de langstlevende. Sterft hij als eerste, dan Jacob Cornelisz. zijn broeder of diens kinderen. zijn kleding, kleinodien, juwelen en 100 kgld.
Het weeskind van Maritgen Jansdr. zijn halve zuster. 25 gld. Van hetgeen hem testateur is aangekomen van Neeltgen Jan de Witsdr. zijn moeder moet 3/4 gaan aan Jacob Cornelisz. zijn broeder of diens kinderen. en 1/4 aan het weeskn. van Maritgen Jansdr. of haar kinderen. En het huis en erf waarin zijn moeye Jannitgen Jansdr. nu woont, op de Hoochstraet Middeldam, het Melckmeijsgen toekomende Joris Smout oz en Pieter Pietersz. zijdelaeckenkooper’s huizinge genaamd De Paeu wz., waarop zij levenslang vruchtgebruik heeft, te scheiden tussen Jacob Cornelisz. en het weeskind. van Maritgen Jansdr. half en half. Als zij Annitgen Claesdr. als eerste sterft, dan haar naaste bloedvrunden erfgenaam vlgs. het recht van het land voor alle goederen haar aangekomen van Geertgen Pietersdr. haar moeder en bij Claes Cornelisz. haar vader vlgs. de uiterste wil van haar moeder levenslang in usufruct bezeten wordt. Daarbij al haar kleding en juwelen en nog 200 gld., terstond na haar dood. Zij legateert Neeltgen, de nagelaten dr. van Dirck Thomasz. schipper, die nu met haar samen woont, 100 gld.
Naschrift 16-9-1611: Annitgen Claesdr. weduwe van Jan Cornelisz. de Wit, aanvaardt de nalatenschap op de condities van vsz. testament.

Weeskamer Rotterdam - 1545 591/126 8-10-1607 Pieter Claesz. Reus schipper (ov) Lysbeth Claes Rochusdr. (ov)
2X Grietgen Jansdr. (voogden: Dirck Adriaensz. metselaer en Abraham Jansz. de Reus en Jan Cornelisz. de Wit (X moeye Annitgen Claesdr. Reus, wed. 28-9-1612)) Kinderen erven van grootvader Claes Cornelisz. Reus.; Genoemd capiteyn Pieter Claes Rochusz. (oom)
Kinderen:
ex 1:
Annitgen Pietersdr. (aanwezig 8-10-1607);
Cornelis Pietersz. (reis gemaakt naar Sankt Thomee) alias van Lis, geb. ca. 1585 (afrek. 6-4-1618); Maritgen Pietersdr., geb. ca. 1583 (X Cornelis Cornelisz. Starreman, stierman, afrek. 6-4-1618); Neeltgen Pietersdr., geb. ca. 1589 (X Joris Cornelisz. Starreman, afrek. 6-4-1618); C
laes Pietersz., geb. ca. 1590, (afrek. 6-4-1618);
Neeltgen Pietersdr. (aanwezig met de anderen 28-9-1612 en 22-7-1615);
N.B.: er is 1 kind ex 2, maar ongenoemd.

 

II 2. LIEVEN JOBS/MAARTEN CLAESZ ROCHUS en LYSBETH HENRICXDR VAN HENGELL – woont in de Vergulde Sleutels (1623)
Maarten Claes Rochusz, overleden na 14.02.1630, zoon van Claes Rochusz, ordinaris marktschipper van Rotterdam op Dordrecht
De Vergulde Sleutels bevindt zich in het Westnieuwelandt
Elysabeth van Hengell Heyndricksdr, overleden voor 27.10.1628, haar broer is Joris Heyndricksz van Hengell

X otr 26.03/19.04.1589 te Rotterdam, ned.geref, Lijnen Jobsen j.m. en Lijsbet Hendricks, j.d.
x otr 28.05/11.06.1606 te Rotterdam, ned.geref, Marten Claes, wed, en Lijsbeth Hendricks, wed van Lieven Jobs
Kinderen
Henrick Maertensz

Is de schilder Hendrick Sorch
Begraven 28.06.1670

Overleden 30.6.1623 te Rotterdam ELISABETH HENDRICKSD VAN HENGEL
Overleden 11.01.1642 te Rotterdam MAERTEN CLAES ROCHUS

 

174. Hier leit begraven Maerten Claesz. Sorgh is gestorven op den len Januarius Anno 1642 oudt sijnde 84 jaren in sijn leven geweest 46 jaren martschipper op Dortdrecht. Wapen: Gedeeld; rechts: vier molenwieken, links: twee gekruiste lansen. Helmteekens: de molenwieken en de twee gekruiste lansen. Deze zerk staat in het graf boek van 1641 ten name van Maerten Claesz. Rokesz, den vader van den schilder Hendrick Sorch. Maerten noemt zich veelal Sorgh, zijn broeder Pieter (zie n°. 175) Rokese

 

*
99v - 7-3-1598, nots. Jacob Symonsz., Rotterdam: Lieven Jobsz. en Elisabeth Henricksdr. zijn huisvrouw, inwon. poorters Rtd., Mutueel testament. De kinderen samen te bewijzen 2400 kgld., op goede hypotheek te zetten tot hun resp. mondigheid of huwelijk. De kinderen te onderhouden, opvoeden enz. van de rente van dit kapitaal. Seclusie weeskamer.
07.03.1598 ona Rotterdam akte 23, pag 65, not Jacob Symonsz, testament
Lieven Jobsz en zijn vrouw Elisabeth Henricx benoemen elkaar tot erfgenaam

Weeskamer Rotterdam 1304 587/16 7-2-1600 Dirck Thomasz. schipper v.h. karveelschip De Eenhoorn (ov) Inge Claesdr. (voogden: Pieter en Maerten Claes Rochusz.nen, schippers en Thomas Adriaensz. timmerman) Kinderen: Thomas (overleden op de reis naar O.I. op het schip van Capt. Frans Wittert en schipper Pieter Claes Rochusz.), Rochus, geb. ca. 1582 (afrek. 30-4-1608), Meynsgen (X Jan Bouwensz., afrek. 1311-1610

1461 589/274 14-2-1605 Aernt Marynisz. Maritgen Jansdr. (ov) (voogden: Pieter Claes Rochusz. en Maerten Claes Rochusz. en Arent Jansz. (X Leentgen Marynusdr.))
Kinderen erven van Thoenis Jansz., oom van moederszijde, overleden op het schip van Pieter Claes Rochusz. op de reis van Oostindiën na 21 maanden en 4 dagen; medeyerfgenaam Arent Jansz. (voogden over andere weeskinderen: Theunis Gijsbertsz. backer (betreft kinderen ex 2X ?))
Kinderen:
Jan Arentsz., geb. ca. 1602/03, (afrek. 7-4-1628);
Marinus Arentsz., (volle broeder van Jan, overleden voor 27-3-1628); andere weeskinderen nn

07.03.1598 ona Rotterdam, akte 23, not Jacob Symonsz, testament
Lieven Jobsz en zijn vrouw Elisabeth Henricx benoemen elkaar tot erfgenaam

08.06.1606 ona Rotterdam akte 72, not Jacob Symonsz huwelijksvoorwaarden
Maerten Claesz, weduwnaar, bruidegom, en Elisabeth Henricxdr, weduwe van Lieven Jacobsz, bruid, wonend in de Vergulde Sleutels in 't Westnieuwelant. Pag. 274-277

04.03.1608 ona Rotterdam akte 106, not Jacob Symonsz, attestatie
Cornelis Cornelisz Bosch verklaart op verzoek van Elisabeth Henricx, die toen weduwe was van Lieven Jobsz, dat hij destijds 693 gulden tegoed had van Gijsbrecht Henricxz, die woonde in de "Swarte Leeu" in het West Nieuwelandt, over de koop van haringnetten, die in termijnen betaald moesten worden. Daar er bij de betaling van een van de termijnen problemen waren, stelden Lieven Jobsz, Adriaen Pietersz Craenenhoeck, Pieter Eeuwoutsz van der Horst en Jacob Sijmonsz Joncheijn voor genoegen te nemen met 2 custingsbrieven, waarna men tot overeenstemming kwam.

14.03.1608 ona Rotterdam, akte 108, not Jacob Symonsz, machtiging
Maerten Claesz, marcktschuijtvaerder op Dordrecht, man en voogd van Lijsbeth Hendricxdr van Hengel, die weduwe en boedelhoudster was van Lieven Jobsz, machtigt Adriaen Dircxz de Jonge, procureur voor het provinciale hof en de Hoge Raad, om al zijn zaken te regelen

Weeskamer Rotterdam - Jan Anthoenisz. kavel C: een obl. op Symon Cornelisz. en Gerrit Cornelisz.; id. op Gryetgen Cornelisdr. in Bourgongien dd. 1-8-1585; id. op Jaep Cater Pier (= Pieter Jacobsz. Cater) dd. 25-7-1592; id. op dezelfde dd. april 1602; id. op Pieter Verhaven de anno 1600; id. op Jutgen Faesdr.; id. op Maerten Claesz. voerman op Dordrecht per mei 1604; id. op Jan Jacobsz. bij ’t Hoffpoortgen “op Zwarte Kees” per anno 1603; id. op Tijs Cater dd. Baefmisse 1601; id. op Hugo Dircxz. dd. Sinte Lambert anno 1601, samen totaal 917 gld. 12 sts.; Nog gekaveld de huizen en erven. Willem Thoenisz. een tuin en erf, strekkende uit de Broeckse watering tot aan zijn werf, de watering oz en Willem zelf wz.; de kinderen van Maritgen het huisje in ’t Hang met de lasten daarop staande groot 7 gld. 10 sts. per jaar, belendingen nn.; Jan Anthoenisz. het huis in de Backersteeg, vrij en onbelast, strekkende voor uit de steeg tot aan de Paddesteech toe, Gerrit Dircxz. dyenaer van de Justitie oz, belending wz nn.

?Weeskamer Rotterdam - 1919 598/218 29-1-1621 Jan Pietersz. (overleden) Annitgen Jansdr. (in aanhef genoemd Aeriaentgen Jansdr.) (voogden: Dirck Jansz. cleermaecker en Maerten Pietersz.) Kind erft van grootm.vaz. Maritgen Huybrechtsdr. (ov) voor 1/1 part. Kind: Kind nn.

194 - 27-8-1623, nots. Hubrecht Balis, Rtd.: Extract uit test. van 22-5-1623, zelfde nots.:

Maerten Claesz., ordinaris marktschipper van Rotterdam op Dordrecht en Elysabeth van Hengell Heyndricksdr. zijn huisvrouw, zij ziek, wonend Rotterdam in De Vergulde Sleutels. Noemen voogden over hun kind of kinderen: zijn broeder Capiteyn Pieter Claesz. en haar broeder Joris van Hengell Heyndricksz., coopman tot Amsterdam, met volkomen macht en authorisatie. Seclusie weeskamer

27.10.1628 ona Rotterdam, akte 165, not Willem Jacobsz, uitsluiting van boedelbeheer
Maerten Claesz Rochus weduwnaar van Lysbeth Henricxdr marktschuytvoerder op Dordrecht.
Verklaart van niemand inmenging te willen m.b.t. zijn erfenis voor zijn zoon Henrick Maertensz.

Weeskamer Rotterdam - 2228 602/295 9-2-1629 Aelbert Aelbertsz. (ov) Dieuwertgen Fransdr. zuster Neeltgen Fransdr. erflaatster (voogden: Pieter en Maerten Claes Rochuszonen)
Kind: - Maritgen Aelbertsdr., geb. ca. 1609 (X Joost Crijnen van Dorsten, ruim 25 jaar, afrek. 8-12-1632)

 

14.02.1630 ona Rotterdam, akte 65, not Willem Jacobsz, testament
Hendrick Maertensz jonggeselle, vermaakt aan zijn vader Maerten Claesz Rochus, respectievelijk bij diens vooroverlijden aan diens voorkinderen, comparants halfzusters van vaderszijde, het vruchtgebruik van zijn na te laten goederen. Al het overige vermaakt hij voor de helft aan zijn vader en voor de helft aan zijn halfbroers en halfzusters van moederszijde.

08.10.1635 ona Rotterdam, akte 69/120, not Nicolaas Vogel Adriaansz, machtiging
Jacob Michielsz van Walegem, man van Catharina Lievensdr, Heyltgen Lievensdr, bej. j.d. en Heyndrick Maertens de Sorgh, allen kinderen en erfgenamen naast hun broers Adriaen en Joris Lievensz van Haemstede van Lieven Jobsz en Elisabeth Heyndricksdr, hun ouders, machtigen voorn. Adriaen Lievensz, coopman en Joris Lievensz coopman te Amsterdam, om hun deel van het kapitaal op te eisen van de Magellanische Compagnie waarvan generael is Olivier van Noort.
Verder is geld ingelegd door Heyndrick de Coningh, Jan Ghijsbertsz Pijcq en Andries Stevens za. goutsmit, volgens de brieven van Hugo Geritsz za. bewinthebber van voorn. compagnie

08.08.1637 ona Rotterdam, akte 173/288, not Adriaan Kieboom, verkoop
Engeltge Matheusdr van der Hoeven, wed. van Jan Gerritsz, verkoopt voor 500 gld aan Cornelis de Reus de helft van een cagerschuyt waarvan de andere helft toebehoort aan Maerten Claesz de Sorgh.
N.B. Engeltge Matheusdr tekent met Engeltge Mateewijs

21.06.1642 ona Rotterdam, akte 70/179, not Nicolaas Vogel Adriaansz, testament
Adriaen Lievensz van Haemstede, wonende op de Schiedamsedijck of de Hoochstraet aan de oostzijde, benoemt tot zijn erfgenamen zijn vrouw Maria Claesdr samen met zijn kinderen, resp. in nader omschreven geval zijn zuster en broer van vollen bedde Cathalina en Joris Lievensz van Haemstede samen met zijn broer van halve bedde van moederszijde Hendrick Maertensz de Zorgh (of Sorgh ).

07.02.1647 ona Rotterdam, akte 16/18, not Balthasar Bazius
Rochus Pietersz Holaer, coopman; Abraham Gerritsz, getrouwd met Ariaentge Pieter de Oude en Henrick Maertensz Zorgh, getrouwd met Ariaentge Pieters Hollaer, mede erfgenamen van Pieter Jacobsz Holaer, hun vader en schoonvader, verklaren, dat zij van de weduwe en kinderen van Jacob Henricxsz Cops die coopman in Delfshaven was, begrepen hebben, dat op de secretarie van Delft nog een post van 920 gulden openstaat die de erfgenamen toekomt van een blok huizen die Cops gekregen had, en die nu verkocht zijn aan Daniel van Steelant, convoijmeester op Delfshaven. Daar zij de custingsbrief niet bij de boedel gevonden hebben nemen ze aan, dat de rekening vereffend is en dat ze niets meer te vorderen hebben. Om de zaak verder af te handelen benoemen ze Joris van der Houve notaris in Delft

20.10.1655 ona Rotterdam, akte 262/514, not Cornelis Maes, machtiging
Lodewijckus de Jongh, Cornelis Sachleven en Heijnderick Maertenssen Sorgh, respectievelijk meesters schilders, mede namens hun confrater Jores van der Hagen, machtigen Mathijs Utens, meester schilder, om voor hun uit handen van Adriaen van Berckel, ontvanger-generaal, het geld te ontvangen dat hen toekomt uit krachte van een ordonnantie van de gecommitteerde raden van de Admiraliteit

13.03.1653 ona Rotterdam, akte 6/13, not Johan van Weel de Oude, testament
Elisabeth Jacobsdr van Wallegem, weduwe van Barent Rhees, maakt haar testament. Zij laat tweederde van haar goederen na aan Catharina Lievensdr van Haemstede, haar moeder, weduwe van Jacob Michielsz van Wallegem. Of in geval van haar overlijden aan Trijntien Jacobsdr van Wallegem, haar zuster, vrouw van Wilhelmus Sopingius. Zij benoemt haar moeder en Joris Lievensz van Haemstede en Heyndrick Maertensz Sorg, haar zonen tot voogden over haar minderjarige kinderen

19.11.1656 ona Rotterdam, akte 75/219, not Johan van Weel de Oude, huwelijksvoorwaarden
Wilhem Cantier, meerderjarig jongman, toekomende bruidegom, geassisteerd door Andries Cantier en Maertje Jans Pieck, zijn vader en moeder en Elisabeth Jacobs van Walegem, weduwe van Barnard Rees, toekomende bruid, geassisteerd door Joris Lievensz van Haemstede, koopman te Amsterdam en Hendrik Maertenssen Sorg, haar oom, sluiten huwelijksvoorwaarden, met bepalingen ten aanzien van haar zoon, Barnardt Ree

03.07.1658 ona Rotterdam, akte 96/280, not Johan van Weel de Oude, testament
Neeltjen Maertens Sorg, weduwe van Jacob Adriaensz van Duijnen, verklaart dat zij aan, wijlen Jacob en Maertjen, haar zoon en dochter en Adriaen Pietertje en Claes, haar nog in leven zijnde zoons en dochter, verwekt door de voorn Jacob Adriaensz van Duijnen, op 31-12-1626 de vaderlijke erfenis voldaan heeft voor schepen en dat testatrice van wijlen Jacob van Duijnen, haar zoon, een obligatie, inhoudend een bedrag van 1.100 gulden, getransporteerd heeft ten behoeve van Abraham Paulussen, haar testatrices zwager, alsmede een bedrag van 5000 gulden.
Testatrice legateert aan de voorn kinderen van Jacob van Duijn een bedrag van 600 gulden.
Tot voogd en excuteur benoemt testatrice Abraham Pauwelssen, haar zwager en Adriaen en Claes Jacobsen van Duijne, haar zoons

-database VOC schip Mauritius (1623), vertrekt op 29.04.1623 van Goeree naar Batavia, aankomst op 04.09.1625, kamer Rotterdam, schipper Jakob Adriaansz van Duin

 

Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
SORGH (Hendrik), geb. in 1611 te Rotterdam, zoon van Maerten Claesz. of Maerten Claes Rokesz., die ook reeds met den toenaam de Sorch voorkomt, en van Lijsbet Hendriks van Hengel. Van omstreeks 1624 tot 1630 schijnt hij leerling geweest te zijn van den schilder Willem Pieterz. Buytewech te Rotterdam; daarop vertrok hij naar Antwerpen om onder David Teniers te werken. Eerst noemde hij zich de Sorch, later alleen Sorch of Sorgh. Toch komt hij ook nog dikwijls zonder toenaam voor. Evenals zijn vader is hij marktschipper op Dordt geweest, doch, terwijl de vader ordinaris marktschuitvoerder was, zal de zoon dit baantje door een ander hebben laten waarnemen. Ook is hij beëedigd broodweger en brandmeester geweest. Verschillende bijzonderheden wijzen er op, dat hij tot de gegoede burgers der stad behoorde. Na 1633 heeft hij waarschijnlijk uitsluitend te Rotterdam gewerkt, waar hij 20 Febr. 1633 trouwde met Ariaentgen Pieters Hollaer.
In 1669 treffen wij hem aan als hoofdman van het St. Lucasgilde. Van hem zijn vooral veel binnenhuizen met boeren, groente- en vischmarkten bewaard gebleven en verder nog andere onderwerpen en portretten. G. van Spaan spreekt van hem als van een koddig boertjes-, scheep- en waterschilder. Dr. Jan Sysmus in zijn schildersregister noemt er nog de portretten bij. In zijn manier van werken is verwantschap met den schilder Adriaen Brouwer aan te toonen, tot wiens kunst hij zich blijkbaar zeer aangetrokken gevoelde. Van zijn portretten noem ik die van Simon Episcopius, van Theophilus Rijkwaert en diens vrouw, van Witte Cornelisz. de With, een portret van zijn eigen vrouw, een zelfportret en een paar familiegroepen, o.a. van de familie van Mr. Eeuwout Prins te Rotterdam. Tal van musea en particuliere verzamelingen in Engeland, Frankrijk, Duitschland, Rusland en Denemarken bezitten schilderijen van hem. Een kleiner aantal is in ons land bewaard, o.a. in het Rijksmuseum te Amsterdam en in het Museum Boijmans te Rotterdam. In twee portretten door Rembrandt geschilderd in de verzameling van den hertog van Westminster, volgens traditie voorstellende den schilder Berchem en diens vrouw, heeft Schmidt Degener de conterfeitsels van Hendrik Sorgh en Ariaentgen Hollaer meenen te herkennen. De schilder stierf tusschen 22 en 29 Juni 1670 en werd begraven in de Groote Kerk in het Noordpand.
Zie: Rott. Historiebladen afd. III. dl. I, 688 vlg.; Oud-Holland VIII, 10, IX, 49, 146, 273, X, 238 vlg, XII, 142, 145, 149, 155, XV, 60, XXXI, 259, XXXII 2, 23-24; G. van Spaan, Beschrijvinge van Rotterdam, 421.
Moquette

 

 

 

II 3. CAPITEIJN PIETER CLAES ROCHUS en MARTIJNTGE BOUWENS – Hoochstraat Westvierendeel- Rotterdam
Pieter Claesz Rochus, geboren ca 1555, overleden 19.02.1640 te Rotterdam, zoon van Claes Rochusz
Martijntge, Martina Bouwens

Kinderen
Ca 1599 Claes Pietersz       >4 LEENTGEN JANS, haar zus is Aeltgen Jans
Overleden tussen 14.08.1624 en 20.04.1625, / - heeft dochter Claesgen Claesdr
             Jan Pietersz           >5 ANNETGEN FRANSDR
x otr 05/19.12.1604 te Rotterdam, ned.geref, Jan Peeters, j.m. en Anneken Frans, j.d.
-23.02.1628 ona Rotterdam, akte 188, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claesz Rochusz en zijn vrouw Martina Bouwensdr wonende Hoochstraet, vermaken aan Annetgen Fransdr weduwe van Jan Pietersz de overleden zoon van comparanten, het vruchtgebruik van alle goederen die haar kinderen van comparanten zullen erven en wel tot haar, Annetgen Fransdr's dood of tot haar eventueel hertrouwen. 623-624
Ca 1583 Stijntgen Pietersdr >3a CLAES HUYGENSZ DE HAES capiteyn, van de Groote Visserie
-25.08.1627 Claes Huygens de Haes, door Duinkerkers in de grond geschoten
Ca 1589 Trijntge Pieters      >3b CORNELIS VERHAVEN, schepen van Rotterdam
x otr 26.07/09.08.1615 te Rotterdam, ned.geref, Cornelis Jans Verhaven, j.m. en Trijntgen Pieters j.d.
Ca 1593 Neeltje Pieters       >3c ARIAEN JANSZ/CLAES CLAESZ DE JONGH lijndraijer
            Aefgen Pieters        >3d LEENDERT CRIJNEN CAGENAER, zoon Bouwen Leendertsz
Overleden voor 31.01.1605
x otr 14/28.05.1600 te Rotterdam, ned.geref, Leenart Crijnen, j.m. en Aeffgien Piters, j.d.

overleden 04.03.1631 te Rotterdam MAERTYNTGHE BOUWENSD, 80 jaar
begraven 19.02.1640 te Rotterdam PIETER CLAES ROOCUS, 87 jaar, woonde op de Leuvehaven bij de Brantsteeg
Rotterdam Grote Kerk, grafzerken - 512. Hier leit begraven Capitein Pieter Claes Rokese is gestorven op den 19en Februari Anno 1640 oudt sijnde 87 jaren. Hier leit begraven Maertyntghe Bouwensd. in haer leven huisvrou van Capitein Pieter Claes Rokese is gestorven den 4en Maertii anno 1631 en hadde met haer man in den houwelijken staet geleeft 53 jaeren en 9 maenden, oudt sijnde 80 jaeren. (Wapen: links Rokese of Sorgh, rechts een rond schild met twee klimmende leeuwen, die een kop tusschen zich in hebben.)

*
10.12.1599 ona Rotterdam, akte 202, not Jacob Symonsz, attestatie
Op verzoek van Jan Clements de Goer, wonende op de Hoochstraet, en Eeuwout Adriaens Bijlewerff, als reders van het schip De Fortuyne met als schipper Cornelis Pieters den Deen, mede namens deze schipper en de andere reders, leggen
- Cornelis Corssen, 48 jaar,
- Pieter Claesz Rochus, grootschipper, 44 jaar, (geb ca 1555)
- Gillis Marinisz, zeylmaecker en facteur van de coopluyden, 24 jaar, en
- Jacques Olis, 41 jaar,
- Reynier Maertens van Beaumond, 36 jaar, en
- Nicolaes de Ruyter, 36 jaar, coopluyden in peeper en andere specerijen,
een verklaring af.
Zij geven ieder op hun terrein de geschatte waarde van het schip met toebehoren en van alles wat daarin was.

01.09.1604 ona Rotterdam, akte 188, not Jacob Duyfhuysen, attestatie
Andries Walen Dordrecht
Jan Jacobsz bosschieter
Marten Hueriblock capiteynsknecht
Claes Jansz schipper
Peter Claes Rockasz schipper Berckel capiteyn Oost-Indie
Betreft het overlijden van Adriaen Walen in Bantam op 't Eylant van Java Mayor

Weeskamer Rotterdam - 1458 589/256 31-1-1605 Leendert Crijnsz. Cagenaer (ov) Aeffgen Pietersdr. (ov) (voogden Andries Christoffelsz., Crijn Jansz. Cagenaer (grootv.) en Capt. Pieter Claes Rochusz. (grootvader moederszijde.) schipper) Zaken samen met Jacob Crijnen en Crijn Jansz. (ov. voor 24-1-1618 en X Neeltgen Leendertsdr. ov), verv. door Jan Crijnsz.
Kind: Bouwen Leendertsz. (aanw. 12-5-1623, laatste afrek. 7-9-1634)

Weeskamer Rotterdam - 1461 589/274 14-2-1605 Aernt Marynisz. Maritgen Jansdr. (ov) (voogden: Pieter Claes Rochusz. en Maerten Claes Rochusz. en Arent Jansz. (X Leentgen Marynusdr.))
Kinderen erven van Thoenis Jansz., oom van moederszijde, overleden op het schip van Pieter Claes Rochusz. op de reis van Oostindiën na 21 maanden en 4 dagen; medeyerfgenaam Arent Jansz. (voogden over andere weeskinderen: Theunis Gijsbertsz. backer (betr. kn. ex 2X ?))
Kinderen:
Jan Arentsz., geb. ca. 1602/03, (afrek. 7-4-1628);
Marinus Arentsz., (volle broeder van Jan, ov. voor 27-3-1628);
andere weeskinderen nn

17.09.1609 ona Rotterdam, akte 60, not Jacob Symons, huwelijksvoorwaarden
Tussen Roeloff Claesz, chirurgijn, bijgestaan door Cornelis Dircxz, chirurgijn, en Trijntje Roeloffsdr, zijn schoonvader en -moeder, en Leendert Dircxz, wonende in Swartewael, de broer van Cornelis, en Trijntge Jansdr, bijgestaan door haar moeder Maritgen Bouwensdr, weduwe van oude Jan Jorisz, alias Janmaet, en haar broer Dirck Jansz, zeijlmaecker, haar oom Pieter Claes Rochusz en haar neef en voogd Abraam Jansz de Reus

?Weeskamer Rotterdam - 1627 593/120 19-3-1610 Cornelis Aelbrechtsz. Weyntgen Claesdr. (overleden) (van Dijck) (voogden: Claes Jansz. van Dijck (grootvader) en Pieter Claesz. (oom), beiden schippers koopvaardij) Kind erft van grootmoeder moederszijde Maritgen Leenertsdr.
Kind: weeskind nn.

08.04.1616 ona Rotterdam, akte 146, not Willem Jacobsz, machtiging
Cornelis Gerritsz schipper mede namens Pieter Claesz Rochusz en Maerten Claesz als voogden over de minderjarige kinderen van Pieter Gerritsz en wijlen Elisabeth Andriesdr varende man machtigt zijn zwager Pieter Pietersz tot overdracht aan Arent Jacobsz van een huis in het Hang belendend Eevert Govertsz en Cornelis Jonckertsz, schipper

30.10.1619 ona Rotterdam, akte 67, not Jan van Aller Az machtiging
Willem Doedesz, j.g. marsclimmer, machtigt zijn vader Doede Geerlofs, om zijn gage te innen die hij verdienen zal op het schip de Witte Leeuw onder capiteyn Pieter Claes Rochusse

03.04.1620 ona Rotterdam, akte 65, not Jan van Aller Az schuldbekentenis
Harmen Gerritsz Foy hoochbootsman bevestigt schuldig te zijn aan: Jan Davidtsz cuyper, een bedrag van 112 gulden, uit hoofde van genoten mondkost. Als aflossing cedeert comparant aan Jan Davidtsz zijn maandgage groot 12 gulden, door hem te verdienen op zijn komende reis naar Vyanen in Poortugael, op een schip waarvan Claes Pietersz zoon van Pieter Claesz Rochussen schipper is.

29.01.1621 ona Rotterdam, akte 133, not Nicolaas vd Hagen, machtiging
Jan Pietersz Reus schipper op de Reus machtigt Pieter Claes Rochusz capiteyn om tegoeden te innen bij de bevrachters van zijn schip

12.04.1621 ona Rotterdam, akte 3, not Nicolaas vd Hagen, testament
Jan Pietersz mersclemmer op het schip de Jager van capiteyn Pieter Claesz Rochusz heeft tot zijn enige erfgenaam benoemd zijn moeder Lysbeth Pietersdr weduwe van Hendrick Rutten

18.04.1621 ona Rotterdam, akte 92, not Jan van Aller Az, testament
Jan Denijs weduwnaar van Abigael Jansdr corporael, benoemt tot erfgename zijn dochter Catharina Jansdr. Hij dient onder Pieter Claes Rochusz capiteyn

19.07.1622 ona Rotterdam, akte 30, not Willem Jacobsz, schuldbekentenis
Jan Claesz Pyck schrijver op een oorlogsschip, bekent schuldig te zijn aan zijn broer Henrick Pyck een bedrag van 30 gulden Pieter Claes Rochusz capiteyn Admiraleyt van Rotterdam

19.02.1623 ona Rotterdam, akte 308, not Jan van Aller Az attestatie
Pieter Claes Rochusz, oud 70 jaar (geb ca 1553) en Jan Jansz van de Kerckhoff, oud 50 jaar beiden scheepskapitein en Soeteman Florisz, schipper onder capitein Liefhebber, oud 33 jaar verklaren op verzoek van de moeder van Dirck Leendertsz van Catwijk die gevangen zit in Den Haag dat zij Dirck Leendertsz vele jaren meegemaakt hebben en hem als een eerlijk en hard werkende man hebben leren kennen.
Soeteman Florisz is in 1611 met Dirck Leenderts met het schip Rotterdam onder schipper Elyas Folckertsz naar Oost-Indië gevaren, beiden als bosschieter.
In 1618 is Dirck Leenderts ook met de convoyers van de walvisvangers naar Spitsbergen geweest.

19.02.1623 ona Rotterdam, akte 309, not Jan van Aller Az attestatie
Pieter Claes Rochussen, oud 70 jaar, capiteyn ter see verklaart op verzoek van de naaste vrienden van Merritgen Meeusdr, vrouw van Harmen Harmensen van Eemden, nu gevangen in Sgravenhage, dat Harm Harmensen een eerlijk en bekwaam man is.
Deze verklaring wordt bevestigd door Jan Gerritsz Swartgen, oud 49 jaar, luitenant, Frans Heynricks constapel onder capiteyn Jasper Lieffhebber, oud 39 jaar en Iemen Claesse, blockmaecker, 59 jaar, beiden wonende in de Wijnstraet.

194 - 27-8-1623, nots. Hubrecht Balis, Rtd.: Extract uit test. van 22-5-1623, zelfde nots.: Maerten Claesz., ordinaris marktschipper van Rotterdam op Dordrecht en Elysabeth van Hengell Heyndricksdr. zijn huisvrouw, zij ziek, won. Rotterdam in De Vergulde Sleutels. Noemen voogden over hun kind of kn.: zijn broeder Capiteyn Pieter Claesz. en haar broeder Joris van Hengell Heyndricksz., coopman tot Amsterdam, (otr 11.12.1610 te Amsterdam Joris Hengel wed.r Ester Bisschiops met Catelina Martens hij uit Antwerpen, woont tot Middelburg) met volkomen macht en authorisatie. Seclusie weeskamer.

14.08.1624 ona Rotterdam, akte 150, not Jan van Aller Az testament
Claes Pietersz met zijn vrouw Leentgen Jansdr, schipper Blaeck, benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam. Bij kinderloos overlijden wordt gelegateerd aan de ouders van voorn. Claes Pietersz t.w. Pieter Claesz Rochussen en Martijntgen Bouwensdr. Onder voorwaarden wordt tevens gelegateerd aan de zuster van voorn. Leentgen t.w. Aeltgen Jansdr. De weeskamer wordt uitgesloten van bemoeienis.
Weeskamer Rotterdam - 35 - 14-8-1624, nots. Jan van Aller Andriesz., Rtd.: Claes Pietersz. schipper en Leentgen Jansdr. zijn huisvrouw, won. Rotterdam Blaeck, MT. De kinderen te onderhouden, opvoeden enz. tot 20 jaar en ieder bij mondigheid of huwelijk 100 gld. uitreiken met een uitzet van kleding en linnegoed naar oordeel van de langstlevende. Bij hertrouwen de kn. dadelijk bewijzen aan deze 100 gld. elk, hetzij uitbetalen, hetzij beleggen op intrest. Seclusie weeskamer. Sterft hij Claes Pietersz. als eerste kinderloos, dan aan Pieter Claes Rochusz. en Martijntgen Bouwensdr. zijn vader en moeder - als zij nog leven - of anders zijn naaste vrienden en magen ab intestato 300 gld. Sterft zij Leentgen Jansdr. als eerste kinderloos, dan aan Aeltgen Jansdr. haar zuster - als haar mans ouders nog leven - het 1/3 part van al haar goederen. Maar als die ouders overleden zijn, dan zal haar man aan haar zuster uitkeren 300 gld

18.08.1624 ona Rotterdam, akte 96, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claess Rochuss capiteyn, en zijn vrouw Martijntgen Bouwensdr Hoochstraet in het Westvierendeel treffen een speciale voorziening voor hun inwonende dochter Neeltgen Pietersdr onder handhaving van hun testament verleden op 05.01.1595 voor notaris, Gerrit Jacobsz van Breenen

20.04.1625 ona Rotterdam, akte 157, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claesz Rochus, en zijn vrouw Martijntgen Bouwensdr capiteyn Hoochstraet benoemen tot erfgenaam hun kleinzoon Bouwen Leendertsz, zoon van hun overleden dochter Aefgen Pietersdr, en hun kleindochter Claesgen Claesdr, dochter van hun overleden zoon Claes Pietersz Neeltgen Pieterts, hun ongehuwde dochter
Onder bevestiging van hun testament, verleden d.d.05.01.1595 voor notaris, Gerrit Jacobsz van Breenen

23.02.1628 ona Rotterdam, akte 188, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claesz Rochusz en zijn vrouw Martina Bouwensdr wonende Hoochstraet, vermaken aan Annetgen Fransdr weduwe van Jan Pietersz de overleden zoon van comparanten, het vruchtgebruik van alle goederen die haar kinderen van comparanten zullen erven en wel tot haar, Annetgen Fransdr's dood of tot haar eventueel hertrouwen. 623-624

29.03.1628 ona Rotterdam, akte 21, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claesz Rochus en zijn vrouw Martina Bouwensdr, Hoochstraat, vermaken een legaat aan hun dochter Stijntgen Pietersdr weduwe van Claes Huygensz, capiteyn, van de Groote Visserie. Zij krijgt hun huis in het West vierendeel buitendijks, belend door de weduwe van Huybrecht van der Meer aan de oostzijde en Jan van den Berg, wijnkoper aan de westzijde. Deze akte is herroepen op 06.10.1629 volgens aantekening in de marge

Weeskamer Rotterdam - 2228 602/295 9-2-1629 Aelbert Aelbertsz. (ov) Dieuwertgen Fransdr. zuster Neeltgen Fransdr. erflaatster (voogden: Pieter en Maerten Claes Rochuszonen)
Kind: - Maritgen Aelbertsdr., geb. ca. 1609 (X Joost Crijnen van Dorsten, ruim 25 jaar, afrek. 8-12-1632)

27.10.1629 ona Rotterdam, akte 20, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claesz Rochusz capiteyn, wonende Hoochstraet, herroept de akte samen met zijn vrouw gemaakt op 29.03.1628 t.o.v. notaris Willem Jacobsz en bepaalt nu dat zijn dochter Stijntgen Pietersdr, weduwe van Claes Huygensz, in zijn leven capiteyn van de groote visscherie, na het overlijden van hem en zijn vrouw, in koop zal hebben hun huis staande in het Westvierendeel buitendijks, genaamd Lisbona, belendend de weduwe van Huybrecht van de Mees en Jan van den Berch, wijncooper, strekkend tot in de haven voor een bedragvan f 2700,-.

06.06.1630 ona Rotterdam, akte 170, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claes Rochusz herroept het testament, dat hij samen met zijn vrouw Martina Bouwensdr op 23 februari 1628 t.o.v. notaris Willem Jacobsz gemaakt heeft

02.01.1632 ona Rotterdam, akte 186, not Jan van Aller Az verkoop
Dirck Lauwijsz Couckelberch, Pieter Claesz en Aeltge Claes, allen kinderen en erfgenamen van Emmitgen Dirckx, verkopen een huis en erf aan de westzijde van de Leuvenhaven aan Stijntgen Pieters, weduwe van capiteyn Claes Huijgen de Haes, geassisteerd door capiteyn Pieter Claes Rochusz, haar vader, voor een bedrag van 3.200 gulden

20.03.1634 ona Rotterdam, akte 79, not Adriaan Kieboom, verkoop
Pieter Claesz Rochusz, capiteyn, verkoopt aan Jan Stormans zijn huis en erf aan de zuidzijde van de Hoochstraet.

17.04.1638 ona Rotterdam, akte 11, not Arnout hofflant, testament
Pieter Claes Rochusz die ziekelijk is maakt zijn testament. Zijn dochter Neeltge Pietersdr, vrouw van Claes Claesz zal haar leven lang het vruchtgebruik hebben van het hele kapitaal. Na de dood van haar en haar man zal, na betaling van de legitieme porties de helft van het kapitaal gaan naar het voorkind van zijn dochter, die Ariaen Jansz als vader heeft, en de andere helft naar de voorzoon van Claes Claesz, die ook Claes Claesz heet en als moeder Trijntge Jansdr heeft

13.01.1639 ona Rotterdam, akte 61, not Johan Cooll, attestatie
Carel Louwisz, 60 jaar, en Joris Lamberts van Bremen, 25 jaar, backer, leggen een verklaring af op verzoek van capteyn Jan de Haes.
Zij kennen Maertijs Makan, Lucas Jasper, Leendert Arijens, Jacob Claesz, Jan Fonteyn, Bastiaen Fonteyn, Jan Ghijsberts, Willem Weynen, Claes Heyndricx van Straesburch en Dirck Aerts. Zij zijn als soldaten bij genoemde capteyn in dienst geweest.

15.07.1644 ona Rotterdam, akte 97 notaris Arnout Hofflant, attestatie
Stijntge Pietersdr, weduwe van capiteijn Claes Huijgen de Haes, 61 jaar oud (geb ca 1583), Trijntge Pieters, vrouw van schepen Cornelis Verhoeve, 55 jaar oud (geb ca 1589), en Neeltge Pietersdr, 51 jaar oud (geb ca 1593) en vrouw van Claes Claesz, lijndraijer, allen wonend alhier, verklaren op verzoek van Anna van der Meer, weduwe van Huijbert van der Meer, dat zij meer dan 40 jaar geleden naast haar vader, Claes Roockusz, hebben gewoond in het huis met de naam Lissabon, gelegen aan de zuidzijde van de Hoochstraet en Anna's vader meermalen hebben horen zeggen dat hij het recht van de goot of waterloop had. Er is toen een regeling getroffen t.a.v. de goot voor het huis, destijds in bezit van Jan van den Berch of zijn moeder, vanwege de aanvoer van wijnen in zijn kelder. Het huis is nu in bezit van Pieter de Bloot.

Weeskamer Rotterdam - 2957 609/364 7-10-1645 Claes Pietersz. schipper (ov) Leentgen Jans (test. nots. Jan van Aller Andriesz. 14-8-1624) (voogden: Hr. Cornelis Verhaven oudschepen Rtd. en Cornelis Baerentsz. Rees) Kind erft ook van grootvader vaderszijde capiteyn Pieter Claesz. Kind: - weeskind nn

22.04.1649 ona Rotterdam, akte 141, not Vitus Mustelius Woutersz, kwitantie
Bouwen Jansen, als man van Meijntgen Jans, Meijntge Claes, weduwe van Abraham Joppen, en Willem Pietersen Quack, als gehuwd zijnde met Leentgen Heyndricx, erfgenamen van wijlen Bouwen Leendersen de Munnick, verklaren ter voldoening van hun erfenis een bedrag van 752 gulden ontvangen te hebben van hun mede-erfgenamen Claes Claessen, Stijntge Pieters, weduwe van Claes Huigen de Haes, de erven van Jan Pietersen Reus, en kapitein Cornelis Verhaven (zowel voor hemzelf en als voogd - naast Cornelis Barentsen Rees - van het nagelaten kind van wijlen Claes Pietersen)

Weeskamer Rotterdam - 3351 616/34 6-3-1652 Claes Pietersz. schipper (ov) Leentgen Jansdr. (voogden: Hr. Cornelis Verhaven oudschepen en Cornelis Barentsz. Rees grofsmit)
Kind erft mede van Boudewijn Leendertsz. de Munick (ov) Kind: - Claesgen Claesdr. (X Jacob van Diemen, aanwezig 6-3-1652)

08.02.1661 ona Rotterdam, akte 201, not Christiaan van Vliet, Delfshaven, overeenkomst
De kinderen van capiteijn Pieter Claes Rochusz en Maertijntge Bouwens, beiden overleden, bereiken overeenstemming inzake hun nalatenschap.
De kinderen zijn:
Stijntge Pietersdr, weduwe van Claes Huijgensz de Haes, in zijn leven capiteijn van de grootvisscherij,
Neeltge Pietersdr, vrouw van Claes Claesz de Jongh, wonend te Rotterdam en
Trijntge Pietersdr, weduwe van Cornelis Verhaven, in zijn leven schepen van Rotterdam,
en Cornelis Barentsz Rees, ijsercoopman, als voogd van Claesge Claesdr, dochter van Claes Pietersz die reeds is overleden, zij krijgt uit de erven 4000 gulden als zij in het huwelijk treedt, de voogd verplicht zich hiertoe

 

III 3a. CLAES HUYGENSZ DE HAES en STIJNTGEN PIETERSDR
25.08.1627 Claes Huygens de Haes, door Duinkerkers in de grond geschoten
Stijntgen Pietersdr, geb ca 1583, overleden na 08.02.1661, dochter van Pieter Claes Rochusz en Martijntgen Bouwens


Kinderen
             Maertje Claes
Ca 1610 Huygh Claesz       >NEELTGEN DOENEN COUWENBURG
Begraven 19.08.1668 te Rotterdam Huych Claesz de Haes, echtgenoot van Elsje Doenen
x 06.06.1638 te Rotterdam, stadstrouw, Huijch Claesen, j.m. van Rotterdam en Neeltgen Doenen, jd. van Rotterdam
             Pieter Claesz        >MAERTGE CLAES
x otr 27.12.1648/10.01.1649 te Rotterdam, ned.geref, Pieter Claassen j.m. van Rotterdam en Maartje Claasz j.d. van Rotterdam
             Maerten Claesz     >CLAERTGIE CLAES
x otr 21.03/05.04.1649 te Rotterdam, ned.geref, Maerten Claesse, j.m. van Rotterdam en Claertgie Claes, j.d. van Rotterdam
            Claes Claesz den ouden
            Claes Claesz den jongen

 

*
02.07.1625 ona Rotterdam, akte 88, not Jan van Aller Az, attestatie
Op verzoek van Cornelis Jansz Hartichvelt verklaart Pieter Vermeulen, 30 jr coopman dat Cornelis Fransz van Santvoort coopman hem in 1621 heeft meegedeeld dat de inmiddels overleden Willem van Muylwijck coopman aan hem Vermeulen het restant zou betalen van een bodemerijebrief die Dirck Dircksz Matroos te Vlaerdingen had gepasseerd en waarover hij zijn schip St Pieter had borg gesteld. Van Muylwijck was in gebreke gebleven. Na zijn overlijden heeft Vermeulen de eigenaar van het schip Pieter Jansz Roos moeten vervolgen. Vermeulen heeft de vader van Willem van Muylwijck, Mathijs van Muylwijck en doctor van Muylwijck, zijn broer ontmoet in de herberg De Sleutels op een verkoping van het coopvaerdijeschip de Haes, waarop Claes Huyghen schipper was, en met hem over de bodemarye schuld gesproken. Zowel de vader als de broer van Willem van Muylwijck zeiden de schuld te betalen, maar vroegen om enig geduld tot de boedel van Willem van Muylwijck geregeld was.
Vermeulen verklaart dat hij tevreden is met de mondelijke toezegging van Van Santvoort, dat hij de schuld overneemt

06.10.1627 ona Rotterdam, akte 185, not Nicolaas vd Hagen, attestatie
Jochem Stevensz of Stoffelsz oud 50 jaar en corporaal Thonis Jansz van Dort, mersclimmer oud 22 jaar, verklaren op verzoek van Willem Gerritsz als vader van Gerrit Willemsz marsclimmer op het schip van Claes Huygen de Haes capiteyn, dat zij Iman Storm kwartiermeester hebben horen zeggen: al hetgeen ik zal nalaten, zal Gerrit Willemsz mijn neef erven

06.10.1627 ona Rotterdam, akte 6, not Jacob Duyfhuysen jr, attestatie
Jan Jans Walen, 32 jaar, lieutenant, Jan Crijns, stierman, 51 jaar, Arien Huygen, 32 jaar, hoochbootsman, Hubrecht Ariens, zijn maet, 19 jaar, Jacob Barents, schieman, Jan Egberts, zijn maet, 20 jaar, Jan Jaspers, quartiermeester, 25 jaar, Jan Hagel, corporael, 26 jaar, Tomas Jans, constapelsmaet, 28 jaar, Arien Jans, quartiermeester, 22 jaar, Arien Jacobs, timmerman, 25 jaar, Teunis Flips, tamboer, 22 jaar, en Cornelis Cornelisz, botteliersmaet, 51 jaar, allen dienend op het schip De Drije Coningen, onder capitein Teunis Adriaens Liefhebber, leggen een verklaring af op verzoek van voorn. capitein. Zij verklaren dat zij op 25 augustus l.l. op de Noortzee bij Abbenhooft met 6 schepen slaags zijn geraakt met 15 Duynkercker schepen. Het schip van capiteyn Claes Huygen De Haes is in de grond geschoten en capitein Teunis Florisz, heeft hen 's avonds verlaten. De andere dag hebben zij nog een slag geleverd en zijn van 't Hof naar de Oude Schiedamse Poort gegaan

01.11.1627 ona Rotterdam, akte 7, not Jacob Duyfhuysen jr, attestatie
Arien Tonisz, 21 jaar, marsclimmer en Peter Andriesz, 18 jaar, ondertimmerman, gediend hebbend onder wijlen capitein Claes Huygen de Haes, leggen een verklaring af op verzoek van capitein Cornelis Jans Romer. Zij verklaren dat zij op 25 augustus l.l. met 6 schepen tegen 15 Duynkerckers hebben gevochten. Hun schip zonk en zij zijn op het schip van capitein Niclaes Coolaert gegaan, een van de Duynkerckers, capitein Teunis Flips had hen verlaten

05.11.1627 ona Rotterdam, akte 171, not Adriaan Kieboom, attestatie
Huych Roeloffs van Bommel, constabel 34 jaar en Maerten Janss, cock 38 jaar, die beiden onder capiteyn Claes Huygen gevaren hebben, en Pieter Andriess, 18 jaar verklaren op verzoek van de vrouw van Theunis Liefhebber dat, toen zij slaags waren met de vijand, de capiteynen Cornelis Jan en de genoemde Liefhebber zich hebben afgewend van de vijand.
Volgens Andriess heeft Cornelis Jan het eerst zijn schip gewend

16.11.1627 ona Rotterdam, akte 67, not Jacob Duyfhuysen jr attestatie
Ghijsbert Henricxz, 23 jaar, die als schipper gediend heeft met capiteyn Claes Huygen de Haes za., buys-convoyer over de Grote Visserije, verklaart op verzoek van capiteyn Cornelis Jansz Romer dat zij op 25-08-1627 met Duynkercker schepen slaags zijn geraakt, dat deze op de admirael Backer na de laatste was die zich van voorn. capiteyn De Haes heeft afgekeerd.

21.03.1628 ona Rotterdam, akte 239, not Adriaan Kieboom, attestatie
Jan Janss Walen, luytenant, Jan Crijnen, stierman, Adriaen Huygen, hoochbootsman, Jacob Barentss, schieman en Huybert Adriaenss, hoochbootsmansmaet, verklaren op verzoek van capiteyn Teunis Lieffhebber dat zij op 25-08-1627 met genoemde capiteyn slaags raakten met 14 vijandelijke schepen.
De capiteyn, die zij met de andere matrozen trouw hadden gezworen, heeft zich moedig gedragen, o.a. ten opzichte van Claes Huygen die omsingeld was. Betreft: zeeslag met vijandelijke schepen

27.10.1629 ona Rotterdam, akte 20, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claesz Rochusz capiteyn, wonende Hoochstraet herroept de akte samen met zijn vrouw gemaakt op 29.03.1628 t.o.v. notaris Willem Jacobsz en bepaalt nu dat zijn dochter Stijntgen Pietersdr, weduwe van Claes Huygensz, in zijn leven capiteyn van de groote visscherie, na het overlijden van hem en zijn vrouw, in koop zal hebben hun huis staande in het Westvierendeel buitendijks, genaamd Lisbona, belendend de weduwe van Huybrecht van de Mees en Jan van den Berch, wijncooper, strekkend tot in de haven voor een bedragvan f 2700,-.

18.07.1631 ona Rotterdam, akte 228, not Jacob Duyfhuysen jr, attestatie
Ariaentge Cornelisdr, 54 jaar, vrouw van Jan Dircxz, schieman bij capiteyn Andries van Soetendael, en haar dochter Lysbet Jansdr, 25 jaar, vrouw van Hosem Boyen, verklaren op verzoek van hun zwagerinne Grietge Michielsdr, weduwe van Pieter Jacobsz, voorzoon van Ariaentge wonende te Amsterdam, dat 4 jaar geleden Pieter Jacobsz, toen varende met capiteyn Claes Huygen de Haes op een buysconvoyer van de visserije van Rotterdam, tijdens een gevecht tegen de Duynkerckers is doodgeschoten en overboord gezet

02.01.1632 ona Rotterdam, akte 186, not Jan van Aller Az verkoop
Dirck Lauwijsz Couckelberch, Pieter Claesz en Aeltge Claes, allen kinderen en erfgenamen van Emmitgen Dirckx, verkopen een huis en erf aan de westzijde van de Leuvenhaven aan Stijntgen Pieters, weduwe van capiteyn Claes Huijgen de Haes, geassisteerd door capiteyn Pieter Claes Rochusz, haar vader, voor een bedrag van 3.200 gulden

11.05.1640 ona Rotterdam, akte 145, not Arent van der Graeff, testament
Stijntje Pieters, weduwe van Claes Huygen de Haes, capiteyn, benoemt tot haar erfgenamen haar 6 kinderen, Maertje, Huygh, Pieter, Maerten, Claes den ouden en Claes de jongen Claesz

15.07.1644 ona Rotterdam, akte 97 notaris Arnout Hofflant, attestatie
Stijntge Pietersdr, weduwe van capiteijn Claes Huijgen de Haes, 61 jaar oud (geb ca 1583), Trijntge Pieters, vrouw van schepen Cornelis Verhoeve, 55 jaar oud (geb ca 1589), en Neeltge Pietersdr, 51 jaar oud (geb ca 1593) en vrouw van Claes Claesz, lijndraijer, allen wonend alhier, verklaren op verzoek van Anna van der Meer, weduwe van Huijbert van der Meer, dat zij meer dan 40 jaar geleden naast haar vader, Claes Roockusz, hebben gewoond in het huis met de naam Lissabon, gelegen aan de zuidzijde van de Hoochstraet en Anna's vader meermalen hebben horen zeggen dat hij het recht van de goot of waterloop had. Er is toen een regeling getroffen t.a.v. de goot voor het huis, destijds in bezit van Jan van den Berch of zijn moeder, vanwege de aanvoer van wijnen in zijn kelder. Het huis is nu in bezit van Pieter de Bloot

03.10.1644 ona Rotterdam, akte 256, not Aent van der Graeff, schuldbekentenis
Stijntje Pieters, weduwe van Claes Huygen de Haes, verklaart schuldig te zijn aan Cornelis Verhaven, schepen, als voogd van het kind van wijlen Claes Pieters Schipper, de somma van 400 gulden ter zake van geldlening

x 30.10.1635 te Rotterdam, stadstrouw, Bouwen Jansz wed van Rotterdam en Weijntie Jans jd van Rotterdam
22.04.1649 ona Rotterdam, akte 141, not Vitus Mustelius Woutersz, kwitantie
Bouwen Jansen, als man van Meijntgen Jans, Meijntge Claes, weduwe van Abraham Joppen, en Willem Pietersen Quack, als gehuwd zijnde met Leentgen Heyndricx, erfgenamen van wijlen Bouwen Leendersen de Munnick, verklaren ter voldoening van hun erfenis een bedrag van 752 gulden ontvangen te hebben van hun mede-erfgenamen Claes Claessen, Stijntge Pieters, weduwe van Claes Huigen de Haes, de erven van Jan Pietersen Reus, en kapitein Cornelis Verhaven (zowel voor hemzelf en als voogd - naast Cornelis Barentsen Rees - van het nagelaten kind van wijlen Claes Pietersen)

09.06.1656 ona Rotterdam, akte 162, not Bartholomeus Roose, boedelinventaris
Maerten Jansz Warocquijn, herbergier in het Schippershuijs, laat door de notaris zijn bezittingen opnemen daar zijn vrouw Margrietge Cornelisdr omtrent de laatste kermis is overleden. De bezittingen zijn naast sieraden en huisraad een huis met erf gelegen tegenover het Admiraliteitshuijs, waar het bord uithangt Het Prince Schip. De lasten zijn: een schuld van 2600 gulden aan de weduwe van Claes de Haes vanwege de aankoop van het genoemde huis. Voorts verklaart hij dat hij alles ter goeder trouw heeft opgegeven, echter als hij nog iets vindt dat hij dat dan aan de notaris laat weten

08.02.1661 ona Rotterdam, akte 201, not Christiaan van Vliet Delfshaven, overeenkomst
De kinderen van capiteijn Pieter Claes Rochusz en Maertijntge Bouwens, beiden overleden, bereiken overeenstemming inzake hun nalatenschap.
De kinderen zijn: Stijntge Pietersdr, weduwe van Claes Huijgensz de Haes, in zijn leven capiteijn van de grootvisscherij, Neeltge Pietersdr, vrouw van Claes Claesz de Jongh, wonend te Rotterdam en Trijntge Pietersdr, weduwe van Cornelis Verhaven, in zijn leven schepen van Rotterdam, en Cornelis Barentsz Rees, ijsercoopman, als voogd van Claesge Claesdr, dochter van Claes Pietersz die reeds is overleden, zij krijgt uit de erven 4000 gulden als zij in het huwelijk treedt, de voogd verplicht zich hiertoe


PIETER CLAESSEN DE HAES en MAERTGE CLAES
Pieter Claessen de Haes, begraven 18.03.1668 te Rotterdam, zoon van Claes Huygensz de Haes en Stijntgen Pietersdr

x otr 27.12.1648/10.01.1649 te Rotterdam, ned.geref, Pieter Claassen j.m. van Rotterdam en Maartje Claasz j.d. van Rotterdam
kinderen gedoopt te Rotterdam, remonstrants
17.03.1652 Claes
V Pieter Claesse de Haes, m Maertie Claes
23.11.1653 Jacobus
V Pieter Claesse de Haes, m Maertie Claes, get Jacob Claesse Swanevelt, Annetie Cornelis
20.06.1655 Pieter
V Pieter Claassen, m Maartje Claes, get Marten Claassen, Ariaantje Claas
10.04.1657 Lijntien
V Pieter Claessen, m Maertie Claes, get Claes Hugen de Haes, Neeltie Claes, Stijntie Pieters
04.05.1659 Pieter
V Pieter Claesz, m Maertgen Claes, get Pieter Moensz, Neeltgen Claes, Stijntgen Frans
25.05.1663 Jan
V Pieter Claesz, m Maertgen Claes, get Jan Claesz, Claesie Maertens, Aeriaentgen Claes

begraven 18.03.1668 te Rotterdam, PIETER CLAESZ DE HAES, echtgenoot van Maertje Claesdr

*
Doopgetuige te Rotterdam remonstrants voor
15.02.1660 Maarten, v Claas Hugen, m Claasje Martens, get Pieter Claassen, Martje Claes
26.09.1660 Pieter, v Pieter Moensen, m Neeltie Claes, get Pieter Claesen de Haes, Roelant Simonse, Maertie Claes
09.12.1660 Claes, v Claes Huijgen, m Claesie Maertens, get Pieter Claesz, Maertge Claes
04.06.1662 Claes, v Claas Huijge, m Claesje Maartens, get Pieter Claasz, Maarte Claas, Arjaantje Pieters

*
25.04.1649 ona Rotterdam, akte 144, not Vitus Mustelius Woutersz, testament
Pieter Claessen de Haes en zijn vrouw Maertge Claes maken een langstlevende testament

CLAAS DE HAES
Claes Claesz, zoon van Claes Huygensz de Haes en Stijntgen Pietersdr

15.02.1661 ona Rotterdam akte 124, not Gerrit van der Hout, testament
Aeryaentge Pieters, vrouw van Jan Aeryens van der Werff, bevestigt het testament dat zij met haar man heeft gemaakt op 22/01/1659. Zij legateert aan Barbara Pieters, haar zuster, en bij diens vooroverlijden aan Maertge Claesdr, dochter van Claes Pieters de Haes, 2000 gulden

 


HUYCH CLAESZ DE HAES en NEELTGEN DOEN COUWENBURG
Huych Claesz, geboren ca 1610, zoon van Claes Huygensz de Haes en Stijntgen Pietersdr
Neeltgen Doen, geb ca 1614, dochter van Doe Cornelisz Couwenburch, timmerman en Heyltgen Lenertsdr


x 06.06.1638 te Rotterdam, stadstrouw, Huijch Claesen, j.m. van Rotterdam en Neeltgen Doenen, jd. van Rotterdam
Kinderen geboren te Rotterdam
Claes Huygen      >HILLETJE JANS/CLAESJE MAERTENS
Begraven 17.12.1656 te Rotterdam Hilletje Jans, echtgenote van Claes Huygen de Haes

kinderen gedoopt te Rotterdam, remonstrants
28.04.1652 Catelijntje
V Huijch Claassen de Haas, m Neeltje Doen Couwenburg, get Haasje Commers, pete
15.03.1654 Maertgen
V Huijch Claesz, m Neeltgen Doenen, get Pieter Claesz, Pieternelle Doenen

Begraven 19.08.1668 te Rotterdam HUYCH CLAESZ DE HAES, echtgenoot van Elsje Doenen

*
Doopgetuige te Rotterdam, remonstrants
03.08.1653 voor Maertie, v Claes Huijgen, m Heijltie Jans, get Pieter Claessen, Stijntie Pieters, Neeltie Doenen

*
16.05.1638 ona Rotterdam, akte 55, not Gerrit van der Hout, huwelijksvoorwaarden
Huijch Claes de Haes, aanstaand bruidegom, met assistentie van zijn moeder Stijntge Pieters, weduwe van capiteijn Claes Huijgen de Haes, en zijn ooms en voogden capiteijn Cornelis Verhaeven en Claes Claesz, lijndraeijer, en de aanstaande bruid Neeltge Deenen, met assistentie van haar voogden Commer Leenderts en Jacob Pietersz, sluiten een contract op huwelijkse voorwaarden

Weeskamer Rotterdam 2641 606/86 1-7-1639 Doe Cornelisz. Couwenburch timmerman (ov) Heyltgen Lenertsdr. (ov) (vgdn.: Commer Lenertsz. caersmaecker (oom moez.) en Jacob Pietersz. timmerman) Kinderen erfden ook van Cornelis Grippe tot Brouwershaven. Genoemd oom vaz. Gijsbert Cornelisz. met onbejaarde dr. waarvan Doe vgd. was geweest.
Kinderen: - Neeltgen Doen, geb. ca. 1614 (X Huych Claesz., uit voogdij 14-7-1639) - Pieternelle Doen - Cornelis Doensz. (is X, uit voogdij 17-2-1646) zie nr. 2649

Weeskamer Rotterdam 2981 610/90v 3-2-1646 Doe Cornelisz. Couwenburch huystimmerman (ov) Heyltgen Leendertsdr. (ov) (vgdn.: Commer Leendertsz. caesmaecker en Jacob Pietersz. timmerman) Kinderen: - Neeltgen Doenen (X Huych Claesz. de Haes) - Cornelis Doenen (1641 naar Delft) - Pieternelle Doenen.

06.05.1646 ona Rotterdam, akte 139, not Arent van der Graeff, machtiging
Huych Claesz de Haes, schipper, machtigt zijn echtgenote Neeltje Doemen, om voor de vierschaar te compareren en de giftebrief van het aan de weduwe van Jan Jansz, brandewijnbrander, over te geven en een schuldbrief voor de koopsom te ontvangen

01.04.1645 ona Rotterdam, akte 2, not Gerrit van der Hout, testament
Pieternelle Doenen, jongedochter, 17 jr, legateert al haar lijfgoederen aan Neeltge Doenen, vrouw van Huych Claesz de Haes, haar zuster, en vermaakt aan haar kinderen een bedrag van 600 gulden; haar zuster zal haar leven lang hiervan het vruchtgebruik genieten.
Ze benoemt tot erfgenaam haar zuster Neeltgen Doenen en haar broer Cornelis Doenen

11.01.1646 ona Rotterdam akte 84, not Vitus Mustelius Woutersz
Huich Claessen (Huich Claessen de Haes), schipper, verkoopt aan Jan Jansz, distelateur, een huis en erf aan de westzijde van de Leuven (Leuvehaven). Er zijn bepalingen inz. een gemeenschappelijke muur. Het pand is belast met 1.800 gulden t.b.v. de weeskinderen van Daen Cornelisz, timmerman. Koper neemt dit over; daarnaast betaalt Jan nog 2.000 gulden. Er wordt een betalingsregeling overeengekomen. Buurman is Claes van der Wiel, lootgieter; aan de zuidkant ligt de Brantsteech

05.01.1650 ona Rotterdam, akte 14, not Nicolaas Vogel Adriaansz attestatie
Huych Claesz de Haes, schipper van de "Dantsigh" oud 40 jaar en Symon Pietersz, hoogbootsman oud 40 jaar leggen de volgende verklaring af op verzoek van Caspar Massijs coopman tot Antwerpen. Omstreeks 20 aug. vertrokken zij in gezelschap van Jacob Jacobsz van Duijn en Jan Pieters de Raedt, van St. Martens eiland. Op zee voeren zij samen met Frans Narebout van Veere, wiens schip geladen was met gerst van Bordeaux . Het schip van Narebout is op zee gekaapt. Later vernamen zij dat de kaper een Turcxe rover was die het schip van Narebout opbracht in Sale

01.02.1650 ona Rotterdam, akte 18, not Nicolaas Vogel Adriaansz, attestatie
Jan Pietersz de Raedt, oud 28 jaar, schipper van "d'Esphermunde" verklaart op verzoek van Casper Massijs coopman in Antwerpen: Samen met de schepen van Huych Claes de Haes en Jacob Jacobsz van Duijn is hij van St. Martens Eiland vertrokken. Bij hen voegde zich het schip van Frans Narebout uit Veere in Zeeland die geladen was met gerst en andere schepen uit Bordeaux die niet geladen waren wegens de oorlogssituatie in Bordeaux. Op 22 aug 1649 zag hij een vreemd schip dat langszij Frans Narebout aanlegde en daarna met zijn schip wegvoer. Het was een Turks schip die het schip van Narebout gekaapt had

17.06.1651 ona Rotterdam akte 688 not Vitus Mustelius Woutersz attestatie
Symon Pietersz, hoogbootsman, oud 39 jaar; en Maerten Dircksen, timmerman, 38 jaar, geven voor hun schipper Huich Claesz de Haes van het schip "de Vergulden Haes" getuigenis hoe ze op terugreis van de rivier van Nantes in de Maas bij Schiedam op een (zand)plaat vastliepen. Ondanks verwoede pogingen kwamen ze niet los. Later met behulp van "hacken, lichters en pijpen" is dat met veel kosten wel gelukt en bereikten ze de haven van Rotterdam. Ze waren beladen met wijn en brandewijn.

08.07.1651 ona Rotterdam, akte 56, not Jacobus Delphius, attestatie
Stoffel Maertens, 35 j., en Claes Truerniet, 25 j., leggen een verklaring af op verzoek van de gemeene inladers van het schip "de Haes", waar schipper op is Huijch Claesz de Haes. Zij verklaren dat zij aan boord van het schip, dat vast zat bij Schiedam, waren om te lossen. Er is niet door Frank Jans Gouwenaer of Jacob Alewijns Pinckeveer, scheeptimmerlieden, aan het schip gewerkt.

17.04.1652 ona Rotterdam akte 134, not Vitus Mustelius Woutersz, verkoop
Huich Claesz de Haes, schipper, verkoopt aan Jan Sijmonsz Das een huis met erf gelegen aan de westzijde van de Leuvehaven. De belendingen zijn: noord: kinderen en erfgenamen van Claes van der Wiel, zuid: de Brantsteech, aan de achterzijde de genoemde kinderen. De scheidingsmuren zij volgens akte van 25-7-1645 gemeen. De verkoop som bedraagt 1336 gulden. Op dit pand rust nog een Custing rentebrief van dato 28-2-1641, groot 1800 gulden toekomend aan de weeskinderen van timmerman Doen Cornelisz, de voogden hievan zijn Commer Leendertz, en Jacob Pietersz Friskis

11.02.1654 ona Rotterdam, akte 89 not Vitus Mustelius Woutersz schuldbekentenis
Huijgh Claesse de Haes, schipper op Middelburg, bekent dat hij aan Gerrard Nieuwhoven, koopman, schuldig is een bedrag van 400 gulden. Deze schuld komt voort uit een eerdere obligatie van 6300 gulden toekomend aan Maerten Dommert en gepasseerd bij notaris Dirck Blocq, deze obligatie is thans geheel voldaan. Huijgh belooft het geleend bedrag op 22 januari 1655 te voldoen

20.01.1657 ona Rotterdam, akte 9, not Adriaen van Aller, arbitrage
Theunis Mansz van Egmond op Zee, schipper van de 'Morgenstond', heeft op 10-10-1656 een bevrachtingscontract gesloten met Pieter Jansz van Langendijk te Langendijk bij Alkmaar en eist nu 400 gulden van zijn bevrachter voor de extra ligdagen van zijn schip in Sindt in Engeland. De schipper eist in totaal 575 gulden van Pieter Jansz. Beiden accepteren de uitspraak van arbiter Huigh Claesz de Haas: Pieter Jansz moet Theunis Mansz 350 gulden betalen voor de extra ligdagen

02.08.1657 ona Rotterdam, akte 166, not Adriaen van Aller, insinuatie
Geleijn Quirijns, ridder, baronet etc, laat een insinuatie overhandigen aan Pieter Cornelisz, knecht van Huijgh Claesz de Haes, beurtschipper op Middelburg in Zeeland, ter zake van de diverse vragen, o.a. of de knecht van de Haes, Thomas Benslee, hem een koffer heeft gebracht, die in het schip is geladen

02.08.1657 ona Rotterdam, akte 167, not Adriaen van Aller, insinuatie
Geleijn Quirijns, ridder, baronet etc, laat een insinuatie overhandigen aan Huijgh Claesz de Haes, beurtschipper op Middelburg in Zeeland, ter zake van de diverse vragen, o.a. of de knecht van de Haes, Thomas Benslee, hem een koffer heeft gebracht, die in het schip is geladen.
N.B. dezelfde akte als 166

03.08.1657 ona Rotterdam, akte 168, not Adriaen van Aller, insinuatie
Geleijn Quirijns laat een insinuatie overhandigen aan Dirk Cornelisz, alias Neijop, kruier op het Middelburgse Veer, ter zake van de diverse vragen, o.a. of hij uit het schip van Huijgh Claasz de Haas, beurtschipper op Middeloburg met Pieter Cornelisz, knecht van de Haes, een koffer heeft gehaald


CLAES HUIJGEN DE HAES en HILLETIE JANS/CLAESJE MAERTENS

kinderen gedoopt te Rotterdam, remonstrants
03.08.1653 Maertie

v Claes Huijgen, m Heijltie Jans, get Pieter Claessen, Stijntie Pieters, Neeltie Doenen

Begraven 17.12.1656 te Rotterdam HILLETJE JANS, echtgenote van Claes Huygen de Haes
Kinderen gedoopt te Rotterdam, remonstrants
04.06.1662 Claas

v Claas Huijge, Claesje Maartens, get Pieter Claasz, Maartje Claas, Arijaantje Pieters
12.06.1667 Maerten, v Claes Hugens de Haes, m Claesje Maertens


-doopgetuige Rotterdam ned.geref 01.01.1653 voor Claes, v Maerten Claesse, Claertge Claes, get Claes Huigen, Hillegont Jans

25.10.1658 ona Rotterdam, akte 227, not Balthasar de Gruyter, testament
Claes Huijgen de Haes, grootschipper, en zijn vrouw, Claesje Maertens, wonend op de Schiedamsedijk bij de brouwerij 'de Witte Leeu', maken hun testament. Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn dochtertje, Maritie Claesdr, 5 j., uit zijn huwelijk met Hilletie Jans, en zijn vrouw en benoemt haar tot voogdes over zijn dochter. Zij benoemt tot haar erfgenamen Pieter, Leendert en Trijntje Maertens en een legaat van 1000 gulden aan haar man.

27.05.1658 ona Rotterdam, akte 112, not Balthasar de Gruyter, schuldbekentenis
Alexander Walker, zeevarend persoon, wonend te Borroustonnes in Schotland, handelend voor Johan Hamelton, heer van Granes c.s., mede in Schotland, het Nederduits wel verstaand, bekent een schuld van 10300 gulden te hebben aan Claes Huijgen Haes, schipper van 'de Coorncraij', ter zake van de koop van het voorn. Schip

27.05.1658 ona Rotterdam, akte 113, not Balthasar de Gruyter, bevrachtingsovereenkomst
Claes Huijgen Haes, schipper van 'de Cooren Craij' groot 80 lasten liggend in de Leuvenhaven, sluit een bevrachtingsovereenkomst met Alexander Walker, zeevarend persoon, wonend te Borroustonnes in Schotland, handelend voor Johan Hamelton, heer van Greins c.s., mede in Schotland, het Nederduits wel verstaand. De schipper moet lading vervoeren naar Borroustonnes voorn. en te Greijns kolen innemen en die naar Rotterdam vervoeren voor de helft van de lading en voor 6 gulden per hoed kolen

05.03.1660 ona Rotterdam, akte 86, not Adriaen van Aller, machtiging
Claes Huijgen de Haes, schipper, gehuwd met Claesge Maertens, is de enige gerechtigde in een tuintje en erf in Cool, in gebruik bij Pejen Hoogerwaert, poorter van de Delffse poort, volgens het testament bij notaris Willem Jacobsz d.d. 1-3-1630 van Jasper Pietersz Romeijn, de oom van Claesge.
Hij machtigt zijn vrouw om eigenaresse van het tuintje te worden en de sleutel van Hoogerwaert te vorderen
Dit is het testament:
01.03.1630 ona Rotterdam, akte 60, not Willem Jacobsz testament
Jaspar Pietersz Romeyn, wonende Westwagestraet, vermaakt aan zijn zusters: Maritgen Pietersdr, vrouw van Huych Jansz, wonende in Butterdorp in het ambacht van Hillegertsberch en Neeltgen Pietersdr, vrouw van Rochus Cornelisz Jongeneel, wonende in Bleyswijck, tesamen 2.400 gulden. Voorts aan zijn broer: Maerten Pietersz, en aan zijn zuster Neeltgen Pietersdr, vrouw van Alewijn Cornelisz Ruyter 3 1/2 margen land gelegen in de Berch polder onder Hillegertsberch, strekkende van de Cleywech tot de Slimme Wetering, en belendend de weduwe en erfgenamen van Huybert van der Meer, tevens vermaakt hij aan hen: 13 ½ hond land gelegen in de Berch Polder voor de woning van Gijs Claesz van Haemeren, strekkende van de Cleywech tot de Slimme Wetering en belendend de kinderen vanClaes Gijssen van Haemeren, en Andries Cornelisz, aan de Cleywech.
Hij wil worden begraven in de Groote Kerck.

 

MAERTEN CLAES HUYGENSZ en CLAERTGIE CLAES
Maerten Claesz, zoon van Claes Huygensz de Haes en Stijntgen Pietersdr, marktschipper op Alkmaar

x otr 21.03/05.04.1649 te Rotterdam, ned.geref, Maerten Claesse, j.m. van Rotterdam en Claertgie Claes, j.d. van Rotterdam
Kinderen gedoopt te Rotterdam, ned.geref
20.12.1649 Aeffie
V Maertge Claes, m Claertge Claes, get Cornelis Arijense, Maertge Claes, Heiltge Cornelis
01.01.1653 Claes
V Maerten Claesse, m Claertge Claes, get Claes Huijgen, Hillegont Jans
03.10.1654 Cornelis
V Maerten Claesse, m Claertie Claes, get Pieter Cornelisse, Heijltge Jans, Maertie Claes
09.02.1659 Jannetgen
V Maerten Claesse de Haes, m Claertgen Claes, get Maertgen Claes
03.12.1661 Pieter
V Maerte Cornelisse de Haes, m Claertie Claes
27.04.1666 Willem
V Maerte Clase de Haes, m Claertge Claes, get Maertge Claes

*
18.02.1654 ona Rotterdam, akte 8, not Jacob Duyfhuysen jr, machtiging
Pieter Gerritsz, als opperstierman thuis gevaren uit Oostindien, machtigt Maerten Claesz de Haes, marctschipper op Alckmaer om 125 gulden te innen van Dirck, Claes en Wouter Ouwelsz, erfgenamen van Banckeras Auckes, die op de reis van Oostindien op het schip De Parel is overleden

06.11.1659 ona Rotterdam akte 176 not Adriaen van Aller vrijwaring
Maerten Claessen de Haes, veerschipper op Alkmaar, belooft dat hij Abel Jansen de Graes, schipper, wonende te Alkmaar, schadeloos zal houden voor alle eventuele navorderingen met betrekking tot het damloperschip dat De Graes op 5 oktober jongstleden van hem heeft gekocht. Jan Fransen Doetmijnuijt, koopman, stelt zich borg

 

III 3b. CORNELIS JANSZ VERHAVEN en TRIJNTGE PIETERS

Cornelis Verhaven, geb ca 1589, begraven 01.02.1660, schepen van Rotterdam (1644), zoon van Jan Quirijns Verhaven en Grietge Symonsdr Pesser
Trijntge Pieters, geb ca 1589, begraven 23.10.1661 te Rotterdam, dochter van Pieter Claes Rochusz en Martijntgen Bouwens

 

x otr 26.07/09.08.1615 te Rotterdam, ned.geref, Cornelis Jans Verhaven, j.m. en Trijntgen Pieters j.d.
kinderen
Dirk
Aefje
Martintje
Catharina
Aeltje
Grietgen
Jan Verhaven

begraven 01.02.1660 te Rotterdam CORNELIS VERHAVEN, kapitein en houtkooper, echtgenoot van Trijntje Pieters
begraven 23.10.1661 te Rotterdam TRIJNTJE PIETERS weduwe van Verhaven, kapitein en houtkooper

 

*

28.06.1633 ona Rotterdam, not Arnout Wagensvelt, testament
Testament van het echtpaar Cornelis Jansz Verhaven, houtkoper en Trijntgen Pieterdr. Zij herroepen eerdere wilsbeschikkingen en benoemen de langstlevende als universeel erfgenaam met de plicht eventuele kinderen op te voeden, en bij meerderjarigheid of huwelijk elk 300 gulden te geven

2129 601/247 18-2-1638 Willem Cornelisz. de Lange (ov) Brechtgen Jansdr. (ov) (voogden: zie nr. 2127 ; nu Crijn Jansz. Vermey (overleden, wed. Gooltgen Cornelisdr., vervangen door capt. Cornelis Jansz. Verhaven) en Adriaen Willemsz. van Swyten (in de tekst ook Van Slingelant genoemd) (Hij tekent “van Swieten”)) Kind: - Cornelia Willemsdr., geb. ca. 1617 (afrek. 7-2 en 12-2-1642) zie nr. 2127, 2168

04.02.1640 ona Rotterdam, not Arnout Wagensvelt, testament
Cornelis Jansz Verhaven, houtcooper, en zijn vrouw Trijntgen Pietersdr benoemen elkaar tot erfgenaam. De gebrekkige dochter Grietgen Cornelisdr Verhaven krijgt na de dood van de langstlevende een legaat.

15.07.1644 ona Rotterdam, akte 97 notaris Arnout Hofflant, attestatie
Stijntge Pietersdr, weduwe van capiteijn Claes Huijgen de Haes, 61 jaar oud (geb ca 1583), Trijntge Pieters, vrouw van schepen Cornelis Verhoeve, 55 jaar oud (geb ca 1589), en Neeltge Pietersdr, 51 jaar oud (geb ca 1593) en vrouw van Claes Claesz, lijndraijer, allen wonend alhier, verklaren op verzoek van Anna van der Meer, weduwe van Huijbert van der Meer, dat zij meer dan 40 jaar geleden naast haar vader, Claes Roockusz, hebben gewoond in het huis met de naam Lissabon, gelegen aan de zuidzijde van de Hoochstraet en Anna's vader meermalen hebben horen zeggen dat hij het recht van de goot of waterloop had. Er is toen een regeling getroffen t.a.v. de goot voor het huis, destijds in bezit van Jan van den Berch of zijn moeder, vanwege de aanvoer van wijnen in zijn kelder. Het huis is nu in bezit van Pieter de Bloot

2957 609/364 7-10-1645 Claes Pietersz. schipper (ov) Leentgen Jans (test. nots. Jan van Aller Andriesz. 14-8-1624) (vgdn.: Hr. Cornelis Verhaven oudschepen Rtd. en Cornelis Baerentsz. Rees) Kind erft ook van grootv. vaz. capiteyn Pieter Claesz. Kind: - weeskind nn

24.01.1652 ona Rotterdam, not Arnout Wagensvelt, testament
Cornelis Verhaeve, oud-schepen, en zijn vrouw Trijntge Pietersdr maken een wederkerig testament met
-regelingen voor de kinderen, legaten aan hun ‘gebreckelijcke’ dochter Grietge Cornelisdr Verhaeven- Cornelis Dircx Verhaeve, hun blinde kleinzoon

3351 616/34 6-3-1652 Claes Pietersz. schipper (ov) Leentgen Jansdr. (vgdn.: Hr. Cornelis Verhaven oudschepen en Cornelis Barentsz. Rees grofsmit) Kind erft mede van Boudewijn Leendertsz. de Munick (ov) Kind: - Claesgen Claesdr. (X Jacob van Diemen, aanwezig 6-3-1652)

17.08.1655 ona Rotterdam, akte 198/544, not Arnout Wagensvelt, testament
Cornelis Verhaeve, oud-schepen en Trijntge Pieters, zijn vrouw, wonende aan de Leuvenhaven oostzijde maken een wederkerig testament
Legaten aan – Grietge Cornelisdr Verhaeve, hun dochter, Johannes Swijnas, zoon van hun overleden dochter, Tot voogd over Johannes Swijnas stellen zij Dirck Cornelisz Verhaeve, hun zoon

08.02.1661 ona Rotterdam, akte 201, not Christiaan van Vliet Delfshaven, overeenkomst
De kinderen van capiteijn Pieter Claes Rochusz en Maertijntge Bouwens, beiden overleden, bereiken overeenstemming inzake hun nalatenschap.
De kinderen zijn: Stijntge Pietersdr, weduwe van Claes Huijgensz de Haes, in zijn leven capiteijn van de grootvisscherij, Neeltge Pietersdr, vrouw van Claes Claesz de Jongh, wonend te Rotterdam en Trijntge Pietersdr, weduwe van Cornelis Verhaven, in zijn leven schepen van Rotterdam, en Cornelis Barentsz Rees, ijsercoopman, als voogd van Claesge Claesdr, dochter van Claes Pietersz die reeds is overleden, zij krijgt uit de erven 4000 gulden als zij in het huwelijk treedt, de voogd verplicht zich hiertoe

Weeskamer Rotterdam - 3536 620/9 26-5-1655 rek. sedert 5-8-1649 mr. Gregorius van Teylingen (ov) Aeltgen (!) Cornelisdr. (ov) (voogden als nr. 3534) Kinderen: - weeskinderen als nr. 3534 Floris Quiringsz. Verhaeven (ov) nn. (voogden: Cornelis Verhaven, vertegenw. door zoon Jan Verhaven en Cornelis van Dam oudvredemaecker Rtd.) Ontvangen wordt 100 gld. van Cornelis Corstiaensz. en juffr. de Wilde uit het geld dat aan de arme vrinden van het geslacht moet worden uitgereikt. Kind: - Floris Florisz. Verhaven

4066 fo. 277v 15-5-1664 Johan Swinnas cruydenier X Martina Verhaven, ovl. Adm. Pieter Adriaensz. Verwer. Erflaatster Catarina Pietersdr. wed. van de hr. Cornelis Verhaven, oud-schepen Rotterdam, grootmoeder van moederszijde, scheiding 14-6-1663. Curator Jacob Verhaven, oudschepen Rotterdam en Dirck Reyersz. van Beaumont. Kind: weeskind NN.

4067 fo. 280v Gerrit Jansz. Heermans schiptimmerman X Aeffgen Verhaven, ovl. Adm. als 4066, boedel idem, curators idem, vertichting 12-9-1659. Kind: weeskind NN

 

III 3c. ARIAEN JANSZ/CLAES CLAESZ DE JONGH en NEELTJE PIETERS
Neeltje Pietersz, geb ca 1593, dochter van Pieter Claes Rochus en Maertijntje Bouwens
Neeltje heeft een voorkind
Claes Claesz de Jong, begraven 18.09.1667 te Rotterdam

 

X 21.11.1621 te Rotterdam, stadstrouw, Claes Claessoon, meester lijndraier in de baen van de OO, weduwnaar van Trijntje Jans, van Alckmaar met Sara Jans, j.d
x 26.10.1636 te Rotterdam, stadstrouw, Claes Claesz, weduwnaar van Alckmaer en Neeltgen Pieters weduwe van Adriaen Jans Corencraij

begraven 18.09.1667 te Rotterdam, CLAES CLAESZ DE JONG, weduwnaar

 

*
18.01.1637 ona Rotterdam, akte 15, not Arnout Hofflant, verkoop
Claes Claesz., lijndraijer, verklaart dat hij op 16/01/1637 een huis gekocht heeft, genaamd De Veersack, aan de zuidzijde van Oude Leuvehaven van Matheeus Vroloo za., backer, voor 2280 gulden.
Belendingen: ten oosten Cornelis Cornelisz. Dootsman en ten westen de weduwe van Pieter Cornelisz., schipper, strekkend tot Jan Goosen en Grietge Sanders

06.05.1637 ona Rotterdam, akte 189, not Arnout Wagensvelt, schuldbekentenis
Claes Claesz, lijndraeyer, bekent 300 car. gld. schuldig te zijn aan Jan Cornelisz Doetmijnuyt.

17.04.1638 ona Rotterdam, akte 11, not Arnout hofflant, testament
Pieter Claes Rochusz die ziekelijk is maakt zijn testament. Zijn dochter Neeltge Pietersdr, vrouw van Claes Claesz zal haar leven lang het vruchtgebruik hebben van het hele kapitaal. Na de dood van haar en haar man zal, na betaling van de legitieme porties de helft van het kapitaal gaan naar het voorkind van zijn dochter, die Ariaen Jansz als vader heeft, en de andere helft naar de voorzoon van Claes Claesz, die ook Claes Claesz heet en als moeder Trijntge Jansdr heeft

16.05.1638 ona Rotterdam, akte 55, not Gerrit van der Hout, huwelijksvoorwaarden
Huijch Claes de Haes, aanstaand bruidegom, met assistentie van zijn moeder Stijntge Pieters, weduwe van capiteijn Claes Huijgen de Haes, en zijn ooms en voogden capiteijn Cornelis Verhaeven en Claes Claesz, lijndraeijer, en de aanstaande bruid Neeltge Deenen, met assistentie van haar voogden Commer Leenderts en Jacob Pietersz, sluiten een contract op huwelijkse voorwaarden.

02.07.1638 ona Rotterdam, akte 177, not Arent van der Graeff, machtiging
Claes Claesz, lijndraeyer, machtigt Tomas Eduard, coopman te Liffco en Robbert Mutschaert, schipper, ook wonende in Schotland om bij David Greme, coopman te Edinburg 269 gulden te innen inzake een obligatie ten behoeve van Antony van Meurs en bij Jan Dury, schipper, 300 gulden te innen wegens de leverantie van geslagen want

09.03.1641 ona Rotterdam, akte 47, not Arnout Hofflant, machtiging
Henrick Nobell, burgemeester, Adriaen van Dusse, bewinthebber van de Westindische Compagnie kamer Rotterdam, Pieter Verbiest, commissaris van de cleijne saecken, mede namens de notairs, Pieter Mathijsz, Adriaen Marinisz Groenincx, Arent van der Wolff, Johan de Meij, Pauls de Hulter, Gautier de Hulter, Dirck Diert, Willem Teunemans, Govert van Bergen, allen kooplieden, Claes Pietersz Reus, schipper, en Claes Claesz Lijndraijer, allen reders van het schip "Het huijs van Muijden", waar Claes Pietersz Reus schipper op is, machtigen Maerten Eeuwoutsz de Reus, oud- schepen, medereder van het schip, om van de heren Pelt Hanse en Christoffel van der Hove te Amsterdam 973 gulden te innen die zij te goed hebben voor het vervoeren van wijnen.
De wijnen waren in beslag genomen door Anthony de Coninck, mede-reder. Deze had in het geheim, zonder hun comparanten medeweten, een bevrachtingscontract met de schipper gesloten, maar had wel alle handelingen en rechten op hun kosten laten verrichten en betaald. Zij protesteren verder tegen De Coninck tegen de kosten door de inbeslagname van de wijnen en vanwege het oponthoud van de schipper en het schip en willen deze kosten op hem verhalen

12.04.1641 ona Rotterdam, akte 8, not Arnout Hofflant, verkoop
Cornelis Cornelisz Dorsman de jonge verkoopt aan Willem Bastiaensz zijn huis en erf aan de westzijde van de Leuvehaven. Belendingen: de weduwe van Capiteijn Claes Huijgen, Jan Barentsz van Pavijen, Claes Claesz, lijndraijer, en Niesge Teunisdr, weduwe van Leendert Fransz Valck, 4 huijskens op de Schiedamsen dijck. Prijs: 7325 gulden.
In de marge: op 03/05/1641 is door Willem Bastiaensz een betaling van 2500 gulden gedaan.

17.05.1642 ona Rotterdam, akte 177, not Arent van der Graeff, machtiging
Claes Claesz, lijndraeyer, machtigt Cornelis de Haes, procureur te Alckmaer om 161 gulden te innen van Claes Hendricxsz, stierman op een haringhboot, die hij van hem tegoed heeft vanwege geslagen want in 1641 voor de haringhboot geleverd

09.02.1643 ona Rotterdam, akte 68, not Arent van der Graeff, overeenkomst
Jan Jansz Kempenaer uit Maeseijck, lijndraeijer, verhuurt zich als meesterknecht voor 3 jaar aan David Langelens, schots schipper om in de lijnbaan van Jan Dennen, koopman in Edenburch te gaan werken, de lijnbaan ligt in Lith. Hij krijgt 500 gulden per jaar, te betalen met 10 gulden per maand. Hij is gerecommendeerd door Claes Claesz, waar hij meesterknecht was. Als hij na een jaar wil vertrekken krijgt hij 50 gulden voor reisgeld en verlet tijd

16.05.1643 ona Rotterdam, akte 181, not Arent van der Graeff, attestatie
Jan Pietersz Verhaven, schipper geweest op het schip "'t wapen van Rotterdam", oud 36 jaar, en Jan Jansz de Coster, stierman geweest op hetzelfde schip, 35 jaar oud, verklaren op verzoek van Claes Claesz, lijndraeyer, dat zij met het schip, komend van Nantes op 31-12-1642 door 3 schepen Duynkerckers tussen Wicht en Bevesier zijn opgebracht en op 02-01-1643 in Duynkercken zijn aangekomen

15.07.1644 ona Rotterdam, akte 97 notaris Arnout Hofflant, attestatie
Stijntge Pietersdr, weduwe van capiteijn Claes Huijgen de Haes, 61 jaar oud (geb ca 1583), Trijntge Pieters, vrouw van schepen Cornelis Verhoeve, 55 jaar oud (geb ca 1589), en Neeltge Pietersdr, 51 jaar oud (geb ca 1593) en vrouw van Claes Claesz, lijndraijer, allen wonend alhier, verklaren op verzoek van Anna van der Meer, weduwe van Huijbert van der Meer, dat zij meer dan 40 jaar geleden naast haar vader, Claes Roockusz, hebben gewoond in het huis met de naam Lissabon, gelegen aan de zuidzijde van de Hoochstraet en Anna's vader meermalen hebben horen zeggen dat hij het recht van de goot of waterloop had. Er is toen een regeling getroffen t.a.v. de goot voor het huis, destijds in bezit van Jan van den Berch of zijn moeder, vanwege de aanvoer van wijnen in zijn kelder. Het huis is nu in bezit van Pieter de Bloot

12.07.1647 ona Rotterdam, akte 274, not Willem van Aller, machtiging
Joost van Colster (out-burgemeester, raet en vroetschap alhier), Lucien Colster (out-schepen van Schielant), Servaes van Colster, Cornelis Barentsen Rees, Adriaen Jacobsen Pinckever/Pyenckever (scheepstimmerman), Jacob Simonsz (blockmaecker), Claes Claesz de Jonge (lijndraeijer) en Robbert Bart, allen reders/eigenaars van het schip 'de Robbert van Rotterdam' machtigen stierman Willem Nooitgewest om bij het parlement te Londen of elders te verzoeken om restitutie van het schip.De reders treden eveneens op voor reder Pieter van Almonde (burgemeester in den Briel). Schipper op genoemd schip was Marcus Janssen

08.02.1661 ona Rotterdam, akte 201, not Christiaan van Vliet Delfshaven, overeenkomst
De kinderen van capiteijn Pieter Claes Rochusz en Maertijntge Bouwens, beiden overleden, bereiken overeenstemming inzake hun nalatenschap.
De kinderen zijn: Stijntge Pietersdr, weduwe van Claes Huijgensz de Haes, in zijn leven capiteijn van de grootvisscherij, Neeltge Pietersdr, vrouw van Claes Claesz de Jongh, wonend te Rotterdam en Trijntge Pietersdr, weduwe van Cornelis Verhaven, in zijn leven schepen van Rotterdam, en Cornelis Barentsz Rees, ijsercoopman, als voogd van Claesge Claesdr, dochter van Claes Pietersz die reeds is overleden, zij krijgt uit de erven 4000 gulden als zij in het huwelijk treedt, de voogd verplicht zich hiertoe


III 3d. LEENDERT CRIJNEN CAGENAER (de Munnick) en AEFGEN PIETERS
Leendert Crijnsz Cagenaer, overleden voor 31.01.1605, zoon van Crijn Jansz Cagenaer
Aeffgen Pieters, overleden voor 31.01.1605, dochter van Capt. Pieter Claes Rochusz

x otr 14/28.05.1600 te Rotterdam, ned.geref, Leenart Crijnen, j.m. en Aeffgien Piters, j.d.
kinderen
Bouwen Leendertsz
Begraven 11.04.1649 te Rotterdam (een) Bouwen Leenderts

*
Weeskamer Rotterdam - 1458 589/256 31-1-1605 Leendert Crijnsz. Cagenaer (ov) Aeffgen Pietersdr. (ov) (voogden Andries Christoffelsz., Crijn Jansz. Cagenaer (grootv.) en Capt. Pieter Claes Rochusz. (grootvader moederszijde) schipper) Zaken samen met Jacob Crijnen en Crijn Jansz. (ov. voor 24-1-1618 en X Neeltgen Leendertsdr. ov), vervangen door Jan Crijnsz. Kind: Bouwen Leendertsz. (aanw. 12-5-1623, laatste afrek. 7-9-1634)

22.04.1649 ona Rotterdam, akte 141, not Vitus Mustelius Woutersz, kwitantie
Bouwen Jansen, als man van Meijntgen Jans, Meijntge Claes, weduwe van Abraham Joppen, en Willem Pietersen Quack, als gehuwd zijnde met Leentgen Heyndricx, erfgenamen van wijlen Bouwen Leendersen de Munnick, verklaren ter voldoening van hun erfenis een bedrag van 752 gulden ontvangen te hebben van hun mede-erfgenamen Claes Claessen, Stijntge Pieters, weduwe van Claes Huigen de Haes, de erven van Jan Pietersen Reus, en kapitein Cornelis Verhaven (zowel voor hemzelf en als voogd - naast Cornelis Barentsen Rees - van het nagelaten kind van wijlen Claes Pietersen)


III 4. CLAES PIETERSZ en LEENTGEN JANS
Claes Pietersz, geboren ca 1599, overleden tussen 14.08.1624 en 20.04.1625, zoon van Pieter Claesz Rochussen
- heeft dochter

kinderen
Claesgen Claesdr >JACOB VAN DIEMEN

*
03.04.1620 ona Rotterdam, akte 65, not Jan van Aller Az schuldbekentenis
Harmen Gerritsz Foy hoochbootsman bevestigt schuldig te zijn aan: Jan Davidtsz cuyper, een bedrag van 112 gulden, uit hoofde van genoten mondkost. Als aflossing cedeert comparant aan Jan Davidtsz zijn maandgage groot 12 gulden, door hem te verdienen op zijn komende reis naar Vyanen in Poortugael, op een schip waarvan Claes Pietersz, zoon van Pieter Claesz Rochussen, schipper is.

14.08.1624 ona Rotterdam, akte 150, not Jan van Aller Az testament
Claes Pietersz met zijn vrouw Leentgen Jansdr, schipper, Blaeck, benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam. Bij kinderloos overlijden wordt gelegateerd aan de ouders van voorn. Claes Pietersz t.w. Pieter Claesz Rochussen en Martijntgen Bouwensdr. Onder voorwaarden wordt tevens gelegateerd aan de zuster van voorn. Leentgen t.w. Aeltgen Jansdr. De weeskamer wordt uitgesloten van bemoeienis.
Weeskamer Rotterdam - 35 - 14-8-1624, nots. Jan van Aller Andriesz., Rtd.: Claes Pietersz. schipper en Leentgen Jansdr. zijn huisvrouw, won. Rotterdam, Blaeck, MT. De kinderen te onderhouden, opvoeden enz. tot 20 jaar en ieder bij mondigheid of huwelijk 100 gld. uitreiken met een uitzet van kleding en linnegoed naar oordeel van de langstlevende. Bij hertrouwen de kinderen dadelijk bewijzen aan deze 100 gld. elk, hetzij uitbetalen, hetzij beleggen op intrest. Seclusie wk. Sterft hij Claes Pietersz. als eerste kinderloos, dan aan Pieter Claes Rochusz. en Martijntgen Bouwensdr. zijn vader en moeder - als zij nog leven - of anders zijn naaste vrienden en magen ab intestato 300 gld. Sterft zij Leentgen Jansdr. als eerste kinderloos, dan aan Aeltgen Jansdr. haar zr. - als haar mans ouders nog leven - het 1/3 part van al haar goederen. Maar als die ouders overleden zijn, dan zal haar man aan haar zr. uitkeren 300 gld

Weeskamer Rotterdam - 2045 600/152 4-7-1624 en 161 26-8-1626 Jan Stuijckersz. schipper (ov) Maritgen Jaspersdr. (voogde.: Jan Jansz. de Jonge coopman en Frans Meuris mostertman, beide naaste bloedvrienden)
Kinderen: - Leentgen Jansdr., geb. ca. 1604 (X Claes Pietersz. schipper, 25 jaar, afrek. 7-7-1624) - Aeltgen Jansdr. geb. ca. 1606 (X Pieter Claesz., afrek. 26-8-1626)

20.04.1625 ona Rotterdam, akte 157, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claesz Rochus, en zijn vrouw Martijntgen Bouwensdr capiteyn Hoochstraet benoemen tot erfgenaam hun kleinzoon Bouwen Leendertsz, zoon van hun overleden dochter Aefgen Pietersdr, en hun kleindochter Claesgen Claesdr, dochter van hun overleden zoon Claes Pietersz, Neeltgen Pieterts, hun ongehuwde dochter
Onder bevestiging van hun testament, verleden d.d.05.01.1595 voor notaris, Gerrit Jacobsz van Breenen

2957 609/364 7-10-1645 Claes Pietersz. schipper (ov) Leentgen Jans (test. nots. Jan van Aller Andriesz. 14-8-1624) (vgdn.: Hr. Cornelis Verhaven oudschepen Rtd. en Cornelis Baerentsz. Rees) Kind erft ook van grootv. vaz. capiteyn Pieter Claesz. Kind: - weeskind nn

Weeskamer Rotterdam - 3351 616/34 6-3-1652 Claes Pietersz. schipper (ov) Leentgen Jansdr. (voogden: Hr. Cornelis Verhaven oudschepen en Cornelis Barentsz. Rees grofsmit) Kind erft mede van Boudewijn Leendertsz. de Munick (ov) Kind: - Claesgen Claesdr. (X Jacob van Diemen, aanwezig 6-3-1652)

08.02.1661 ona Rotterdam, akte 201, not Christiaan van Vliet Delfshaven, overeenkomst
De kinderen van capiteijn Pieter Claes Rochusz en Maertijntge Bouwens, beiden overleden, bereiken overeenstemming inzake hun nalatenschap.
De kinderen zijn: Stijntge Pietersdr, weduwe van Claes Huijgensz de Haes, in zijn leven capiteijn van de grootvisscherij, Neeltge Pietersdr, vrouw van Claes Claesz de Jongh, wonend te Rotterdam en Trijntge Pietersdr, weduwe van Cornelis Verhaven, in zijn leven schepen van Rotterdam, en Cornelis Barentsz Rees, ijsercoopman, als voogd van Claesge Claesdr, dochter van Claes Pietersz die reeds is overleden, zij krijgt uit de erven 4000 gulden als zij in het huwelijk treedt, de voogd verplicht zich hiertoe

III 5. JAN PIETERSZ REUS en ANNETGEN FRANSDR STERREMAN >zie STERREMAN
x otr 05/19.12.1604 te Rotterdam, ned.geref, Jan Peeters, j.m. en Anneken Frans, j.d.


*
29.01.1621 ona Rotterdam, akte 133/320, not Nicolaas d Hagen, machtiging
Jan Pietersz Reus schipper op de Reus machtigt Pieter Claes Rochusz capiteyn om tegoeden te innen bij de bevrachters van zijn schip.

11.04.1622 ona Rotterdam, akte 144/427, not Willem Jacobsz, schuldbekentenis
Dirck Pieterse varende man bekent 600 gld schuldig te zijn aan zijn moeder Tanneken Reyniersdr, weduwe van Pieter van Dooren Dordrecht Hij staat op punt van vertrek naar Oost-Indie met de Erasmus onder schipper Jan Pietersz Reus- De akte is niet ondertekend en daarom doorgehaald.

26.10.1626 ona Rotterdam akte 63/199, not Willem Jacobsz, machtiging
Ingeken Hobbendr, weduwe van Cornelis Adriaensz Lorga varende man, wonende in het Hang geassisteerd door haar broer Cornelis Hobbenz, wonende te Amsterdam, machtigt Leonard Pietersz Cruydt wagemaecker om namens haar voor de schepenen van Rotterdam over te dragen aan Geertgen Pietersdr Couwaels en de kinderen van Pieter Arentsz Kivit de eigendom van haar huis aan de Lovenhaven, belendend Jan Pietersz Reus en Alewijn Jansz strekkende tot Cornelis Willemsz cleyschieter met alle daarop lastende servituten enz. zoals dit huis is gekocht van Cornelis Claesz van Dryel en Jacob Matijsz metselaer, en te bevestigen dat de kooppenningen dit huis voldaan zijn. Voor de eventueel nog resterende lasten te verbinden comparantes vierde part in 3 huizen gelegen in het Hang, belendend Dirck Henricxz Appeldoorn en Pieter Pietersz mesmaecker, en strekkende tot achter in de Zijl

03.08.1627 ona Rotterdam, akte 5/7, not Jacob Duyfhuysen jr, attestatie
Jan Reynouts van Wildamme, oostindijvaerder, 43 jaar, nu met het schip Leyden, behorend tot de compaignie te Amsterdam, op Tessel aangekomen, legt een verklaring af op verzoek van Pieter Meeus. Hij verklaart dat hij als cock met het schip Mauritius onder schipper Jacob Ariens van Duyn, onder admirael Jaques de Leremite, van Hellevoet is uitgevaren. Tezelfder tijd diende Tijs Meeus van Enchuysen, broer van Pieter Meeus, onder schipper van Enchuysen op het schip Amsterdam. Hij kent Tijs Meeus uit Hellevoetsluys. Zij zijn met meer beide schepen naar Batavia in Oostindien gevaren. Daar is Tijs Meeus, als trompetter overgegaan op het jacht De Hoope, waarop ook de getuige diende. Schipper op het jacht was Salomon Willems. Tijs Willems is ziek geworden (van het Roo-Melisoen) en 15 maanden geleden gestorven. Tijs Cornelisz van Antwerpen, 33 jaar, hoochbootsmansmaet onder schipper Jan Pieters Reus is met het schip Erasmus uit de Maes gevaren en heeft als hoochbootsman op het schip De Hoope gediend

23.02.1628 ona Rotterdam, akte 188, not Willem Jacobsz, testament
Pieter Claesz Rochusz en zijn vrouw Martina Bouwensdr wonende Hoochstraet, vermaken aan Annetgen Fransdr weduwe van Jan Pietersz de overleden zoon van comparanten, het vruchtgebruik van alle goederen die haar kinderen van comparanten zullen erven en wel tot haar, Annetgen Fransdr's dood of tot haar eventueel hertrouwen. 623-624

 

 


*

 

*
Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek
ROCHUSSEN (Pieter Claesz.), geb. waarschijnlijk te Rotterdam omstreeks 1555, overl. aldaar 19 Febr. 1640, een zoon van Claes Rochusz., schipper, en Jorisge Gerrits (foutief), schijnt wel voornamelijk ter koopvaardij gevaren te hebben, maar heeft het land toch meermalen als kapitein op een oorlogsschip gediend. 17 Mei 1602 werd door de Staten v. Holland en Westfriesland goedgunstig beschikt op het request van Pieter Rochusz., kapitein over nederlandsche bootsgezellen, om vijftig bootsgezellen te mogen werven voor den dienst van den Keizer tegen den erfvijand der Christenen. Zij mochten dan ook door Rudolf II alleen in Hongarije tegen de Turken gebruikt worden. In Jan. 1606 trof hem in W.-I. het ongeluk, dat een sloep met zes personen, onder wie vier Rotterdammers verongelukte. In 1607 nam hij deel aan den tocht van Heemskerk naar Spanje op het schip ‘De Luipaard’. Van 1610 tot 1616 komt hij voor onder de kapiteins van de Admiraliteit op de Maas, later heet hij nu eens schipper, d.w.z. bevelhebber van een koopvaardijschip, dan kapitein op een schip van oorlog. In 1619 deed hij met zijn oorlogsschip dienst bij de onderhandelingen met Algiers en Tunis. Hij was gehuwd met Martina Bouwens.
Zie: Res. St. v. Holl. enz. 1602, 180; Rott. Historiebl. II, 223; van den Bos, Leeven en daaden der doorl. zeehelden 300; van Meteren (1611) II, 233 v.; K. Heeringa, Br. Gesch. v.d. Lev. Handel 796-800, 806, 811.
Moquette

Archief Schiedam
Nr. 321 folio 232 d.d. 12-04-1615. Maerten Jorisz. Coij, Bastiaen Heijndricxz. Bolleman en Jacob Heijndricxz. Bolleman, kooplieden deze stad reders van het koopvaardijschip waar schipper op is Joris Jacobsz. burger deze stad, constitueren Pieter Claes Rochusz. oud schipper van Rotterdam.

 

'

Maak jouw eigen website met JouwWeb