*FAMILIE PIETER OCKERSZ – ROTTERDAM
Schuldboek Rotterdam - (35v) 25-2-1522 (36)
Beatris Jan Hugesz.’s huisvrouw, oud omtrent 65 jaren, onze medepoorteres en Anthonia Claes Dircxz.’s huisvrouw, oud omtrent 60 jaren, wonende op de Delfsehaven, verklaren onder ede dat hun welbekend is van Geertgen Pietersdochter’s kinderen, wonende tot Delft en Liedewij Pietersdochter’s kinderen, wonende in ’s-Gravenhage, dat de moeders van deze kinderen en Ocker, de vader van Gijsbrecht Ockersz., gestorven binnen Dordrecht, broeder en zuster waren, van één vader en één moeder gekomen
I 2. PIETER LAUWENSZ
Kinderen volgens akte uit 1522
Geertgen Pietersdochter, kinderen wonen te Delft
Liedewij Pietersdochter, kinderen wonen te Den Haag
Ocker Pietersz, gestorven binnen Dordrecht
Kinderen
Jan Pietersz de Visscher
overleden voor 24.04.1504
Ghijsbrecht Pietersz
Ocker Pietersz >2 ARIAEN
overleden voor 21.03.1504
*
Schuldboek Rotterdam - (11) 10-12-1489: Ghijsbrecht Pietersz. de visscher is schuldig aan Jan Daemsz. 14 pond gr.vls. Waarborg op al zijn goed.
Schuldboek Rotterdam - (17) 10-12-1489: Jan Daemesz., scipper Daem en Jan de visscher, stierluyden en onze medepoorters, verklaren bij ede dat zij niets weten van enige schade van het kerven van netten, zoals dit jaar bij enige stierluyden van Rotterdam op zee gebeurd is.
Schuldboek Rotterdam (48) 4-6-1490 Pieter Hugez. die men heet Pieter smit, is schuldig aan Ocker Pietersz. en Jan Pietersz. de visscher samen 6½ pond gr.vls. in 5 jaarlijkse termijnen te betalen. Waarborg huis en erf waartoe het geld dient, op het Westende binnend., Doe Jans WZ en Damaes Michielsz. OZ en op al zijn goed.
Schuldboek Rotterdam 11-7-1491: (137): Cornelis Claesz. Quakernaec is schuldig aan Jan Pietersz. de Visscher 4 pond holl. per jaar losrente, sprekende op een stuk land in de vrijheid van de stede in Rubroeck, geheten Playmeten, de Heil. Geest NZ en Jan van Veen ZZ. Str. van de stedevest tot Scravewech toe. Nog waarborg op zijn ½ huis en erf in de Nupoort, daar Floeris van Mondforde za: ged: in heeft gewoond. Te lossen de penning met 8 penningen, een gouwe gld. voor 43 gr.vls.
Schuldboek Rotterdam - (190) 20-2-(14)92 (191): Jan Pietersz. de Visscher is schuldig aan Cornelis Claesz. Quakernaec 11 pond gr. vls. te betalen Sinte Martijnsdage (11-11) naastkomend. Hierop te betalen mey 22 enkele goudgld., de gld. gerekend voor 43 gr.vls., tenzij dat een goudgld. Lot Sinte Jacobsdage apostel (25-7) meer dede dan 43 groten, dan zal dat in mindering komen van deze 11 pond gr.vls. En wanneer zij minder deden dan zal Jan de Visscher Cornelis Claesz. meer voldoen. Nog hierop betaald 10 sc. gr.vls. van een jaar rente.
II 2. OCKER PIETER LAUWENSZ en ARIAEN – OOSTNYEULANT(1490-1504)-OESTVIERENDEEL (1489)
Ocker Pieter Lauwensz, overleden voor 21.03.1504
Oom van de kinderen is Jan de Vischer, overleden voor 24.04.1504
Hun oom is Ghijsbrecht Pietersz
Ghijsbrecht
Pieter en Arent Ockersz
Pieter Ockersz
Gryetgen van Antwoerpen, nicht van de kinderen
Joest van Dordrecht
Kinderen
Arent Ockersz
Pieter Ockersz >3
Ariaen
Dominicq
Er is ook een
Pieter Ockersz de jonge >4
*
162 578/144v 21-3-1504 Ocker Pieter Lauwenz. (ov) Ariaen . . .
Kinderen: Pieter, Arent, Ariaen, Dominicq (mondig 1512)
Weeskamer Rotterdam - Pieter, Arent, Ariaen en Dominicq, de weeskinderen van Ocker Pieter Lauwenz. za. en Ariaen.
27-3-1504 heeft Ariaen Ockers weduwe, met Ariaen Hugesz. de tymmerman en Ghijsbrecht van Zuelen schout van Cralingen als voogden het goed van de weeskinderen te boek gebracht, bij dode van hun vader aangekomen zijnde.
Hierbij waren Pieter Cant en Neel Ottesz. weesmeesters.
De weduwe met de kindere gemeen het huis en erf met toebehoren in het Oostnyeulant, waarin zij woont.
Nog gemeen 65 ‘zoegen’ riet (soge, seuge = blok) en 20 stuivers per jaar, waarvan er een brief is. En heeft in pacht Claes Borre. En deze brief is met consent verkocht om de schulden te betalen.
Nog gemeen 38 scell. 4 dt. groot, sprekende op Heinric Jan Neef. Deze eveneens verkocht als voren.
(145) Arent Ockersz. is schuldig aan de gemene boedel 10 pond groot Vlaams. Nog gemeen alle boedel en huisraad als hierna beschreven: Aan platelen 76 pond tin, aan kannen 41 pond tin, aan teljoren, sausieren en schotels 24 pond tin, aan koperwerk 70 pond, 19 brede slaaplakens, 7 smalle dito, 12 oorkussens, 3 ‘dwalen’, 8 tafellakens, 9 zitkussens, 1 tresoor, 1 spinde, 1 nieuwe ‘zaetse’, 8 dekens, 4 bedden, 4 gordijnen.
(145v blanco)
(146) 24-4-1504 hebben Ariaen Hugez. en Ewout Pieter Hqpersz. als voogden van Ariaen en Dominicq Ocker Pieter Lauwesoons weeskinderen te boek gebracht hetgeen deze kinderen is aangekomen en aanbestorven van Jan de Vischer der kinderen oom za.; present Pieter Cant Ghijsbrechtsz. en Neel Otte weesmeesters.
Deze twee kinderen ¼ deel van het land buiten de Goutsepoort, geheten Plaemeeten, groot 2 morgen en gelden per jaar 10 pond holl. en 4 stuivers. Nu in huur bij Huychgen de vleishouwer.
Nog een rente van 1½ pond holl. per jaar op huis en erf van Aelwijn de tymmerman.
(146v) Willem Pietersz. Biscop is schuldig (deze 2 kinderen) van scypper Wouters buis 3 pond 10 scell. groot. (solvit).
Ewout Pieter Hopersz. is schuldig 2 pond 10 scell. groot Vlaams en 18 mijtten. (solvit)
Jan Geerijtsz. de seilmaker is schuldig 2 pond 6 scell. 4½ groot groten Vlaams. (solvit)
Pieter Eilgisz. is schuldig 27 scell. 4 dt. groot en 3 mijtten.
Willem Jansz. is schuldig van de koop van het huis 8 pond groot, te betalen in 5 jaartermijnen. (de eerste termijn ontvangen).
Monne Arisz. is schuldig van de koop van zijn huis en erf 3 pond 2 scell. 6 dt. groot. (2 termijnen betaald).
(147) Deze kinderen hemen nog 5 mudden zout. (vacat).
Nog hebben zij 3 slingen met een deel vloten (vistuig) (solvit).
Jan Braspenninc is schuldig 22 scell. groot.
Jan Ariaen Geerijtsz. is schuldig 5 scell. groot.
Cornelis Ariaensz. 10 stuivers.
Neel Cosz. 5 scell. groot.
Jan Hugesz. tot Sinte Helprecht 22½ stuiver.
Neel mijn zuster op het veer 10 stuivers.
Pieter Back 11 gouden rinsguldens en 1 oert.
Neel jonge Dircxz. 3 pond 8 scell. 8 dt. groot.
Joris de vleishouder 5 groten.
Willem brouwer 20 scell. groot (ontvangen 14 scell.).
Ariaen Breur 4 rinsgulden.
Claes Jan Vormer 15 scell. 3 dt. groot.
Dirc Baertsz. in Mazelant 6 scell. 3 dt. groot.
Jan Daemsz. 7 scell. 6 dt. groot
Van deze vsz. schulden ontvangen 9 pond 2 scell. 3 dt. en 18 mitten, van welke som Ghijsbrecht, Pieter en Arent Ockersz. en Pieter Ockersz., Gryetgen van Antwoerpen en Joest van Dordrecht elk hun aandeel ontvangen hebben van Reyer Jansz. en Gherijt Maertijnsz. weesmeesters.
Van deze schulden hebben vsz. 2 weeskinderen samen 2 pond 6 scell. 5½ groot Vlaams.
Nog hebben zij in deze schulden vanwege hun oom Ghijsbrecht 20 rinsgulden, maakt tezamen 5 pond 4 scell. 6 dt. en 6 mitten.
(147v) Ariaen Ockersz. is schuldig aan de moeder van de kinderen 10 scell. gr.
Grietgen van Antwerpen, hun nicht, 5 rinsgld. 17 stuivers en 1½ gr.
Arent Ockersz. broeder van de kinderen 20 scell. groot.
Pieter Ockersz. is schuldig 2½ pond hollands.
(148) 23-1-1506 hebben Ariaen Hugez., Ewoudt Pieter Hopersz. en Ghijsbrecht van Zuelen schout van Cralingen als voogden van Ariaen en Dominicq Ocker Pieter Louwezoons weeskinderen rekening gedaan en hebben geleverd aan weesmeesters alzulke penningen als in het stedeslot liggende in een zak met een cedulle daarbij. Present Reyer Jansz. en Geerijt Maertijnsz. als weesmeesters, Ghijsbrecht Pietersz. oom van de kinderen. Arent Ockersz. en Pieter Ockersz. gebroeders.
16-6-1506 hebben de prior en de procurator de laatste penningen uit de slote gehaald, die toebehoorden aan Dominicq, te weten 10 pond groot en zij zullen daarvoor geven 16 penningen voor 1, waarvoor zij een brief zullen verlijden. (Deze brief is betaald. op 9 rinsgld. na. Actum 26-1-1509.)
De kinderen hebben nog de 2 morgen land, genaamd Plaemeeten, liggende buiten de Goutschepoort, gehuurd door Huych de vleishouwer voor 10 pond holl. en 4 stuivers per jaar. Nog de rente van 3 pond holl. per jaar (30 scell. groot in geld) op huis en erf van Aelwijn de tymtierman in de Houtuin. waarvan Willem Jansz. de wederhdft houdt.
Nog hebben zij samen 2 schepenbrieven die Willem Jansz. verleden heeft betreffende de koop van zijn huis en erf in de Houtuin, resp. 8 pond en 4 pond groot. Hieraan rest nog te betalen 2 pond 8 scell. groot.
25-2-1506 heeft Willem Jansz. een termijn betaald van 1505 en dit geld heeft Ariaen Hugez. ontvangen.
26-1-1509 heeft Willem Jansz. de rest betaald. Present Jan Wijnantsz. en Pieter Jansz. weesmeesters en beide voogden.
(148v) Deze kinderen hebben nog gemeen een rente voor 13 jaren lang 4 scell. 2 dt. groten Vlaams per jaar, sprekende op het huis van Monne Arisz. bij Havestein.
Eveneens het halve huis en erf waarin hun vader en moeder plachten te Wonen, waarvoor Arent Ockersz. zijn broeders zal geven 6 pond holl. per jaar.
28-5-1506 hebben de voogden van Dominicq rekening gedaan voor Aelwijn Ottez. en Joris Hugesz. weesmeesters, van zijn schoolgeld, te Utrecht en zijn kosten en anderszins dat hij te doen had, te weten 7 goudgulden en 10 scellingen groot. Nog aan lijnwaad en wollen laken op de ‘Dwnck’ 10 scellingen groot. Hetwelk dood gerekend is.
26-1-1509 hebben de voogden van Dominicq vsz. rekening gedaan voor Jan Wijnantsz. en Jan Pieter Janz. weesmeesters, hun ontvangst van Huychgen vleishouwer van Plameetgen van het jaar 7 en 8, zijn aandeel zijnde 3 rinsgld. 17 sts, die zij ingebracht hebben. Item ontvangen van Monne Ariensz. 25 stuivers van het jaar 7 en 8.
27-11-1512 heeft Dominicq uit de slote gehaald de penningen en de brieven en daarmede hebben de voogden hem al zijn goed geleverd en goede bewijzinge gedaan, waarvoor hij dankte. Present Jan Wijnantsz. en Geerijt Maertijnsz. burgemeesters (!), waarbij Gijbe Pietersz. oom van Dominicq en Arent Ockersz. zijn broeder.
*
Schuldboek Rotterdam - (221) 9-5-1492: Jacob Jansz. (wt Dordrecht - doorgehaald) verklaart verkocht te hebben Thomas Ritgaertsz. van Delffse haven een hoye met toebehoren en belooft deze hoye te vrijen en te waren, enz. Borgen meester Ocker Pietersz. priester met zijn gekozen voogd hand en Ariaen Pietersz.
Weeskamer Rotterdam - 57 8-4-1513: Ouwe Jan Jacobsz. de visscher zal de 25 rijnsgld. die Heer Dominicq Ockersz. priester uit de stedekist gehaald heeft en die hem Heer Dominicq zouden toebehoren, wederom leveren in handen van weesmeesteren. Verzekert dit op zijn huis en erf in het Westeynde, Jannetge Dirc Vlissen weduwe OZ en Zuetgen metselaer WZ.
*
Weeskamer Rotterdam - (55) Oeter Reyersz. de mandemakers weeskinderen.
3-2-1484 hebben Cornelis de seilmaker en Cornelis Jansz. de Vriese en Ocker Pietersz. als voogden het volgende aangebracht:
Schuldboek Rotterdam - (22) 14e dag van decembry anno 1489.: Jan Cornelisz. deb. Ariaen Willemsz. 1½ pond gr.vls. in 2 termijnen te betalen. Waarborg op huis en erf waarvoor dit geld dient, in het Oestvierendeel, Ocker Pietersz. OZ en Human Aertsz. WZ.
Schuldboek Rotterdam - (31) 11-3-1490: Jan Cornelisz. de sciptymmerman deb. Griete Maes 5 pond holl. losrente, sprekende op zijn tuin en erf in het Oostnyeulant, Ocker Pietersz. OZ en Jan Cornelisz. zelf WZ. Voor uit de haven tot achter aan de vest. Waarborg zijn hee in het Oostnyeulant waar hij woont, de tuin vsz. OZ en Human de tymmerman WZ. Voor uit de haven tot achter aan de vest.
Schuldboek Rotterdam - (43) 11-3-1490: Vop Jansz. deb. Jan van Berendrecht Matheeusz. 10 scell. gr.vls. erfpacht per jaar, sprekende op zijn tuin en erve in het Oestnyeulant, Aelwijn Cornelisz. de sciptymmerman WZ en Willem Aerntszoons molen en erve OZ. Str. voor van de ½ straat tot achter in de ½ sloot. Nog waarborg zijn huis en erf in het Oestnyeulant, Ocker de vysscher WZ en Jan Pietersz. OZ.
Schuldboek Rotterdam - (48) 4-6-1490 Pieter Hugez. die men heet Pieter smit, is schuldig aan Ocker Pietersz. en Jan Pietersz. de visscher samen 6½ pond gr.vls. in 5 jaarl. termijnen te betalen. Waarborg huis en erf waartoe het geld dient, op het Westende binnendijks, Doe Jans WZ en Damaes Michielsz. OZ en op al zijn goed.
1522: de moeders van Geertgen Pietersdr’s kinderen wonende tot Delft, Liedewij Pietersdochter’s kinderen, wonende te Den Haag en Ocker Pietersz, de vader van Gijsbrecht Ockersz, gestorven binnen Dordrecht, broer en zuster van 1 vader en 1 moeder.
Schuldboek Rotterdam - (35v) 25-2-1522 (36) Beatris Jan Hugesz.’s huisvrouw, oud omtrent 65 jaren, onze medepoorteres en Anthonia Claes Dircxz.’s huisvrouw, oud omtrent 60 jaren, wonende op de Delfsehaven, verklaren onder ede dat hun welbekend is van Geertgen Pietersdochter’s kinderen, wonende tot Delft en Liedewij Pietersdochter’s kinderen, wonende in ’s-Gravenhage, dat de moeders van deze kinderen en Ocker, de vader van Gijsbrecht Ockersz., gestorven binnen Dordrecht, broeder en zuster waren, van één vader en één moeder gekomen
Schuldboek Rotterdam - (89) 21-8-1523 Willem Plonisz., out ca. 71 jaren en IJsbrant Heinricxz. alias Groenhout, oud ca. 69 jaren, onze medepoorters, hebben onder ede verklaard dat zij meer dan 50 jaren met Ocker Pietersz. za. ged., als met hem wonende, gevist hebben op mijn Vrou Assendelfts water in de Maesse, strekkende van de Oostpoort dwars af tot het grafelijkheidswater toe, en het water genaamd “den Hem” dat mocht men niet bevissen buiten de grafelijkheid
III 3. PIETER OCKERSZ DE OUDE – poorter van Rotterdam en PIETERTGEN PIETERS – WESTNIEUWELANT
Schipper (bij de Molensteech)
*
Schuldboek Rotterdam (7) 6-6-1521: Jan Florisz. de cuper is schuldig aan Pietertgen Pietersdr. 38 scell. groot Vlaams, te betalen binnen een jaar nadat zij mondig geworden zal zijn. En om het gewin zal hij elk jaar geven voor 16 penningen 1 penning. Borg is jonge Pieter Ockersz.
Schuldboek Rotterdam - (9) 18-6-1521 Ouwe Pieter Ockersz. en Jan Jorisz., poorters van Rotterdam, getuigen voor waarheid, dat zij erbij aanwezig waren in “Het Moriaenshooft” toen gezegd werd dat Gerbrant Geerijtsz. een koggeschip had verkocht aan Thomas Geerijtsz. zijn broeder en dat beiden tevreden waren en de koop van waarde was.
Schuldboek Rotterdam - (49) 9-9-1522 Jacob Claesz. Scarpgen, stierman, is schuldig aan Ouwe Pieter Ockersz. 6 pond 10 scell. groot Vlaams, te betalen in 3 jaartermijnen. Verzekerd op de hoeye met toebehoren waartoe het geld dient.
Schuldboek Rotterdam - 20-10-1522 Ouwe Pieter Ockersz. en Jan Jorisz. scipper, onze medepoorters, verklaren onder ede, dat zij ontboden geweest zijn ten huize van Kers van Rwven binnen Rotterdam vanwege Thomas Geerytsz. en Geerbrants Geerytsz., gebroeders. En werd hun daar ter kennis gebracht dat Thomas zijn broeder een koggeschip met toebehoren had verkocht tegen een som geld, waarvan zij de grootte niet juist weten. En dat zal Bamis a.s. (1-10) twee jaar geleden geweest zijn.
20-10-1522 - Jan Jacobsz., Pieter Eelantsz., Hubrecht Claesz. en Lauweris Claesz., onze medepoorters, verklaren onder ede dat alle vellen die Ouwe Pieter Ockersz. tot Cales ongeteld ontvangen heeft in zijn schip, hij ook ongeteld te Rotterdam gelost heeft. En Hubrecht en Lauweris hebben de vellen ongeteld overgeladen in hun schip en ter Goude afgeleverd.
Schuldboek Rotterdam - 11-12-1522: Ouwe Pieter Ockersz., onze medepoorter, heeft verklaard dat hij met Jan Jorisz., onze medepoorter, ontboden was ten huize van Kers van Rwven binnen Rotterdam vanwege Thomas Geerytsz. en Gerbrant Geerytsz. gebroeders.
Waarbij werd verklaard dat Gerbrant vsz. had verkocht aan Thomas zijn broeder een koggeschip met toebehoren en dat het schip betaald zou worden met Philipsguldens volgens een schriftelijke verklaring daarvan opgemaakt. En dat was tot Bamis (1-10) twee jaar geleden. Maar bij de koop zelf waren noch Ouwe Pieter Ockersz. noch Jan Jorisz. aanwezig geweest.
Schuldboek Rotterdam - (69v) Op Jaersavonde (31-12-1522): Jonge Pieter Ockersz. debit Claertgen Jan Thonisz.’s weduwe 47 pond groot, te betalen 20 pond Maertijns a.s. (4-6) en 27 pond Maertijns daaropvolgend (11-11). Verzekerd op de hoye waartoe het geld dient en op al zijn goed.
Borg Ouwe Pieter Ockersz.
Schuldboek Rotterdam - 6-2-1523 Jan Florisz. de cuper is schuldig aan Floris Dircxz. 7 pond 13 scell. 4 dt. groot vlaams, te betalen in 8 jaartermijnen. Waarborg huis en erf in de Molestraet waartoe het geld dient, Jan Daemsz. NZ en Heinric Baveiaen ZZ. Borg Ouwe Pieter Ockersz
Schuldboek Rotterdam - (72v) Floris Dircxz. debit Beatris Jan Hugesz.’s wijf 5 pond groot Vlaams, te betalen in 5 jaartermijnen. Waarborg zijn huis en erf (bij de Schiedamse poort - doorgehaald) in de Molestraet in het Westnyeulant, waartoe het geld dient, Jan Daemsz. NZ en Hein Baveiaen ZZ. Borg Volpert Pietersz. de cuper
Schuldboek Rotterdam - (150v) 10-3-1525 - Jan Florisz. debit Floris Dircxz. 6 pond 13 scell. 4 d. groot Vlaams, te betalen in 7 jaartermijnen. Waarborg huis en erf in de Molenstege waarvoor het geld dient, Jan Daemsz. NZ en Heinric Ariaensz. ZZ. Borg Pieter Ockersz. en Pieter Jacobsz.
Schuldboek Rotterdam - (77v) 3-4-1523 Ouwe Pieter Ockersz. onze medepoorter (en Cornelis Geerytsz. van Hoorn - doorgehaald) heeft onder ede verklaard dat hij gekomen was tot Hoemburch ten huize van Machtelt Harman Doesz.’s huisvrouw. En Sciltman Geerytsz. zei daar tegen Pieter Ockersz. dat hij de lakenen verkocht had. En zei: Ik zal U morgen het geld geven dat ik ontvangen heb. En Pieter Ockersz. kwam daarna weer bij Sciltman Geerytsz., maar deze heeft toen noch geld geboden noch geld gegeven. Maar Sciltman had hem wel gevraagd of zij samen het laken verkopen zouden, te weten een Engels grauw, maar hij, Pieter, wilde niet mee doen. Pieter Ockersz. heeft toen ten huize van Pieter die Hollander’s weduwe 2 brieven gebracht dat hij het geld van de lakenen ontvangen zou. Maar de vrouw was er ontevreden over dat Sciltman de lakenen verkocht had. En Pieter Ockersz. is gekomen met een “hanteyken” bij Hans Geerlofsz. en Sciltman was daar geweest en had 2 last mout daar geleverd. En daarvan heeft Hans Geerlofsz. gekort 36 goudgulden en Sciltman ontving 3 gld. van de vracht.
Schuldboek Rotterdam - (78) 8-4-1523: Cornelis Geerytsz. verklaart onder ede dat hij tot Hoemburch geweest is ten huize van Pieter de Hollander’s weduwe toen Pieter Ockersz. die scipper van Rotterdam aan de weduwe vsz. een brief over gaf en de waardinne zei tegen Cornelis Geerytsz.: Er zijn 11 lakenen. En toen zij in haar boek keek en dat vlak omsloeg, toen zeide zij: Er zijn maar 3 lakenen.
Weeskamer Rotterdam (f. 32) Andries 2½ jaar en Athalia 4 jaar, de weeskinderen van wijlen Andries Augustijnsz. en Maria Yelantsdr. 30-9-1535: De moeder bewijst de kinderen samen 32 pond groot Vlaams op haar huis en erf in het Westnieuwelant, oude Pieter Ockersz. ZZ en Jacob Gerijtsz. NZ., ten overstaan van hun oud-oom Dirck Anthonisz. en hun tante Margriet Augustijnsdr., gehuwd met Hubrecht Hillebrantsz.
Schuldboek Rotterdam - (187) 31-1-1526: Frans Fransz. heeft gehuurd en bevracht het schip van Ouwe Pieter Ockersz. om te varen naar Danswijck of op Conincxberge, heen en terug, waarvoor hem gegeven 43 pond groot Vlaams. En Pieter Ockersz. zal voor hemzelf 1/3 deel van het schip bevrachten en daarvoor gekort worden van de vsz. 43 pond. En Frans vsz. zal Pieter Ockersz. een “rue” rinswijns geven van de partij wijn die hij zal kopen. En indien Pieter Ockersz. tekort komt aan zijn vrachtsom, dan zal Frans hem geven tot 40 mark pruysisch toe. En Pieter Ockersz. zal niet meer rijnwijn laden dan deze ene roede (= 10 aam of 100 schreef of 1000 stoop). En indien Pieter Ockersz. de stierman zal meer geven dan 4 pond groot inzake schip en goed (onkosten?), dat zal Frans vsz. hem helpen dragen tot 10 schelling groot. En Pieter Ockersz. zal gehouden wezen daar 4 weken - of 8 dagen min of meer - te blijven liggen.
Schuldboek Rotterdam - (191) 28-2-1526: Frans Fransz. heeft gehuurd en bevracht Ouwe Pieter Ockersz., wonende tot Rotterdam, om zijn schip te varen op Danswijck of op Conincxberge heen en terug. En Frans zal Pieter Ockersz. geven 45 pond groot Vlaams aan deze zijde. En Pieter Ockersz. zal heen en terug laden 1 last zwaar voor zijn (eigen) voeringe, te weten zowel in- als uitgaande 3½ last voor “kindervoeringe”. En zo de stierman meer wint aan de 4 pond groot, daarvan zal Frans hebben 2/3 en Pieter Ockersz. 1/3 deel. En Frans zal het schip beladen heen en terug en bewaren schip en lading naar het oordeel van goede mannen. En komt Pieter in het Maersdiep binnen, dan zal hij zijn waard schrijven het goed te lossen en die zal hem betalen. En komt hij in Zeellant binnen, dan zal hij zijn waard schrijven het goed niet te lossen en die zal hem betalen. En komt hij tot Rotterdam binnen met schip en goed, dan zal hij het goed leveren tot Dordrecht op zijn kosten en dan zal hij zijn vracht ontvangen. En zo hij geld tekort komt, dan zal Frans het voorschieten tot 40 mark pruisisch toe, in mindering van de vracht. En tot Danswijck zal Pieter Ockersz. gehouden zijn te blijjven liggen 4 weken, 8 dagen min of meer. Hierbij waren als wijnkoopslieden Willem Harmansz. Prop(er) en Cornelis Jansz. Blijft Hier, wonende tot Schiedam.
(157) 8-8-1526 hebben Pietertgen Pietersdr., Ouwe Pieter Ockerszoons wijf en Pieter Hanen wijf de navolgende penningen uit der stede slote gehaald: 1 gouwe leeuw, 1 gouwen engel, 1 nieuwe gouwen croon, 2 philipsguldens, 2 karolusguldens, 1 horengulden, 3 zilveren penningen van een gouwen gulden, 3 snaphanen, 1 slijp? van 10 stuivers en nog 8 stuivers aan zilvergeld. En indien dat de weesmeesters of Claes Cornelisz. de cuper, voogd, enige ‘moeyenisse’ kregen of dat de penningen niet rechtens uitgegeven werden, zo beloven Ouwe Pieter Ockerszoons wijf en Pieter Hanenwijf die penningen wederom te leveren. Pietertge vsz. wilde al deze penningen uit de stedeslote hebben, zeggende: ik ben mijn eigen voogd. En is op deze tijd oud 17 jaren. Mede present Claes Cornelisz. voogd, die tegelijkertijd werd opgezegd.
Giftboek Rotterdam - 4-12-(1539) (81) Jasper Cornelisz. gga Cornelis Jansz. huis en erf op de Meendt, Arien Lons OZ en Reyn Ariensdr. WZ, voor v.d. ½ straat tot achter aan Pieter Danelszs erf. Bezwaard met 5 sts. rente. Waarborg Jasper Cornelisz. met huis en erf i.d. Uppert, Querijn Cornelisz. NZ en en Jan Eewoutsz. die scoemaker ZZ. En op al zijn goed. 4 dec. (1539)
(82) Arien Claesz. en Arien Pietersz. samen gga Heynrick Cornelisz. hee i.h. Westnyeuwelant o.d. Westhoek v.d. Molensteech, die Molensteech OZ en Reyer Janszs weeskinderen WZ, voor v.d. ½ straat tot achter aan Jan Arienszs huizinge. Bezwaard met 4 pond holl. rente.
Waarborg Oude Pieter Ockersz. met huis en erf i.h. Westnieuwelant, Claes Coppert NZ en Domyn Mol ZZ en op al zijn goed.
Giftboek Rotterdam - 10-5-1542 (226) Doem Dircxz. Mol gga Thonis Jacobsz. huis en erf in het Westnyeuwelant Claes Bleijck ZZ en oude Pieter Ockersz. NZ, voor uit de haven tot achter aan Thonis Jacobsz. Besemers erf. Bezwaard met 4½ kgld. per jaar. Waarborg Doem Dircxz. met huis in het Westnyeuwelant, Ariaen Jansz. Vogelair OZ en Dirck Cornelisz. WZ.
Schuldboek Rotterdam - 18-6-1545 Maritgen Pietersdr. als procuratie hebbende van Adriaen Claesz. haar man, debit Claes Jansz. 46 ponden groot vlaams, te betalen met jaartermijnen van 4 pond groot. Waarborg huis en erf in het Westnyeulant, Cornelis Wijnantsz. oz en Willem Pietersz. wz.
Borg Adriaen Pietersz. voor de helft met huis en erf achter de Rijstuijn over Daniel Danielsz.’s plaats, Cornelis Gerijtsz. oz en Jan Jacobsz. wz. En Pieter Ockersz. voor de helft met huis en erf nn., Claes Coppert nz en Thonis Mosselman zz
Schuldboek Rotterdam 18-7-1545 Jacob Pietersz. is schuldig aan Jan Jansz. 124 kgld 10 sts., te betalen in jaartermijnen van 12 kgld. Waarborg huis en erf in het Westnyeulant op de Vischdijck binnendijks waartoe het geld dient, Adriaen Henricksz. en Pieter CIaesz. wz.
Borg Jonge Pieter Ockersz. met huis en erf op het Westeynde, Jan Eynout oz en Evert Thijssoen wz.
Ouwe Pieter Ockersz. verklaart schuldig te zijn Jan die Kater van Remmerswaele 32 ponden groot vlaams inzake een “hoiedescip”. Te betalen Pinksteren a.s. 8 pond vlaams en daarna termijnen van 8 pond per jaar. Borg jonge Pieter Ockersz. en Jacob Pietersz. volgens waterrecht
Giftboek Rotterdam - 4-5-1546 (386) Mr. Ghijsbrecht Back doctoer in medicinen geeft gifte aan Arien Cornelisz. lijndraijer huis en erf in het Oestvierendeel, de buursteeg WZ en Huych Jans. backer OZ. Voor van de ½ straat tot achter in de haven. Bezwaard met 2 pond holl. per jaar losrente en een ½ pond gemortificeerde rente. Waarborg Claes Jacobsz. Coppert met huis en erf in het Westnyeuwelant, Ouwe Pieter Ockersz. OZ en Cornelis Jansz. WZ
Schuldboek Rotterdam - (17v) 10-3-1547 Maritgen Vincentsdr. met haar gekozen voogd hand heeft verkocht Willem Jacobsz. Coppert een jaarlijkse losrente van 12 kgld., verzekerd op haar huis en erf in het Westnyeuwlant, Pieter Ockersz. zz en Hercules Woutersz. nz. Strekkende voor uit de haven tot achter aan Cornelis Jansz.’ erf. Welk huis zij verklaart vrij te wezen. Te betalen alle jaren op 10 maart. Te lossen volgens de keur met 3 kgld. tegelijk.
Giftboek Rotterdam - 25. 12-5-1547: Maerten Pietersz. geeft gifte aan Cornelis Jansz. huis en erf in het Westnyeulant, Adriaen Jansz. den Broeder oz en Thonis Besemer wz, strekk. voor uit de haven tot achter met een gang, gaande aan Pieter Ockersz.’s erf en een plaatsje strekk. aan Maritgen Claes Coppartsz.’s erf. Met nog een gang en plaatsje uitkomende tussen Hercules Woutersz. en vsz. Maritgen Claes Coppertsz’s weduwe huizen, zoals nu beheind en bemuurd staande. Met voorwaarde dat hij de muur tussen Arien Jansz. den Broeder en de gang van Cornelis Jansz. en plaatsje zal onderhouden voor de helft. Belast met 9 stellingen Vlaams. Waarborg 3 zondagse geboden.
Giftboek Rotterdam - 39. 23-9-1547: Heinrick Cornelisz. geeft gifte aan Anthonis Jacobsz. Mosselman huis en erf in het Westnyeuwelant op de hoek van de Molensteech, Nanne ’t scerpbierwijff wz en de Molensteech oz, strekk. van de halve straat tot huis en erf van Cornelis Pieter Ockersz. Belast met 3 kgld. per jaar.
Waarborg Gerijt Cornelisz. met huis en erf in de Hoeftsteech, Clare Jan Thonisz.’s weduwe zz en Thomas de mesmaecker nz.
Giftboek Rotterdam - 23-9-1547: Anthonis Jacobsz. de mosselman geeft gifte aan Heynrick Cornelisz. een huis en erf in ’t Westnyeuwelant, Claes Bleyck zz en Pieter Ockersz. nz. Strekkende voor uit de haven tot aan het erf van Anthonis Jacobsz. Besemer. Belast met 4 kgld. 11 sts. per jaar.
Waarborg Heynrick Jansz. met huis en erf in de Lombertstraat, Jan Huygez. backer nz en Aelbrecht de scoemaecker zz.
Schuldboek Rotterdam - 23-9-1547 Heynrick Cornelisz. is schuldig aan Anthonis Jacobsz. mosselman 550 kgld., te betalen in termijnen van 50 kgld. per jaar m.i.v. 1 mei 1548. Waarborg huis en erf in het Westnyeuwlant waartoe het geld dient, Claes Bleyck zz en Pieter Ockersz. nz.
Borg Gerijt Cornelisz. voor de helft met huis en erf in de Hooftstraet, Claer Jan Thonisz.’s weduwe zz en Thomas de mesmaker nz. En Lysbeth Pieter Modesten weduwe met hgv hand voor de wederhelft met huis en erf in het Oesteynde, Cornelis Pietersz. oz en Joest Fijck wz.
Schuldboek Rotterdam - (35v) 23-9-1547 Claes Cornelisz. Bleyck verklaart gekocht te hebben van Anthonis Jacobsz. mosselman een haringplaats met een schuur aan de zz van een huis en erf waarvan vsz. Anthonis heden de gifte heeft gegeven Heynrick Cornelisz., met conditie dat hij noch zijn nakomelingen ooit het licht zal wegnemen of belemmeren van de keuken van vsz. Heynrick, uitkomende op de haringplaats. Hij verzekert dit op al zijn goed.
Schuldboek Rotterdam - 15-5-1550 Cornelisz. Symonsz. is schuldig aan Pieter Ockersz. de Oude 850 kgld., te betalen 54 kgld. gereed en termijnen van 42 kgld. per jaar m.i.v. mei 1551. Waarborg huis en erf in het Westnyeuwelant waartoe het geld dient, Jan van der Scheer nz en Heynrick Cornelisz. zz. Borg voor de helft Jonge Cornelis Jorisz. met huis en erf in het Westnyeuwelant, Ghijs Willemsz. oz en Adriaen Pietersz. wz. En Govert Pietersz. voor de helft met huis en erf in de Hooftsteech, Adriaen Pieter Baertsz. zz en Adriaen Hillebaren nz.
Kanttekening: 22-3- 1564, alzo deze brief verbrand is heeft Cornelis Symonsz. een ander verleden
Giftboek Rotterdam - 15-5-1550: Pieter Ockersz. geeft gifte aan Cornelis Symonsz. huis en erf in het Westnyeuwelandt, Jan van der Scheer nz en Heynrick Cornelisz. zz, strekk. uit de haven tot aan Anthonis Besemer’s plaats. Belast met 4 kgld. 15 sts. per jaar.
Waarborg Adriaen Claesz. met huis en erf in het Westnyeuwelandt, Bastiaen de visscher oz en Willem de cuyper wz.
Maak jouw eigen website met JouwWeb