*FAMILIE DIRCK DE RIDDER - ROTTERDAM
I 1. DIRCK THOMAS DE RIDDER en INGE CLAES - van Haastrecht en Rotterdam
Is Inge Claesdr een zus van de voogden Pieter en Maerten Claes Rochusz? Zoon heet Rochus Dircksz - Zie Claes Rochusz
Of is Inge Claesdr een zus van Annetge Claesdr de Reus, de vrouw die Ingen’s dochter Neeltje in huis heeft na het overlijden van de ouders
Ingen Claesdr, geboren ca 1550 te Rotterdam
x 13.04.1578 te Rotterdam, ned.geref, Dirck Thomasz Schipper Haestrecht en Ingen Claesdr van Rotterdam
Kinderen
Thomas Dircksz de Ridder >I/1
overleden op de reis naar Oost Indie op het schip van Capt. Frans Wittert en schipper Pieter Claes Rochusz. voor juli 1604 (terugkomst schip in Rotterdam)
Rochus Dircks de Ridder >2 AECHTGEN CORNELIS
x otr 02/16.03.1608 te Rotterdam, ned.geref Rochus Dircks .g. w. in de Hoochstr en Aechtgen Cornelis j.d. w. bij de weesbrugge b.v. Rott. 16 mart. 1608
Neeltge Dircx >1a PIETER JANS WOLFF, makelaar in zout
x otr 28.12.1625/06.01.1626 te Rotterdam, ned.geref, Pieters Janssoon wed. woont op Delffshaven met Neeltgen Diricx, jonge dr van Rotterdam woont op de Leuvehaven
ca 1580 Meijnsgen Dircks >1b JAN BOUWENS, scheepmaker
begraven 01.10.1651 te Rotterdam Meijnsje Dircx, weduwe van Jan Bouwens
x otr 03/17.01.1610 te Rotterdam, ned.geref, Jan Bouwens, j.g. v. Antw. Op de Vischmart en Mijnsgen Dircks, j.d. van Rott. W. int westnieuwelant getrout als voren
Jan Bouwens, scheepmaker
-Meynsgen Dircksdr, dochter van Dirck Thomasz, schipper, en Inge Claesdr, tr Jan Bouwens
ca 1589 Joosgen Dircks >1c JAN JANS DE WAART
overleden 28.10.1647 te Rotterdam, oud 58 jaar
x otr 11/25.05.1614 te Rotterdam, ned.geref, Jan Jans, j.g. inde molensteegh en Joosgen Dircks, j.d. int westnieuwelant b.v. Rott. Den 25 meij 1614
Rotterdam Grote Kerk - 252. Hier leit begraven Aechte Cornelisd. out 78 jaer [geb ca 1541] en is gerust den 27 Mey anno 1619. Hier leit begraven Josina Ridders Dirksdochter is gestorve den 28en October 1647 oudt sijnde 58 jaren (geb ca 1589) . (Een merk.) (no. 21)
Begraven tussen 09.02/16.02.1598 te Rotterdam NN echtgenoot van Dirck Thomasz, schipper - Weeskamer
*
Weeskamer Rotterdam - 1304 587/16 7-2-1600 Dirck Thomasz. schipper van het karveelschip De Eenhoorn (ov) Inge Claesdr.
(voogden: Pieter en Maerten Claes Rochusz.nen, schippers en Thomas Adriaensz. timmerman)
Kinderen:
Thomas (overleden op de reis naar Oost Indie op het schip van Capt. Frans Wittert en schipper Pieter Claes Rochusz.),
Rochus, geb. ca. 1582 (afrek. 30-4-1608),
Meynsgen (X Jan Bouwensz., afrek. 1311-1610)
Opm: Kan Thomas Adriaensz. timmerman de vader zijn van Dirck Thomasz? Hij komt nauwelijks voor in de documenten van Rotterdam en woont misschien nog in Haastrecht)
1353 587/333 20-5-1603 Cornelis Jansz. Speck (ov) Geertgen Woutersdr. (voogden: Cornelis Claesz. schuytvoerder op het ordinaris veer op Utrecht en Thomas Adriaensz. timmerman) Kinderen erven halve boedel van oom Pieter Jansz. Bestevaer. Kinderen: Kinderen (nog onder voogdij 30-3-1610) zie ook nr. 1354
34 - 12-7-1597 Weeskamer Rotterdam, not. Jacob Symonsz., Rotterdam:
Jan Jorisz. alias Oude Jan Maet en Maritgen Bouwensdr. zijn huisvrouw, inwon. poorters Rotterdam won. nz. Nieuwehaven, Muteel testament. Seclusie weeskamer. De langstlevende zal hun kinderen alimenteren en opvoeden enz. tot elk 20 jaar en bij huwelijk ieder 200 gld. uitreiken. Bij kinderloosheid deze som aan de naaste bloedvrienden ab intestato van de eerststervende. Bij hertrouwen afstand te doen van de helft van de boedel ten gunste van de kn. of erfgen.
Getuige Weeskamer 34 Jan Sebastiaensz van Troijen, Dirck Thomasz schipper 1597
I/I THOMAS DIRCKSZ DE RIDDER
Thomas Dircksz de Ridder, geb. ca 1579, overleden op de reis naar Oost Indie op het schip van Capt. Frans Wittert en schipper Pieter Claes Rochusz. voor juli 1604 (terugkomst schip in Rotterdam), zoon van Dirck Thomasz, schipper, en Inge Claesdr
Misschien is schipper Pieter Klaasz Rochussen een broer van zijn moeder.
*
Database VOC – schip Rotterdam
Vertrek 18.06.1602 van Maas naar Bantam, aankomst op 29.04.1603, kamer Rotterdam, schipper Pieter Klaasz Rochussen. Bij vertrek met bestemming bestond de vloot uit de schepen Eendracht, Maagd van Enkhuizen, Erasmus, Hollandia, Maan, Mauritius, Nassau, Papegaaitje, Rotterdam, Ster, Hollandse Tuin en Zon
Vertrek 18.10.1603 van Bantam, via Kaap de Goede Hoop, aankomst op 07/1604 te Rotterdam, Aankomst is volgens Francois Valentijn in het jaar 1605
-
Vertrek 22.12.1607 van Goeree, naar Goa, Aankomst op 19.09.1608 - kamer Amsterdam, schipper Jan Kornelisz de Wit
via Maio van 02.1608 tot onbekend
via St. Helena van 15.05.1608 tot 02.06.1608, De Zeeuwse schepen voegden zich bij Maio bij de hoofdvloot. Op 28 juni bevond de vloot zich in de buurt van Kaap de Goede Hoop.
Van 28 juni tot 23 augustus voerde de vloot acties uit tegen de Portugezen bij Mozambique
Vertrek 02.09.1610 van Bantam naar Rotterdam, aankomst 30.06.1611 te Rotterdam, schipper Jan Cornelisz de Wit, volgens Valentijn was de aankomstdatum 19 maart 1611
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3 - Francois Wittert: Hij was in 1602 overste op het schip ‘Rotterdam’, dat uitgerust werd door de kamer Rotterdam en hetwelk behoorde tot de groote vloot van 14 schepen en een jacht, die 17 Jun 1602 uit Texel uitzeilden onder admiraal Wybrand van Warwyck, naar Oost-Indië. Het schip ‘Rotterdam’ kreeg bestemming naar Bantam. De later als admiraal beroemd geworden Piet Hein diende onder hem. Hier werd door den koning van Bantam den Nederlanders toestemming verleend om een steenen fort te bouwen om te dienen als loge of factorij voor de O.-I. Compagnie en over deze loge werd Frans Wittert aangesteld als president. Hij was als zoodanig de eerste gouverneur van Bantam van 1603-1605.
***Wie zijn Frederick Cornelisz Neeloom en zijn vrouw Annitgen Dirxdr Houcken, die een bepaling betreffende Joostgen Dircx Thomas maken?
x otr 10/24.02.1591 te Rotterdam, ned.geref, Frederick Corneelisson, j.g woont ant Marctvelt en Anneken Diericks j.d. woont op de hooch straete zijn beijde van Rotterdam - getrout den 24 Feb: 91
21.07.1601 ona Rotterdam, akte 112, not Jacob Symonsz, testament
Frederick Cornelisz Neeloom en zijn vrouw Annitgen Dircxdr [Houcken] benoemen elkaar tot erfgenaam. Bepaling betreffende Joostgen Dircx Thomas, nagelaten weeskind, blz 348
fol. 111, 20-3-1585 Dirck Pietersz. Houck beenhacker alhier - de meesters van het H.G. huis dezer stede - zijn huis in de Middeldam op de Dubbelde Sluys, de kinderen van Jacob Maerts wz en Andries In den Maersman oz., strekk. voor van de Hoechstraet tot achter in de sluis.
25.09.1603 ona Rotterdam, akte 15, not Jacob Symonsz, testament
Elisabeth Dircksdr Houcken, ongehuwd, benoemt haar zuster Emmitgen Dircksdr Houcken, weduwe van Louis van Couckelbergen, tot erfgenaam
02.01.1616 ona Rotterdam, akte 116, not Jacob Symonsz testament
Frederick Cornelisz Neeloom, keurmeester van haring en vis, en echtgenote Anna Dircksdr Houcken.
Kinderen Anna, Christiaen, Dirck, Emmitgen en Jacob. Ze tekenen als: Freeryck Cornelysse Neeloom en Annetgen Dyrckx Hoeken
13.09.1616 ona Rotterdam, akte 179, not Willem Jacobsz, testament
Piet Heyn schipper en zijn vrouw Annitgen Claesdr, Lovenhaven, benoemen elkaar tot erfgenaam, met legaten aan Pieter Cornelisz Heyn en Maritgen Pietersdr zijn ouders, wonende te Delftshaven Maritgen Pietersdr vrouw van Cornelis Cornelisz Starreman Styerman Annitgen Adriaensdr weduwe van Jacob Cornelisz de Wit, Emmetgen Fredericxdr dochter van Vrederick Cornelisz Neeloom.
mutueel testament met legaten huysarmen te Delfshaven, huysarmen te Rotterdam
nb. Piet Heyn wordt geschreven als Pieter Pietersz Heyn
07.04.1633 ona Rotterdam, akte 548, not Adriaan Kieboom, verkooop
Lysbeth Bouwens, weduwe van Herman Evertsz Vlam;
- Jan Bouwens; (tr Meynsgen Dircks, zus van Joosgen)
- Herman Bartholomeusz, man van Maeyken Bouwens;
- Claes Symonsz, man van Rabecka Bouwens, mede namens Gedion en Dominicus Bouwens;
- Arent Egbertsz van Raephorst, man van ....eltge Bouwens;
- Adriaen Jacobsz, blauverwer, voogd over de weeskinderen van Grietgen Bouwens die getrouwd was met Isaack Schinckel;
allen erfgenamen van Dominicus Bouwens, verkopen aan Frederick Cornelisz Neeloom een huis met erf voor 2800 gld.
Het huis en erf is gelegen aan de Vischmart, belend:
- Lysbeth Bouwens;
- Cornelis Matheusz Waterman en
- Jan Blom
24.01.1635 ona Rotterdam, akte 110, not Jan van Aller Az testament
Frederick Cornelisz Neeloom en zijn vrouw Annitgen Dircksdr Houcken wonende Vischmarckt, vermaken aan elkaar over en weer het vruchtgebruik van de goederen nagelaten door de eerststervende. De eigendom van deze goederen vermaken zij aan hun dochters Annitgen Fredericksdr en Emmitgen Fredericksdr.
Voorts wordt bepaald, dat na de dood van de langstlevende aan hun dochter Emmitgen Fredericksdr eerst moet worden uitgekeerd een bedrag van 1800 gulden, berustend onder Heynrick Willemsz Nobel burgemeester, plus enig nader omschreven huisraad, waaronder een kastje afkomstig van Meutgen Elisabet NN.
Ten aanzien van hun zoon Jacob Fredericksz, die reeds 16 jaar buitenslands verblijft en van wie geen levensteken meer ontvangen is, wordt bepaald dat na het overlijden van de langstlevende van hen, comparanten, een bedrag van 300 gulden ter beschikking moet worden gesteld van: Dirck Lowijsz Kouckelberch, en Pieter Punt, om te beleggen en eventueel uit te betalen, met de opbrengsten, aan genoemde Jacob Fredericksz of, indien hij overleden is, aan zijn kinderen. Na verloop van 6 jaar vervalt dit legaat aan comparantens dochters.
09.04.1637 ona Rotterdam, akte 197, not Jan van Aller Az, schenking
Emmitgen Frederickxdr, bej. j.d., dochter van wijlen Frederick Cornelisz Neeloom en wijlen Annitgen Dirckxdr Houcken verklaart, dat haar overleden ouders aan haar bij testament, gepasseerd op 24.01.1635 t.o.v. notaris Jan van Aller, enige aanzienlijke legaten vermaakt hebben, waarover wellicht ongenoegen zou kunnnen ontstaan met haar zuster Annitgen Frederickxdr; dat zij daarom afstand doet van deze legaten en dit geld nu gelijkelijk wil delen met haar genoemde zuster, onder uitsluiting echter van haar broer Jacob Frederickxz
* * *Wie zijn Jan Cornelisz de Wit, schipper en zijn vrouw Annitgen Claesdr? Zij legateert in 1602 Neeltgen, de nagelaten dr. van Dirck Thomasz. schipper, die nu met haar samen woont, 100 gld
>zie Jan Cornelisz de Wit
Annitgen Claesdr, dochter van Claes Cornelisz de Reus en Geertjen Pietersdr. Is Ingen Claes misschien dochter van deze Claes en zuster van Annitgen Claesdr. Geertien Pieters is van de familie Ockers. De naam Rochus komt in deze familie echter niet voor.
27.05.1587 ona Rotterdam, akte 148 not Jacob Symonsz testament
Neeltgen Pieters, weduwe van Frans Jans, waertinne in Delffshaeven, maakt haar testament.
Zij maakt legaten aan:
-Geertgen Pieters, haar zuster, en bij diens overlijden aan Weyntgen Willems, dochter van Neeltgen Claesdr, die een dochter is van Geertgen Pieters
-de weeskinderen van Neeltgen Claesdr voorn.
-de kinderen van Pieter Claesz, haar zusters zoon
-Annitgen Claesdr, haar zusters jongste dochter
-de kinderen van Aechtgen Cornelisdr, haar broers dochter
-het kind van Jan Cornelisz, haar broers zoon, Dirckgen Jans
19.05.1602 ona Rotterdam, akte 103, not Jacob Symonsz, testament - zie Jan Cornelisz de Wit
Jan Cornelisz de Wit, schipper, en zijn vrouw Annitgen Claesdr (dochter van Claes Cornelisz en Geertjen Pietersdr) benoemen elkaar tot universeel erfgenaam.
Legaten van Jan aan zijn broer Jacob Cornelisz, aan de kinderen van zijn overleden halfzuster Maritgen Jansdr, aan Jacob Cornelisz en het kind van zijn halfzuster Maritgen Jansdr te weten zijn deel van de nalatenschap van Jan de Wit's dochter Neeltjen nl. het huis en erf aan de Hoochstraet op de Middeldam waarin zijn moeije Jannitgen Jansdr nu woont, belend ten oosten door het huis van Joris Smout, genaamd 't Melckmeysgen, en ten westen het huis van Pieter Pietersz, zijdelaeckencoeper, genaamd de Paeu.
Legaat van Annitgen aan Neeltgen, nagelaten dochter van Dirck Thomasz, schipper, die nu bij hen woont.
Legaat van Annitgen aan haar man, te weten de goederen die zij geerfd heeft van haar moeder Geertjen Pietersdr en van haar vader Claes Cornelisz.
Getuijgen 223 Gerrit Adriaensz. cleermaecker Huybert Adriaensz. cleermaecker 1602
Weeskamer 223 - 19-5-1602, nots. Jacob Symonsz.:
Jan Cornelisz. de Wit schipper en Annitgen Claesdr. zijn huisvrouw., inwonende poorters Rotterdam., MT. Bij kinderloosheid alles aan de langstlevende. Sterft hij als eerste, dan Jacob Cornelisz. zijn broeder of diens kinderen. zijn kleding, kleinodien, juwelen en 100 kgld.
Het weeskind van Maritgen Jansdr. zijn halve zuster. 25 gld. Van hetgeen hem testateur is aangekomen van Neeltgen Jan de Witsdr. zijn moeder moet 3/4 gaan aan Jacob Cornelisz. zijn broeder of diens kinderen. en 1/4 aan het weeskn. van Maritgen Jansdr. of haar kinderen. En het huis en erf waarin zijn moeye Jannitgen Jansdr. nu woont, op de Hoochstraet Middeldam, het Melckmeijsgen toekomende Joris Smout oz en Pieter Pietersz. zijdelaeckenkooper’s huizinge genaamd De Paeu wz., waarop zij levenslang vruchtgebruik heeft, te scheiden tussen Jacob Cornelisz. en het weeskind. van Maritgen Jansdr. half en half. Als zij Annitgen Claesdr. als eerste sterft, dan haar naaste bloedvrunden erfgenaam vlgs. het recht van het land voor alle goederen haar aangekomen van Geertgen Pietersdr. haar moeder en bij Claes Cornelisz. haar vader vlgs. de uiterste wil van haar moeder levenslang in usufruct bezeten wordt. Daarbij al haar kleding en juwelen en nog 200 gld., terstond na haar dood. Zij legateert Neeltgen, de nagelaten dr. van Dirck Thomasz. schipper, die nu met haar samen woont, 100 gld.
Naschrift 16-9-1611: Annitgen Claesdr. weduwe van Jan Cornelisz. de Wit, aanvaardt de nalatenschap op de condities van vsz. testament.
04.06.1611 ona Rotterdam akte 130, not Jacob Symonsz, huwelijksvoorwaarden
Samuel Jacobs, schoelapper, en Maritgen IJemans, weduwe van Pieter Jans, varende man, maken huwelijksvoorwaarden. Hij brengt zijn goederen in, die hij, als weduwnaar, geërfd heeft van zijn vrouw, Lijsbet Gerrits, met een bepaling t.a.v. zijn 2 kinderen en van Dignum Dingemans, voordochter van voorn. Elisabet Gerrits. Zij brengt in een deel in een huis in de Calmerstraet, geërfd van haar moeder, Geertgen Lievens, belend ten westen door Willem Coenen en ten oosten door Pieter Dircx, verwer, en de tegoeden die zij heeft op: Jan Lievens, constabel op het schip van Jan Cornelisz de Wit, uitgevaren naar Oost-Indien; Huybrecht Jacobs, cuyper; Barent Lambrechts, cuyper; Goessen van Arckel; Joris Willems; Huybrecht Das, timmerman; Adriaen Dircx, scheepstimmerman; Reymer Jans.
Jan Cornelisz de Wit, schipper op de Rotterdam, het schip in (de verscheidene eskaders in) de vloot van Pieter Willemsz Verhoeff op reis naar Goa en Oost-Azie (1607-1611) LXXIII 58, 115,199,214
ONA Rotterdam 01.01.1628 arbitrage not Adriaan Kieboom
Daniel Laurenss, adelborst van capiteyn Corbit van het garnizoen te Utrecht, man van Jannitgen Jans die de moeder is van Emmetgen Cornelisdr ter ene zijde en Isaacq Elsevier ter andere zijde, leggen hun geschil voor aan arbiters. Het betreft het feit dat Emmetgen een zoon heeft gekregen van wie volgens haar Elsevier de vader is, maar waarvan Elsevier het vaderschap ontkent. In deze akte treedt Daniel Laurenss ook op namens Claes Janss Munter en Dirck de Ridder, voogden van Emmetgen, en namens Jan Janss de Man van der Made, cnoopmaecker, Jan Janss van Camerick en de weduwe van de predicant Spinhovius, bloedverwanten van Emmetgen. De partijen staan tegenover elkaar wat betreft het onderhoud van het kind. Als arbiters worden Jan van Aller, notaris, en mr. Pieter Jacobs, chyrurgijn te Utrecht, benoemd. Aan de akte is de uitspraak d.d. 2 januari toegevoegd, waarin o.a. bepaald wordt dat Elsevier 165 gld moet betalen, waaruit echter niet afgeleid mag worden dat arbiters van mening zijn dat Elsevier de vader is. N.B. Betreft: buitenechtelijke geboorte.
II 1a. PIETER JANS WOLFF en AEFFGEN AELBRECHTS VAN NATTEVELT/NEELTGE DIRCX
Neeltge Dircx, dochter van Dirck Thomasz, schipper, en Inge Claesdr
x otr 28.12.1625/06.01.1626 te Rotterdam, ned.geref, Pieters Janssoon wed. en Neeltgen Diricx, j.d. datum is fictief.
Kinderen eerste huwelijk met Aeffgen Aelbrechts van Nattevelt
Maria Pieters Wolff >PIETER HOLTHUIJSEN
Maritgen Pietersdr de Wolff, huisvrouw van Pieter Holthuysen. 1653
x otr 16.05/01.06.1649 te Rotterdam, ned.geref, Pieter Holthuijsen, j.m. van Dusseldorp en Maria de Wolf, j.d. van Rotterdam
Hendrick Pieters Wolff >INGETJE BOUWENS
x otr 22.10.1656 te Roterdam, tr 05.11.1656 te Rijswijk, ned.geref, Hendrick Pietersen Wolf, j.m. van Delfshaven en Ingetje Bouwens, j.d. van Rotterdam
Begraven 02.08.1654 te Rotterdam PIETER JANS WOLF echtgenoot van Neeltje Dircx
*
ONA Rotterdam 13.10.1634 attestatie not Jacobus Delphius
Pieter Jans Wolff, maeckelaer van zout, legt een verklaring af op verzoek van Heindrick Tielmans, backer te Delffshaven. Eind november 1633 zijn bij Tielmans de substituut schout van Delffshaven Abraham Jans Pesser tezamen met Dirck Jans de Hooch en Gerrit Willems van Ostens wederom het meel komen peilen.
ONA Rotterdam 10.02.1647 Delfshaven testament not Christiaan van Vliet
Pieter Jans Wolff, makelaar, en zijn vrouw, Neeltge Dircx, te Rotterdam, maken hun testament. Hij benoemt tot zijn erfgenamen Maria en Hendrick Pieters Wolff, zijn kinderen uit zijn huwelijk met Aeffgen Aelbrechts van Nattevelt, zijn 1e vrouw, en zijn vrouw.
Zij benoemt Dirck, Cornelis en Thomas Rochusz, kinderen van Rochus Dircks de Ridder, haar broer, Meijnsgen Dircks, vrouw van Jan Bouwens, scheepmaker, haar zuster, en Joosgen Dircks, haar zuster, vrouw van Jan Jans van der Waert, allen te Rotterdam, en haar man. Zij legateren aan de carytaetmeesters of armenbezorgers te Rotterdam 20 gulden en 20 stuivers
II 1b. JAN BOUWENS en MENSIE DIRICH – scheepmaker - wonen aan de Boomtgens
Jan Bouwens, geboren ca 1580, begraven 08.05.1650 te Rotterdam, zoon van Dominicus Bouwensz. viscooper en Neeltgen Jans de coster’s dochter, zijn huisvrouw, inwoners poorters Rotterdam, wonen aan de Vischmarct
Meynsgen Dircksdr, geboren ca 1580, begraven 0110.1651 te Rotterdam, dochter van Dirck Thomasz, schipper, en Inge Claesdr
x otr 03/17.01.1610 te Rotterdam, ned.geref, Jan Bouwens, j.m. en Mijnsgen Dircks, j.d.
Kinderen gedoopt te Rotterdam, ned.geref
28.10.1618 Lijsbet
V Jan Bouwens, m Mensie Dirich, get Dommicus Bouwens, Neeltgen Dirich
25.04.1621 Maijken
V Jan Bouwensse, m Meijnsche Jans, get Jan Jansse, Lijsbet Dominnecus, Maijken Willems
22.01.1623 Mijnecus
V Jan Bouwensse, m Meijnsgen Dirich, get Dominicus Bouwens, Maijken Dominicus
kinderen geboren te Rotterdam
Ingetgen >1bb HEINDRICK PIETERSE WOLF
x otr 22.10.1656 te Rotterdam, tr 05.11.1656 te Rijswijk, ned.geref, Hendrick Pietersen Wolf, j.m. van Delfshaven en Ingetje Bouwens, j.d. van Rotterdam
Cornelia >1bc ABRAM LE PETIT
Overleden 09.03.1684 te Rotterdam, begraven 13.03.1684 te Rotterdam Cornelija Bouijents, weduwe Abereham Lepetijt, overledene liet na 2 meerderjarige kinderen, Hoechstraet op den hoek van de Vlasmart in de Witte Engel, bezit, nalatenschap van haar vader, graf trans 143 Grote Kerk Rotterdam
x otr 08/22.10.1645 te Rotterdam, ned.geref, Abraham le Petit, j.m. van Rotterdam en Cornelia Bouwens, j.d. van Rotterdam
begraven 08.05.1650 te Rotterdam JAN BOUWENS echtgenoot van Meinsje Dircx
begraven 01.10.1651 te Rotterdam MEIJNSJE DIRCX, weduwe van Jan Bouwens
begraven 12.04.1665 te Rotterdam Lijsbeth Bouwens, weduwe
Begraven 07.12.1631 te Rotterdam Dominicus Bouwens, woonde op de Vischmarckt
*
Weeskamer Rotterdam - 1304 587/16 7-2-1600 Dirck Thomasz. schipper van het karveelschip De Eenhoorn (ov) Inge Claesdr. (voogden: Pieter en Maerten Claes Rochusz.nen, schippers en Thomas Adriaensz. timmerman) Kinderen: Thomas (ov op de reis naar O.I. op het schip van Capt. Frans Wittert en schipper Pieter Claes Rochusz.), Rochus, geb. ca. 1582 (afrek. 30-4-1608), Meynsgen (X Jan Bouwensz., afrek. 1311-1610)
Weeskamer Rotterdam
125v - 13-6-1619, nots. Jacob Symonsz., Rotterdam: Dominicus Bouwensz. viscooper en Neeltgen Jans de coster’s dochter, zijn huisvrouw, inwon. poorters Rotterdam, won. aan de Vischmarct, zij ziek, herroepen test. van 8-7-1601 voor mij Jacob Symonsz. gepasseerd. Test. opnieuw, Mutueel testament. Hun gehuwde kinderen Elysabeth, Jan, Grietgen, Neeltgen, Dominicus en Rebecca hebben ieder meer dan 300 gld. huwelijkskosten ontvangen. Daarom Mayken en Gideon, hun ongehuwde kinderen bij 25 jaar of huwelijk ieder 300 gld. Voorts alle kinderen erfgenaam in Gelijke porties. Huwt de langstlevende opnieuw, dan de kinderen terstond de helft van de boedel. Seclusie weeskamer.
Naschrift 18-10-1622: Dominicus Bouwensz. weduwnaar aanvaardt de nalatenschap.
ona Rotterdam 07.04.1633 verkoop not Adriaan Kieboom
Lysbeth Bouwens, weduwe van Herman Evertsz Vlam;
- Jan Bouwens;
- Herman Bartholomeusz, man van Maeyken Bouwens;
- Claes Symonsz, man van Rabecka Bouwens, mede namens Gedion en Dominicus Bouwens;
- Arent Egbertsz van Raephorst, man van (Ne)eltge Bouwens;
- Adriaen Jacobsz, blauverwer, voogd over de weeskinderen van Grietgen Bouwens die getrouwd was met Isaack Schinckel; allen erfgenamen van Dominicus Bouwens, verkopen aan Frederick Cornelisz Neeloom een huis met erf voor 2800 gld. Het huis en erf is gelegen aan de Vischmart, belend: - Lysbeth Bouwens; - Cornelis Matheusz Waterman en – Jan Blom.
ona Rotterdam 30.08.1634 machtiging nog Adriaan Kieboom
- Jan Bouwers, - Herman Bartholomeesz, en - Elisabeth Bouwers, procuratie hebbende van Gedeon Bouwers, oppercoopman bij de Oostindische Compagnie, machtigen Gijsbrecht Adriaensz om achterstallige gage te innen. N.B.: Jan en Elisabeth tekenen beiden met Bouwens.
02.12.1643 ona Rotterdam, akte 56, not Johan Cooll , overeenkomst
Dominicus Bouwens, wonende te Delfshaven, en Lijsbeth Bouwens, weduwe van Harmen Evertsz treffen een regeling voor de betaling van een obligatie van 680 gulden gepasseerd voor notaris Aelbert Troost, ten behoeve van Pieter Adriaensz van Blenckvliet, voor levering van koren die Adriaen Huygen van Schie, backer, binnen een maand zou betalen maar voor die tijd kwam te overlijden. De obligatie is in handen van Hendrick Barentsz Wachtmans wonende te s'Gravenhage.
De weduwe van van Schie, Rebecca Bouwensdr, is opnieuw getrouwd met Claes Symonsz van Vorsten, backer, womende op de Visserdijck in de Groenemeulen. Rebecca heeft met haar huidige man ongenoegen over de betaling. Haar broer Dominicus en zuster Lijsbeth nemen de betaling op zich en zullen de 680 gulden plus rente, totaal 950 gulden, in een aantal jaren afbetalen.
2941 609/263v 23-7-1645 zie nr. 2323 Isaac Jansz. Schinckel (overleden) Grietgen Bouwensdr. (overleden) (voogden: Jan Bouwensz. scheepstimmerman en Adriaen Jacobsz. blaeuverwer) Present gelijke groep erfgenamen als in nr. 2323, maar Slawaert hier gelezen Slabbaert en De Solenond als De Solemme.
Kinderen: - Dominicus Isaacsz. Schinckel (enig overgebleven kind en van wie nu gezegd wordt ca. 4 jaar geleden voor Malacca in Oostindiën overleden te zijn)
14.10.1651 ona Rotterdam, akte 943, not Vitus Mustelius Wouters attestatie
Johan van Haestrecht, oud 56 jaar, uit Amsterdam, en Hendrick Wolff, 32 jaar, geven op verzoek van de weeskinderen van Jan Bouwens (in leven scheeptimmerman alhier) hun bevindingen over Gijsbert van Raephorst, koopman te Amsterdam. Deze blijkt daar een twee jaar geleden vertrokken te zijn en dat zijn crediteuren hem vervolgden. Van Haestrecht heeft hem daar in zijn huis gezocht, doch kreeg te horen dat die "niet thuis" was, ook bij diens zwager Johan van der Velde kreeg hij dat antwoord. Wolff heeft hem ook gezocht doch bij zijn toevluchtsoord buiten Leiden hetzelfde antwoord gekregen van diens kinderen.
23.04.1660 ona Rotterdam akte 145 not Adriaen van Aller, testamet
Elisabeth Bouwens, weduwe van Harman Evertsz Vlammen, wonende op de Beurs, handhaaft haar testament dat zij d.d. 4 december 1647 voor notaris Adriaen Havelaer heeft opgemaakt en ook haar codicil d.d. 6 november 1647 voor dezelfde notaris, behalve dat zij nu Claas Symonsz van Vorsten en Hendrick Pietersz Wolf, haar zwager en neef, tot executeurs van haar nalatenschap en voogden over de minderjarige erfgenamen benoemt. De executeurs mogen hun functie uitoefenen tot de thuiskomst van haar zoon Dominicus Vlammen, chirurgijn, uit Oostindië.
22.07.1662 ona Rotterdam, akte 223, not Christiaan van Vliet, Delfshaven, verkoop
Cornelis Patijn, wonende te Overschie, Cornelis Swanhil, Heijndrick Meesz Coel en Claes Centen Leevels, als voogden van de kinderen van wijlen Neeltgen Dominicus, namens hun medevoogd Cornelis Arentsz Clein uit Overschie dragen 1/7e part van een grafstede met als nummer 143 in het trans, omtrent de Amsterdamse veer gelegen in de grote of St. Laurenskercke over aan Elijsabeth Bouwens, aan de kinderen van Jan Bouwens en Meijnsge Dircxdr, zaliger aan Rebecca Bouwens, vrouw van Claes Sijmonsdr van Vorsten en aan Heijndrick Pietersz Wolff, allen wonend te Rotterdam
01.03.1668 ona Rotterdam, akte 113, not Philips Basteels, testament
Claes Simonsen van Vorsten, exploitier van de accijnsen, benoemt zijn enige dochter, genaamd Cornelia van Vorsten, tot erfgename, met de bepaling dat zij een legitieme erfportie moet uitkeren aan haar broers Simon van Vorsten en Dominicus van Vorsten
III 1bb. HEINDRICK PIETERSE WOLF en INGETGEN BOUWENS
Ingetgen Bouwens, dochter van Jan Bouwens en Meijnsje Dircx
x otr 22.10.1656 te Roterdam, tr 05.11.1656 te Rijswijk, ned.geref, Hendrick Pietersen Wolf, j.m. van Delfshaven en Ingetje Bouwens, j.d. van Rotterdam
Kinderen gedoopt te Rotterdam, ned.geref
16.04.1658 Clementia
V Heindrick Pieterse Wolf, m Ingetje Bouwens, get Isack Borel, Cornelia Bouwens, Elisabet Bouwens
Begraven 09.11.1686 te Rotterdam HENDERIJCK PIETTERTSSEN WOLF, kerck, Boemttijens
*
06.05.1653 ona Rotterdam verhuur not Vitus Mustelius Woutersz
Heijndrick Pietersz de Wolf, Nicolaus van Vorsten beide administrateur van de kinderen van Abraham Petit en Cornelia Bouwens. En Ingetge Bouwens en Elijsabeth Bouwens, kinderen en kleinkinderen van Jan Bouwens en Meinsje Dircksdr. Zij verhuren een scheepstimmerwerf en loods aan Joris Heijndricksz, meester scheepstimmerman. De werf is gelegen aan de oostzijde van de Boomtgens, belendingen: oost: de ergenamen van Dirck Theunisz, west: de erfgenamen van Cornelis Verdoes. De huur wordt pas van kracht als Frans Hultgen en Jacob Arendsz Puikeveer afstand van de huidige huur hebben gedaan, en gaan hiermee accoord.
ONA Rotterdam 02.12.1659 attestatie not Jacobus Delphius
Francoijs Geschier (Gesschier) en Henrick Pietersz Wolff verklaren dat zij aan Dirck Verhaven hebben verzocht aan zijn zwager Cornelis Speelman, boekhouder generaal op het fort Batavia in Oostindien, te schrijven om aldaar aan hun zwager Abraham le Petyt 400 of 500 gulden te betalen. Zij staan garant voor dit bedrag.
In de kantlijn staat vermeld dat Dirck Verhaven d.d. 10 december 1661 verklaart dat bovenstaande acte geroyeerd wordt.
III 1bc. ABRAM LE PETIT en CORNELIA BOUWENS
Abraham le Petit, ged 08.07.1617 te Rotterdam, zoon van Izaak le Petit (ovl 14, begraven 21 september 1631 te Rotterdam, wonende Hoogstraat) en Maria Marinusdr Quiers
Cornelia Bouwens, dochter van Jan Bouwens en Meijnsje Dircx
x otr 08/22.10.1645 te Rotterdam, ned.geref, Abraham le Petit, j.m. van Rotterdam, wonend Hooghstraat en Cornelia Bouwens, j.d. van Rotterdam, wonend Boomtjes
Kinderen gedoopt te Rotterdam, ned.geref
15.01.1647 Marija
V Abram Petijt, m Cornelija Bouwens, get Jan Bouwensse, Francoijs Geschier
12.05.1648 Merixje
V Abraham le Petit, m Cornelia Bouwens, get Macus le Petit, Lisbet Louwels, Marija le Petit
Begraven 11.07.1649 te Rotterdam kind van Abraham Petit
24.08.1649 Merixtge
V Abram Le Petit, m Cornelia Bouwens, get Pieter Janse Wolf, Neeltge Dirckx van Arckel, Elijsabet Bouwens
01.01.1651 Isaack Lepetit
V Abraham Lepetit, m Cornelija Bouwens, get Heijnderick Wolff, Ingentge Bouwens, Lijsbet Bouwens
Begraven 16.08.1723 te Roterdam Isak Lepetijt, weduwnaar Marija Coolbrant, Grote Kerk eige kelder, 4 uer beluijt, overledene liet na 1 meerderjarig kind, Wijnhaave b.d. Bierstraet
1652 Clementia
12.05.1652 Merixije
V Abraham lepetit, m Cornelija Bouwens, get Heijnderick Wolf, Lijsbeth Bouwens
Overleden 09.03.1684 te Rotterdam, begraven 13.03.1684 te Rotterdam CORNELIJA BOUIJENTS, weduwe Abereham Lepetijt, overledene liet na 2 meerderjarige kinderen, Hoechstraet op den hoek van de Vlasmart in de Witte Engel, bezit, nalatenschap van haar vader, graf trans 143 Grote Kerk Rotterdam
*doopgetuigen voor de kinderen van Abram le Petit en Cornelia Bouwens
1647 voor Marija : Jan Bouwensse, Francoijs Geschier
1648 voor Merixje : Marcus le Petit, Lisbet Louwels, Marija le Petit
1649 oor Merixtge : Pieter Janse Wolf, Neeltge Dirckx van Arckel, Elijsabet Bouwens
1651 voor Isaack : Heijnderick Wolff, Ingentge Bouwens, Lijsbet Bouwens
1652 voor Merixije: Heijnderick Wolf, Lijsbeth Bouwens
*
ONA Rotterdam 08.07.1641 schuldbekentenis not Arnout Hofflant
Ghijsbert de Leeu, wijncooper, bekent 1000 gulden schuldig te zijn aan Abraham Petijt. In de marge Abraham le Petit heeft het geld op 30/05/1642 ontvangen. Akte doorgestreept.
ONA Rotterdam 05.09.1642 machtiging not Johan Cool
Abraham le Petyt, Gijsbrecht de Leeu, en Franchoys Geschier, voogden over nagelaten kinderen van Marya Marcus- weduwe van Isaack Petyt, lakenkoopman, machtigen Johan van Leye, bode van Holland op Parijs, om een obligatie in ontvangst te nemen van Adam Rey ad 150 gulden. Deze heeft dit onder zijn berusting en is ten laste van edelman Duchan, wonend op het huis Duchan bij Monfoort in Frankrijk.
ONA Rotterdam 13.02.1646 machtiging not Johan Cooll
Franchoys Geschier, laeckencooper, echtgenoot van Sara Petyt, alsmede Abraham Le Petyt, sijdecooper, machtigen Isaack Le Petyt (2), opt Eylant van Ste Maerten in Vranckrijck, om 125 gulden te innen van Wilhelmus le Saes, kapitein van een compagnie soldaten in Frankrijk. De schuld dateert van 01-12-1635 en is deel van de erfenis.
Sara en Abraham, en ook Isaack (2) zijn erfgenamen van Maria Marcus, in leven weduwe van Isaack le Petyt (1), coopman
ONA Rotterdam 28.03.1646 schuldbekentenis not Adriaan Kieboom
Abraham Petyt of Lepetit bekent 1.200 gulden schuldig te zijn aan Aeltgen van der Velde, weduwe van Sybert Meyndertsz van Duynen. Compareert mede en stelt zich borg Jan Bouwensz, scheepmaecker.
ONA Rotterdam 17.06.1646 testament not Arnout Hofflant
Isaac Petit, coopman, wonend in Vranckrijk, tegenwoordig alhier, benoemt tot zijn erfgenamen Sarah Petits, Janneken Petits, Abraham Petit en Marckus Petit, de kinderen van Susanneke Petits, de kinderen van Maria Petit en de kinderen van Jacob Petit.
Susanneken, Maria en Jacob hebben het vruchtgebruik van het kapitaal tijdens hun leven zonder dat hun schuldeisers daar aan kunnen komen. Gijsbert de Leeuw en Francois Geschier, zijn voogden, krijgen een legaat van 4000 gulden en worden aangesteld als administrateurs over de goederen
ONA Rotterdam 10.12.1646 verhuur not Jacobus Delphius
Sara Jansz Proons, weduwe van Jacob Pietersz de Vlaminck, verhuurt haar huis en erf aan de zuidzijde van de Hoochstraet, genaamd de Brantemmer, voor 3 jaar aan Abraham (le) Petyt, behalve de voorkamer die zij zelf houdt. De huur bedraagt 250 gulden per jaar.
De schatting zal voor 2/3 deel door de verhuurster betaald worden en voor 1/3 deel door de huurder.
Indien de verhuurster komt te overlijden in deze huurperiode zal de huurder de kamer erbij krijgen voor 50 gulden per jaar.
ONA Rotterdam 10.02.1647 testament Delfshaven not Christiaan van Vliet
Pieter Jans Wolff, makelaar, en zijn vrouw, Neeltge Dircx, te Rotterdam, maken hun testament. Hij benoemt tot zijn erfgenamen Maria en Hendrick Pieters Wolff, zijn kinderen uit zijn huwelijk met Aeffgen Aelbrechts van Nattevelt, zijn 1e vrouw, en zijn vrouw. Zij benoemt Dirck, Cornelis en Thomas Rochusz, kinderen van Rochus Dircks de Ridder, haar broer, Meijnsgen Dircks, vrouw van Jan Bouwens, scheepmaker, haar zuster, en Joosgen Dircks, haar zuster, vrouw van Jan Jans van der Waert, allen te Rotterdam, en haar man. Zij legateren aan de carytaetmeesters of armenbezorgers te Rotterdam 20 gulden en 20 stuivers.
ONA Rotterdam 29.04.1648 testament not Nicolaas Vogel Adriaansz
Jan Bouwens, meesterscheepmaker en zijn vrouw Meynsgen Dircxdr wonende aan de Boomtgens, benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam, met een legaat aan hun beide ongehuwde dochters Ingetgen en Elisabeth gelijk aan hetgeen hun oudste dochter Cornelia heeft gekregen bij haar huwelijk met Abraham Petyt.
ONA Rotterdam 20.10.1649 attestatie not Leonard van Zijl
Jan Bouwensz, scheepmaker, wonend in de Boompgens, 68 jr (geb ca 1581), legt een verklaring af op verzoek van Jasper Lucasz, wantslager.
Hij zegt goed te weten van de obligatie ad 800 gulden, die Jasper met Henrick Jansz, keurmeester van haring en vis, bij notaris Adriaen Kieboom op 2-7-1635 hebben verleden en waarover Jasper nu door Carel Slabbert, gehuwd met Cornelia Bouwers voor het gerecht wordt gedaagd.
Hij zegt te weten dat in 1637 400 gulden is betaald en de rente van de resterende 400 gulden door Henrick Jansz, keurmeester.
Henrick Jansz is ca. 10 jaar geleden met Choffia de Sellem, weduwe van Gedion Bouwers, aan wie het restant toebehoorde, overeengekomen dat Henrick de vs. 400 gulden op rente zou houden.
Hij heeft zelf de 400 gulden ontvangen en Neeltge Teeusdr, dochter van Elisabeth Bouwens, de resterende 400 gulden.
Hij heeft 10 jaar geleden Coffia de Cellem horen zeggen dat zij met Henrick Jansz overeengekomen was en hem de rente over 400 gulden liet houden omdat zij niet anders kon
ONA Rotterdam 14.10.1650 testament not Adolf Gommelraet
Meijnsgen Dircxdr, weduwe van Jan Bouwensz, meester-scheepmaker, houdt het testament van 19-4-1648 bij notaris Nicolaes Vogel in stand.
Zij voegt toe dat zij 100 rijksdaalders prelegateert aan haar ongehuwde dochters Ingetgen en Elisabeth Bouwens. Haar schoonzoon Abraham Petijt mag zich niet met haar nalatenschap bemoeien, allen haar genoemde dochters en dochter Cornelia, vrouw van Abraham, met hulp van de administrateurs haar zwagers Jan Jansz van Weet en Claes Sijmonsz van Vorsten.
Cornelia's erfdeel wordt gekort met datgene dat zij reeds gehad heeft en zij moet haar ouders eerst uit hun borgtocht voor Cornelia en haar man bevrijde
ONA Rotterdam 20.11.1650 testament not Adolf Gommelraet
Jan Janssen van Weert en Claes Sijmonssen van Vorsten zeggen dat Meijngen Dircxdr, weduwe van Jan Bouwensz, meester-scheepmaker, op 14-10 een codicil gemaakt heeft bij de notaris waarin zij hen aanstelt als regelaars en administrateurs over de goederen die Cornelia Petijt, vrouw van Abraham Petijt, en haar kinderen t.z.t. van haar zullen erven volgens een testament, gemaakt bij notaris Nicolaes Vogel. Zij zeggen deze aanstelling aan te nemen.
ONA Rotterdam 23.08.1651 testament not Adolf Gommelraet
De zieke Meijnsgen Dircxdr, weduwe van Jan Bouwens, meester-scheepmaker, houdt het testament dat zij met haar man op 19-4-1648 bij notaris Nicolaes Vogel gemaakt heeft in stand.
Zij voegt nadere bepalingen toe betreffende haar dochter Neeltge Bouwens, vrouw van Abraham Peti
Ona Rotterdam 27.06.1652 boedelinventaris not Adolf Gommelraet
Inventaris van de boedel van Meijnsgen Dircx, weduwe van Jan Bouwens, meester-scheepmaker, overleden 03-10-1652.
-Huis en timmerloods in de Boompjes, belend ten oosten door de kinderen en erfgenamen van Dirck Teunissen en ten zuiden Cornelis Cooper, strekkend tot de Timmermanshaven
-een boot, een schouw, huisraad o.a. een oratieboek van Georgium Schucum, doctor en professor te Heidelberg
-Tegoeden van: Huijbrecht de Vadder, de weduwe van Aert de Meester en de weduwe van Jaques van der Schrik te Mechelen, Joris Tanton te Brussel, Gerrit van der Brugge te Brussel, Coenraet de Vadder te Brussel, Adam Valijn te Brussel, Jaques Beeckmans te Brussel, Anthonij Moris te Mechelen, Adriaen Dammasz van Stolck o.a. 1/8 deel in het schip 'de Hoope' met schipper Kassel Knicht, Vranck Janssen Kalffspoodt, Pieter Beugel over huur en schade van een aelman, Corstiaen Splinter, schipper op een mackman, Tonis Dircxen Boeij, Zegert Bloem, Frans Claesz, schipper, Dirck den Haringh, Cornelis de Romer, Neeltgen Zieren, Vrieseman in de Groenendael, Arien Ariens, Daniel van Leeuwen, Lambert Janssen, Hans Jacobsen van Lijsvelt, Gijsbert van Raephorst wonend buiten Leiden, Meester Greems wonend op de hoek van de Vlasmarkt, en Abraham Petijt
Schulden aan: Dirck Daniels van der Heijden t.z.v. teer, Jan Jorisz Bockemdroger, Jan Hennekijn t.z.v. brandewijn, Arien Vos t.z.v.kaas, Jacob van der Dussen te Schiedam t.z.v.zeep, Tomas Carter t.z.v.boter, Hendrick Janssen Nisen t.z.v.haring, Commer Leenderts t.z.v.smeer, Sijbrant Leenderts te Delfshaven t.z.v.haring, Pieter Janssen Bockumdroger, Pieter Leenderts te Delfshaven t.z.v.haring, Maritgen Jans, t.z.v.haring, Juffrouw Panssers t.z.v bockum, Alewijn Gijsen te Schiedam t.z.v.haring, Lijsbeth Crijnen in Westnieuwland t.z.v.vis, t.z.v.haring, Dirck Tol t.z.v.haring, Pieter van der Vat t.z.v.haring, Samuel van der Laen t.z.v.bokkum, Jan van Es te Brussel t.z.v.geslacht boom, notaris Vogel als borg voor Abraham Petijt en de rente vandien ten gunste van Nicolaes Arckenbout.
Alles op aangeven van Elijsbeth Bouwens, geassisteerd door Hendrick Pieters Wolff, beiden mede-erfgenamen van Meijnsgen Dirck, hun moeder.
Willem Dombensen te Amsterdam t.z.v.stokvis, Gerrit Groenrijs te Delfshaven t.z.v.haring, Cornelis Leenderts te Schiedam
ONA Rotterdam 06.05.1653, akte 218, ona Rotterdam verhuur not Vitus Mustelius Woutersz
Heijndrick Pietersz de Wolf, Nicolaus van Vorsten beide administrateur van de kinderen van Abraham Petit en Cornelia Bouwens. en Ingetge Bouwens en Elijsabeth Bouwens, kinderen en kleinkinderen van Jan Bouwens en Meinsje Dircksdr. Zij verhuren een scheepstimmerwerf en loods aan Joris Heijndricksz, meester scheepstimmerman. De werf is gelegen aan de oostzijde van de Boomtgens, belendingen: oost: de ergenamen van Dirck Theunisz, west: de erfgenamen van Cornelis Verdoes. De huur wordt pas van kracht als Frans Hultgen en Jacob Arendsz Puikeveer afstand van de huidige huur hebben gedaan, en gaan hiermee accoord.
ONA Rotterdam 24.09.1653 testament not Leonard van Zijl
109 Judith van Welij, weduwe van Dirck Rochusz de Ridder, wonend op de Schiedamsedijk, benoemt tot erfgenaam haar halfbroer Abraham van Welij, wonend tot Nimmegen,en haar halfzus Aeltge van Welij, wonend tot Hulst, elk voor de helft.Administrateur is Marinus Groenincx, brouwer, bij wie zij in huis heeft gewoond.
Legaten van geld, sieraden en inboedel: aan Cornelis Rochusz, broer van haar overleden man en diens dochtertje Aechijn Cornelisdr, over wie zij moeye is, aan Jan van Wenselaer, zoon van haar oom, wonend te Dordrecht, aan Henrick Gerritsz van Verendal, wonend te Nieuwegen, aan Cathalina Groenincx, dochter van de genoemde Marinus Groenincx, aan Petronella Jacobsdr, dochter van Neeltge Maertendr, wonend tot Fijtgen Maertens, haar moeye en nicht,aan Lijsbeth van Manen, jonge dochter, wonend op het hoekhuis van de Zevenhuyssteeg, aan Neeltge Jans, huisvrouw van Abrahm le Petijt, aan Geertge Joris, dochter van Fous Slereman, aan Lijsbeth Adriaens, dochter van Adriaen van Welij, en aan Maritgen Pietersdr de Wolff, huisvrouw van Pieter Holthuysen.
Verder nog legaten van kleine geldbedragen aan de wezen van Rotterdam, aan dr Samuel Lansbergen en zijn zoon, beide bedienaren van de Remonstranten, aan Barber, huisvrouw van Anriesz, mouter in de brouwerij van de Witte Leeuw, aan Lijsbeth Stoffelsdr, huisvrouw van Arent Gerritsdr, kraenkint, aan Lijntgen Henricxdr, weduwe van Claes de Schoenmaker, wonend op de Schiedamsedijk, en aan Maritge Claesdr, weduwe van Gerrit Jansz, bootsgezel, wonend in van Noordensteechgen.
N.B. Bij deze akte horen ook de blz 287, 288, 289 en 290.
ONA Rotterdam 12.04.1656 schuldbekentenis not Arent van der Graeff
Abraham Petyt, sydewinckelier, als schuldenaar, en Jan Bouwensz, scheeptimmerman, als borg, bekennen 1200 gulden schuldig te zijn aan Nicolaes Arckenbout.
NB. De akte is doorgestreept. In de marge: afgelost 13-04-1652.
ONA Rotterdam 22.04.1654 testament not Jacobus Delphius
Sara Proons, weduwe van Jacob Pieters de Vlaming, herroept haar testament van 18-12-1651, verleden voor notaris Adrijaen Kieboom, en maakt een nieuw testament.
Zij legateert aan Gerrit van Teijlingen, zoon van haar zuster, Susanna Proons, het huis genaamd "de Brantemmer" aan de Hoochstraet, bewoond Abraham Petijt. Zij benoemt tot haar erfgenamen:
-Maria, Johan, Anthonij, Jacob en Abraham Proons, kinderen van Jan Gerrits Proons
-Anna de Ruijter, dochter van Tanneken Proons.
ONA Rotterdam 12.09.1656 machtiging not Cornelis Maes
Cornelia Bouwens, vrouw van Abraham Le Petijt, koopvrouw, machtigt Jacob Le Petijt, haar zwager, te Tiel om te procederen tegen Harman Willems, wonend op de Schans van Ter Voren ter zake van een vordering van 26 gulden over geleverde koopmanschappen.
ONA Rotterdam 02.12.1659 attestatie not Jacobus Delphius
Francoijs Geschier (Gesschier) en Henrick Pietersz Wolff verklaren dat zij aan Dirck Verhaven hebben verzocht aan zijn zwager Cornelis Speelman, boekhouder generaal op het fort Batavia in Oostindien, te schrijven om aldaar aan hun zwager Abraham le Petyt 400 of 500 gulden te betalen. Zij staan garant voor dit bedrag.
In de kantlijn staat vermeld dat Dirck Verhaven d.d. 10 december 1661 verklaart dat bovenstaande acte geroyeerd wordt.
ONA Rotterdam 26.04.1664 testament not Jacob Duyfhuysen jr
Franchois Geschier en zijn vrouw Sara Le Petit, wonend op de Delfsevaart benoemen elkaar tot erfgenaam. Hun enige dochter, Elisabet Gesschier, gehuwd met Sijmon Cocx, chirurgijn, heeft bij haar huwelijk 2.000 gulden ontvangen. Zij legateren aan haar nog 6.000 gulden. Zij legateren aan hun eventuele kleinkinderen 6.000 gulden waarvoor een hypotheek wordt aangegaan op het huis St. Maerten aan de Hoochstraet op de hoek van de Speuye, waar hun dochter woont. Indien zij zonder kinderen in leven overlijden legateert hij aan zijn halfbroer en halfzuster en het kind van zijn overleden halfbroer en zijn 2 broers gezamenlijk 6.000 gulden.
Zij legateert dan aan haar zusters en broers Susanna, Jacob, Marcus en Maria Le Petit en de kinderen van wijlen haar broer, Abraham Le Petit 6.000 gulden, waarvan zij het vruchtgebruik krijgen. Zij sluit de kinderen van wijlen Janneken Le Petit, haar zuster, uit van de erfenis, omdat zij de erfenis van Isaack Le Petit, haar broer, na zijn overlijden, aan zich getrokken heeft.
N.B.: De datum is juist. Het testament was eerder opgesteld
252. Hier leit begraven Aechte Cornelisd. out 78 jaer en is gerust den 27 Mey anno 1619. Hier leit begraven Josina Ridders Dirksdochter is gestorve den 28en October 1647 oudt sijnde 58 jaren. (Een merk.) (no. 21)
II 2. ROCHUS DIRCKS DE RIDDER en AELTGEN CORNELIS – Wijnstraet te Rotterdam, schipper
Rochus Dircksz de Ridder, geboren ca 1580, begraven 24.01.1627 te Rotterdam, zoon van Dirck Thomas de Ridder en Inge Claes.
Zijn zussen zijn Neeltge Dircx (tr Pieter Jans Wolff, Meijnsgen Dircks (tr Jan Bouwens), Joosgen Dircks (tr Jan Jans de Waart)
x otr 02/16.03.1608 te Rotterdam, ned.geref, Rochus Dircks j.g. w. op de Hoochstr. en Aechtgen Cornelis j.d. w. bij de weesbrugge b.v. Rott. 16 mart. 1608
Kinderen
Dirck Rochus de Ridder >3 JUDICKGE JANS VAN WELIJ
Begraven 12.12.1649 te Rotterdam Dirk Rocusz, schipper, echtgenoot van Judick Jans
x otr 26.04/10.05.1643 te Rotterdam, ned.geref, Dirck Rocussen, j.m. van Rotterdam en Judith Jans van Well j.d. van Nimmegen
x otr 13/29.11.1654 te Rotterdam, stadstrouw, Jan Leendertsen Pot wed van Agnietge Wellebrants met Judith Jans, weduwe van Dirc Rochussen
Begraven 10.07.1655 te Rotterdam Jan Leenderts Pot, tinnegieter, echtgenote van Judith
Begraven 20.05.1657 te Rotterdam Leendert Jans Pot, tinnegieter
Thomas Rochusz >AELTGEN HENDRICXDR
Hoogbootsman
x 09.09.1649 te Leiden, ned.geref, Thomas Rochusz de Ridder, schipper, geboren te Rotterdam, wonende te Rotterdam, en Aeltgen Henricxdr geboren te Rotterdam, wonende te Bredestraet, get bg Gerardt Bontius, bekende Houtstraet, get bd: Gerardt Bontius, bekende, beroep boelhuysmeester
x 12.09.1649 te Rotterdam, ned.geref, Thomas Rochusse de Ridder, j.m. met Aeltgen Heijnderick, j.d. geb Rotterdam, attestatie gegeven op Leijden den 26.09.1649
Cornelis Rochusz >BEATRIX JACOBS
x otr 15/31.01.1651 te Rotterdam, ned.geref, Roechus Cornelis j.m. van Rotterdam en Beatrix Jacobs, j.d. van Rotterdam
begraven 12.12.1655 te Rotterdam Beatrijn Beatrijsdr echtgenote van Cornelis Rocusz Ridder
begraven 02.07.1656 te Rotterdam Cornelis Rocusz de Ridder
Begraven 24.01.1627 te Rotterdam ROCHUS DIRCXSZ, woonde in de Wijnstraet, schipper
*
03.06.1625 ona Rotterdam, akte 67, not Arnout Wagensvelt, attestatie
Joost Pietersz, stierman 26 jr, Pieter Sandersz, 27 jr, en Jacob Roeleman, 27 jr, opvarenden op het schip van Rochus Dircxsz, coopverdijvaerder, verklaren op diens verzoek dat zij bij Kieliebyff op de rivier van Rouaen aan de grond zaten, en dat het slecht met hen zou zijn afgelopen als Leendert Claesz, coopvaerdijvaerder hen niet met al zijn scheepsvolk te hulp was gekomen.
10.01.1627 ona Rotterdam, akte 96, not Willem Jacobsz, testament
Rochus Dircxz schipper, en zijn vrouw Aeltgen Cornelisdr, wonende Wijnstraet benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam.
12.04.1646 ona Rotterdam, akte 86, not Jan van Aller Az, attestatie
Grietgen Rombouts, 41 jaar, weduwe van Pieter Franss den Broeder; Trijntgen Jacobs, 38 jaar, vrouw van Franck Claess van Suylen, stuyrman; Judich Jans, 38 jaar, vrouw van Dirck Rochuss den Ridder, schipper, en Aeffgen Pieters, jongedochter van 23 jaar, leggen op verzoek van Ermpgen Jans, bejaerde dochter, winckelierster, een verklaring af.
Grietgen Rombouts verklaart dat, toen zij in 1643 bij Ermpgen woonde, nooit heeft gezien of verteld aan Annitgen Cornelisdr, dienstmaecht van Ermpgen, dat requirante met Anthoni de pasteybacker, weduwnaar, wonende in de Hootstege, twee dagen naar Delft is geweest.
Zij verklaren dat Annitgen Cornelisdr benaderd is door de kinderen van Pieter Aryenss, asijnmaecker, wonende op de Blaeck, om op verzoek van Johannes van Gesel een verklaring ten nadele van Ermpgen af te leggen.Zie ook aktenrs. 88,102.
10.02.1647 ona Rotterdam akte 63, not Christiaan van Vliet, Delfshaven testament
Pieter Jans Wolff, makelaar, en zijn vrouw, Neeltge Dircx, te Rotterdam, maken hun testament.
Hij benoemt tot zijn erfgenamen Maria en Hendrick Pieters Wolff, zijn kinderen uit zijn huwelijk met Aeffgen Aelbrechts van Nattevelt, zijn 1e vrouw, en zijn vrouw.
Zij benoemt Dirck, Cornelis en Thomas Rochusz, kinderen van Rochus Dircks de Ridder, haar broer, Meijnsgen Dircks, vrouw van Jan Bouwens, scheepmaker, haar zuster, en Joosgen Dircks, haar zuster, vrouw van Jan Jans van der Waert, allen te Rotterdam, en haar man. Zij legateren aan de carytaetmeesters of armenbezorgers te Rotterdam 20 gulden en 20 stuivers.
THOMAS ROCHUSZ DE RIDDER en AELTGEN HENRICXDR - schipper
Thomas Rochusz den Ridder, zoon van Rochus Dircks de Ridder en Aeltgen Cornelis
x 09.09.1649 te Leiden, ned.geref, Thomas Rochusz de Ridder, schipper, geboren te Rotterdam, wonende te Rotterdam, en Aeltgen Henricxdr geboren te Rotterdam, wonende te Bredestraet, get bg Gerardt Bontius, bekende Houtstraet, get bd: Gerardt Bontius, bekende, beroep boelhuysmeester
x 12.09.1649 te Rotterdam, ned.geref, Thomas Rochusse de Ridder, j.m. met Aeltgen Heijnderick, j.d. geb Rotterdam, attestatie gegeven op Leijden den 26.09.1649
Thomas Rochusz is doopgetuige te Rotterdam, remonstrants voor
19.02.1653 Aechien, v Cornelis Rokusz, m Beateris Jacobs, get Teunis Rokusz, Cornelis Maertensz, Lijntge Jacobs, Judith Jans
*
ONA Rotterdam 11.04.1646 attestatie not Balthasar Bazius
56 Marinis Sijmonsz, stierman, 41 jr, Cornelis Willemsz, kok, 41 jr, Thomas Rochusz, hoogbootsman, 25 jr, Teunis Crispijnsz, 22 jr, en Pieter Melisz, 25 jr, varen allen met schipper Dirck Rochusz den Ridden. Zij verklaren op verzoek van Claes Pietersz Reus, schipper, dat Reus in aanvaring kwam met Joris Jansz Somer bij Calis Cliff op Goede Vrijdag. Zij hebben de beschadigingen aan het schip gezien, die niet door de Reus veroorzaakt zijn maar, naar verluid, door het later in de grond zeilen van een schip bij Den Briel.
Weeskamer Rotterdam
4021 fo. 131v 2-5-1663 Tomas Rochusz. schipper, X Aeltgen Hendricxdr., overleden (op straat dood gebleven) Voogden Paulus Maeshoeck en Hendrick Pietersz. Wolf. Kind erft ook van Neeltgen Dircxdr., moeye van vaderszijde Kind: overleden weeskind (vr.) schoolgaande.
CORNELIS ROCHUSZ en BEATRIX JACOBS – De Hangh bij de Vischmarckt
Cornelis Rochusz den Ridder, zoon van Rochus Dircks de Ridder en Aeltgen Cornelis
x otr 15/31.01.1651 te Rotterdam, ned.geref, Roechus Cornelis j.m. van Rotterdam en Beatrix Jacobs, j.d. van Rotterdam
Kinderen gedoopt te Rotterdam, remonstrants
19.02.1653 Aechien
v Cornelis Rokusz, m Beateris Jacobs, get Teunis Rokusz, Cornelis Maertensz, Lijntge Jacobs, Judith Jans
begraven 11.01.1654 te Rotterdam Nn vader Cornelis Rocusz
begraven 12.12.1655 te Rotterdam BEATRIJS BEATRIJSD echtgenote van Cornelis Rocusz Ridder
begraven 02.07.1656 te Rotterdam CORNELIS ROCUSZ DE RIDDER
*
09.01.1643 ona Rotterdam, akte 145, not Nicolaas Vogel Adriaansz, attestatie
Op verzoek van Jan Bouwensz, meester scheepmaker, en Ghijsbrecht van Raephorst, coopman te Amsterdam, reders van het schip de Arent waarop schipper was Cornelis Rochusz de Ridder, verklaart Willem Harmansz, wonende Visschersdijck 31 jaar, dat hij met genoemde schipper in september als hoochbootsman is vertrokken naar Bourdeaux in Franckrijck. Op de rivier van Libourne werd vervolgens een lading castanien ingenomen bestemd voor De Mase. Op de terugreis werden zij overvallen door een Duynkercker roverschip, waarop Jan Coopman capiteyn was, en naar Duynkerken gebracht. Na 17 dagen kon comparant ontkomen
ona Rotterdam 24.09.1653 testament not Leonard van Zijl
109 Judith van Welij, weduwe van Dirck Rochusz de Ridder, wonend op de Schiedamsedijk, benoemt tot erfgenaam haar halfbroer Abraham van Welij, wonend tot Nimmegen,en haar halfzus Aeltge van Welij, wonend tot Hulst, elk voor de helft.Administrateur is Marinus Groenincx, brouwer, bij wie zij in huis heeft gewoond.
Legaten van geld, sieraden en inboedel: aan Cornelis Rochusz, broer van haar overleden man en diens dochtertje Aechijn Cornelisdr, over wie zij moeye is, aan Jan van Wenselaer, zoon van haar oom, wonend te Dordrecht, aan Henrick Gerritsz van Verendal, wonend te Nieuwegen, aan Cathalina Groenincx, dochter van de genoemde Marinus Groenincx, aan Petronella Jacobsdr, dochter van Neeltge Maertendr, wonend tot Fijtgen Maertens, haar moeye en nicht,aan Lijsbeth van Manen, jonge dochter, wonend op het hoekhuis van de Zevenhuyssteeg, aan Neeltge Jans, huisvrouw van Abrahm le Petijt, aan Geertge Joris, dochter van Fous Slereman, aan Lijsbeth Adriaens, dochter van Adriaen van Welij, en aan Maritgen Pietersdr de Wolff, huisvrouw van Pieter Holthuysen.
Verder nog legaten van kleine geldbedragen aan de wezen van Rotterdam, aan dr Samuel Lansbergen en zijn zoon, beide bedienaren van de Remonstranten, aan Barber, huisvrouw van Anriesz, mouter in de brouwerij van de Witte Leeuw, aan Lijsbeth Stoffelsdr, huisvrouw van Arent Gerritsdr, kraenkint, aan Lijntgen Henricxdr, weduwe van Claes de Schoenmaker, wonend op de Schiedamsedijk, en aan Maritge Claesdr, weduwe van Gerrit Jansz, bootsgezel, wonend in van Noordensteechgen.
N.B. Bij deze akte horen ook de blz 287, 288, 289 en 290.
14.04.1654 ona Rotterdam, akte 158, not Jacob Duyfhuysen jr, testament
Cornelis Rochusz, seevarende man, en zijn vrouw Beatris Jacobsdr, die in het Hangh wonen, aan de oostzijde bij de Vischmarckt benoemen elkaar tot erfgenaam. Hij legateert zijn familieleden 2 gulden 10 stuiver en zij aan haar moeder Meynsge Jacobsdr haar kleding.
05.12.1655 ona Rotterdam akte 112, not Adriaen van Aller, testament
Beatrix Jacobs, vrouw van Cornelis Rochusz Ridder, varende man, wonende in het Hangh, annuleert het testament van haar en haar man, dat in 1654 bij notaris Jacob Duyffhuysen is opgemaakt. Zij benoemt haar moeder Meynsgen Jacobs, weduwe van Jacob Jasperse Posthoorn, tot haar enige erfgenaam
III 3. DIRCK ROCHUS DE RIDDER en JUDICKGE JANS VAN WELIJ
Dirck Rochusz den Ridder, zoon van Rochus Dircks de Ridder en Aeltgen Cornelis
x otr 26.04/10.05.1643 te Rotterdam, ned.geref, Dirck Rocussen, j.m. van Rotterdam en Judith Jans van Well j.d. van Nimmegen
*
63 ONA Rotterdam 10.02.1647 Delfshaven testament not Christiaan van Vliet
Pieter Jans Wolff, makelaar, en zijn vrouw, Neeltge Dircx, te Rotterdam, maken hun testament. Hij benoemt tot zijn erfgenamen Maria en Hendrick Pieters Wolff, zijn kinderen uit zijn huwelijk met Aeffgen Aelbrechts van Nattevelt, zijn 1e vrouw, en zijn vrouw.
Zij benoemt Dirck, Cornelis en Thomas Rochusz, kinderen van Rochus Dircks de Ridder, haar broer, Meijnsgen Dircks, vrouw van Jan Bouwens, scheepmaker, haar zuster, en Joosgen Dircks, haar zuster, vrouw van Jan Jans van der Waert, allen te Rotterdam, en haar man. Zij legateren aan de carytaetmeesters of armenbezorgers te Rotterdam 20 gulden en 20 stuivers
*
ONA Rotterdam 25.03.1643 attestatie not Arent van der Graeff
134 Jacob Croosbijl, Engelsman, 38 jaar verklaart op verzoek van Dirck Rochusz, schipper op het schip "de Fortuijn", dat hij op dat schip met het overbrengen van de bagage van de koningin is meegevaren; om aangekomen in Nieuw Casteel, het schip met kolen te laden voor rekening van Huybrecht Schepmoes. Maar door opdracht van admirael Tromp zijn ze naar Borlington gevaren, hebben daar gelost, maar konden daar geen kolen krijgen. Ze hebben de admiraal verzocht konvooi naar Nieuw Casteel en daarna naar huis te geven maar hij weigerde en wilde alleen konvooi naar het vaderland geven, zodat ze geen kolen hebben kunnen laden.
NB. Jacob Croosbijl tekent: James Croscomb.
ONA Rotterdam 13.02.1643 bevrachtingsovereenkomst not Nicolaas Vogel Adriaansz
47 Pieter de Wit, oud-schout van Cralingen, gemachtigd door de Staten Gernerael, bevrachter en Dirck Roochussen (of Rochussen), schipper van een fleuytschip, genaamd "De Fortuyn" groot 110 lasten sluiten een chartepartij. De schipper moet naar Nieucasteel in Engelandt gaan, geladen met paarden, karossen en koetswagens. Het begeleidend convooi ligt in het Goereesche Gat voor Hellevoetsluys.
NB: op blz. 140 wordt deze chartepartij ook genoemd, alleen als notitie.
ONA Rotterdam 18.01.1644 testament not Vitus Muselius Woutersz
89 Dirck Rochusse de Ridder en Judickge Jans van Welij, zijn vrouw, wonend aan de oostzijde van de Schiedamsendijck, maken hun testament. Hij benoemt zijn vrouw tot erfgenaam met een bepaling t.a.v. zijn broers, Cornelis en Thomas Rochusse. Zij benoemt haar man tot erfgenaam met een bepaling t.a.v haar oom, Willem van Vinckeler te Dordrecht, haar broer en zuster, Abraham en Aeltge van Welij.
ONA Rotterdam 30.12.1644 bevrachtingsovereenkomst not Jan van Aller Az
337 Dirck Rochussen schipper op de fluitschepe genaamd de Fortuyn groot 110 lasten, liggende te Delfshaven, sluit een bevrachtingsovereenkomst voor het vervoer van paarden met Reynier Wilmotte wagenmeester, van de Prinse van Orangen, wonende te Sgravenhage.
Het vervoer vindt plaats vanaf Delfshaven en de Mase naar Diepen in Vranckrijck.
Voor het vervoer wordt 1.800 gulden betaald. Eventueel bij vertraging door andere havens aan te moeten doen b.v. Habel de Grace of Roaen, zullen Tromp, admirael of anderen daarvoor een bedrag vaststellen.
ONA Rotterdam 21.07.1645 attestatie not Jan van Aller Az
36 Martyna Prins, 41 jaar, vrouw van wijncooper Heynrick Points, Judich van Weli, 37 jaar, vrouw van schipper Dirck Rochuss, en Geertgen Jans,26 jaar, jongedochter, dienstmaecht van voornoemde Points verklaren op verzoek van Erremtgen Jans jongedochter, dat toen ± 3 jaar geleden Johannes van Gesel, cruydenier op het Westnieuwlant, met Erremptgen bij Martyna Prins was,
Jacob van Gesel, een broer van Johannes, binnenkwam en er een woordenwisseling ontstond over de relatie tussen Johannes van Gesel en Errempgen, waarbij Johannes duidelijk maakte eens met haar te zullen trouwen.
Zie aktenr. 35,37,38,46,51,52,54 en 59.
ONA Rotterdam 11.04.1646 attestatie not Balthasar Bazius
56 Marinis Sijmonsz, stierman, 41 jr, Cornelis Willemsz, kok, 41 jr, Thomas Rochusz, hoogbootsman, 25 jr, Teunis Crispijnsz, 22 jr, en Pieter Melisz, 25 jr, varen allen met schipper Dirck Rochusz den Ridden. Zij verklaren op verzoek van Claes Pietersz Reus, schipper, dat Reus in aanvaring kwam met Joris Jansz Somer bij Calis Cliff op Goede Vrijdag. Zij hebben de beschadigingen aan het schip gezien, die niet door de Reus veroorzaakt zijn maar, naar verluid, door het later in de grond zeilen van een schip bij Den Briel.
ONA Rotterdam 12.04.1646 attestatie not Jan van Aller Az.
86 Grietgen Rombouts, 41 jaar, weduwe van Pieter Franss den Broeder; Trijntgen Jacobs, 38 jaar, vrouw van Franck Claess van Suylen, stuyrman; Judich Jans, 38 jaar, vrouw van Dirck Rochuss den Ridder, schipper, en Aeffgen Pieters, jongedochter van 23 jaar, leggen op verzoek van Ermpgen Jans, bejaerde dochter, winckelierster, een verklaring af.
Grietgen Rombouts verklaart dat, toen zij in 1643 bij Ermpgen woonde, nooit heeft gezien of verteld aan Annitgen Cornelisdr, dienstmaecht van Ermpgen, dat requirante met Anthoni de pasteybacker, weduwnaar, wonende in de Hootstege, twee dagen naar Delft is geweest.
Zij verklaren dat Annitgen Cornelisdr benaderd is door de kinderen van Pieter Aryenss, asijnmaecker, wonende op de Blaeck, om op verzoek van Johannes van Gesel een verklaring ten nadele van Ermpgen af te leggen. Zie ook aktenrs. 88,102.
ONA Rotterdam 04.01.1647 attestatie not Balthasar Bazius
Jan Verhaven, Dirck Rochusz, Cornelis Aelbertsz Santvoort en Cornelis Gerritsz van Dijck, grootschippers, verklaren op verzoek van de Directeuren van de cruijssers die vanuit de Maas varen, dat boeijers met smackseijlen die 70 tot 80 lasten groot zijn, volkomen geschikt zijn om van hier naar Biscaijen en verder te varen. Zelfs naar Westindien en Brasilien. Ze hebben zelf gezien dat dergelijke schepen naar Rochelle, Bourdeaux en andere plaatsen gevaren zijn. In Bourdeaux hebben ze de boeijer met schipper Pieter Borman van Hamburch zien liggen.
ONA Rotterdam 01.02.1647 schuldbekentenis not Jan van Aller Az
42 Grietgen Heyndrickx weduwe van Isaac Abrahamsz van Wassenburgh, backer, wonende in de
Gloeyende Oven achter het Verbrande Clooster, bekent 300 carolus gulden schuldig te zijn aan Dirck Rochussen, de Ridder, schipper
ONA Rotterdam 30.11.1647 attestatie not Vitus Mustelius Woutersz
447 Ten behoeve van Pieter van der Lanen, koopman, wordt een verklaring afgelegd over diens lading oxhoofden wijn, aangevoerd met het schip van schipper Dirck Rochussen. Na lossing bleek dat er uit de vaten wijn verdwenen was. Bij het lossen werden diverse getuigen van boord geweerd en weggejaagd. Ook heeft men gezien dat er uit een of meerdere vaten de swick (prop) was/werd verwijderd.
De getuigen zijn: Allart van der Vlies, oud 24 jaar, wijnkoopman en wijnroyer (roejer); Aert Symonsz, kuiper, 33 jaar; Jacob van Staden, wijnverlater, 28 jaar; en Pieter Claessen, wijnverlater, 25 jaar.
ONA Rotterdam 14.12.1647 bevrachtingsovereenkomst not Vitus Mustelius Woutersz
455 Dirck Rokussen (Rochussen), schipper van het schip 't Fortuin, sluit met Richart Fort (Richard Ford), Engels koopman, een vrachtovereenkomst. Dirck zal na laden van koopmansgoederen naar het eiland Wicht varen, waar op aanwijzing van een commies gelost zal worden in Hantom, Portsmouth en Poole. Aan de reder Ary Pauwelsz zal 850 gulden worden betaald. Mogelijk moet er ook gelost worden in Abson, Dortmuye of Pleymuye. De vrachtsom wordt dan 950 gulden
22.11.1651 ona Rotterdam, akte 117, not Jacobus Delphius, attestatie
Pieter ven der Heul, oud-commijs op het comptoir van de ontfanger, Paulus Verschueren, legt een verklaring af op verzoek van Judith van Welij, weduwe van Dirck Rocusz. Het betreft het beleggen van 200 pond Vlaems bij Verschueren, en omdat deze weigerde is zij naar het comptoir van de ontfanger van Dordrecht, Hoogeveen, gegaan.
ONA Rotterdam 24.09.1653 testament not Leonard van Zijl
109 Judith van Welij, weduwe van Dirck Rochusz de Ridder, wonend op de Schiedamsedijk, benoemt tot erfgenaam haar halfbroer Abraham van Welij, wonend tot Nimmegen,en haar halfzus Aeltge van Welij, wonend tot Hulst, elk voor de helft.Administrateur is Marinus Groenincx, brouwer, bij wie zij in huis heeft gewoond.
Legaten van geld, sieraden en inboedel: aan Cornelis Rochusz, broer van haar overleden man en diens dochtertje Aechijn Cornelisdr, over wie zij moeye is, aan Jan van Wenselaer, zoon van haar oom, wonend te Dordrecht, aan Henrick Gerritsz van Verendal, wonend te Nieuwegen, aan Cathalina Groenincx, dochter van de genoemde Marinus Groenincx, aan Petronella Jacobsdr, dochter van Neeltge Maertendr, wonend tot Fijtgen Maertens, haar moeye en nicht,aan Lijsbeth van Manen, jonge dochter, wonend op het hoekhuis van de Zevenhuyssteeg, aan Neeltge Jans, huisvrouw van Abrahm le Petijt, aan Geertge Joris, dochter van Fous Slereman, aan Lijsbeth Adriaens, dochter van Adriaen van Welij, en aan Maritgen Pietersdr de Wolff, huisvrouw van Pieter Holthuysen.
Verder nog legaten van kleine geldbedragen aan de wezen van Rotterdam, aan dr Samuel Lansbergen en zijn zoon, beide bedienaren van de Remonstranten, aan Barber, huisvrouw van Anriesz, mouter in de brouwerij van de Witte Leeuw, aan Lijsbeth Stoffelsdr, huisvrouw van Arent Gerritsdr, kraenkint, aan Lijntgen Henricxdr, weduwe van Claes de Schoenmaker, wonend op de Schiedamsedijk, en aan Maritge Claesdr, weduwe van Gerrit Jansz, bootsgezel, wonend in van Noordensteechgen.
N.B. Bij deze akte horen ook de blz 287, 288, 289 en 290.
ONA Rotterdam 06.10.1654 huwelijksevoorwaarden not Leonard van Zijl
165 Jan Leendertsz Pot, tingieter, weduwnaar van Agnietge Wollebrantsdr, en Judith Jansdr van Welij, weduwe van Dirck Rochusz den Ridder, gaan trouwen en maken huwelijkse voorwaarden.
De akte is aangevuld op 03-11-1654 met de bepaling dat Judith bij overlijden van Jan de goederen mag terugnemen die zij heeft ingebracht
x otr 13/29.11.1654 te Rotterdam, stadstrouw, Jan Leendertsen Pot wed van Agnietge Wellebrants met Judith Jans, weduwe van Dirc Rochussen
Begraven 10.07.1655 te Rotterdam Jan Leenderts Pot, tinnegieter, echtgenote van Judith
Begraven 20.05.1657 te Rotterdam Leendert Jans Pot, tinnegieter
08.02.1657 ona Rotterdam akte 16 not Balthasar de Gruyter machtiging
Judigh Jans van Welij, weduwe van Dirck Rocusz den Ridder, machtigt Harman van Ole, procureur te 's-Gravenhage, om daar voor de Hoge Raad haar belangen te behartigen in de hangende zaak tegen de Staten van Holland en Westvriesland
30.11.1657 ona Rotterdam, akte 153, not Jacobus Delphius, attestatie
Leendert Jansz Pot(h) heeft een aantal minderjarige broers en zusters, die onder voogdij staan van Johannis Weerts en Jan Dircxsz Wittekerck van vaderszijde en van Cornelis van Riel van moederszijde. Poth en Judith Jans van Wely hebben met die voogden een overeenkomst gesloten. Afgesproken is dat zij bij de Schepenen Francois Werff en Eeuwout van Couwenhove zo'n begroting voor verzorging en opvoeding van de kinderen zullen indienen, dat deze daarvan, met een aanvulling van inkomsten uit de boedel van hun ouders, kunnen leven.
E.e.a. gebeurt volgens een eerdere uitspraak van een arbiter
01.01.1658 ona Rotterdam, akte 167, not Jacobus Delphius, verdeling van goederen
Judith Jans van Wely, weduwe erfgenaam en boedelhoudster van Jan Leendertsz Poth; Leendert Poth, Sara Jans Poth, ongetrouwde dochter, Abraham Jansz Pot, allen meerderjarige kinderen; Jan Dircxsz Vettekeucken en Cornelis van Riel, voogden van de minderjarige kinderen, resp. van vaders en moeders zijde leggen verantwoording af voor de verdeling van de nalatenschap van Jan Leendertsz Poth.
Het kapitaal dat sinds 31 maart 1657 rendeert, bedraagt 19428 gulden. Zo wezen de arbiters Francois Wersten en Eenewout van Couwenhoven de minderjarige kinderen 4020 gulden toe. De rest wordt in 5 gelijke delen verdeeld
03.01.1658 ona Rotterdam, akte 251, not Jacobus Delphius, verkoop
De erfgenamen van Jan Leendersz Poth en Agnietgen Wollebrants, verkopen aan mede-erfgenaam, Leendert Jansz Poth, zoon van Jan Leendersz, een huis met erf aan de westzijde van de oude Kerkstraat; het grenst tN aan Adryaen van der Endt en tZ aan Abram Bommers en strekt tot achter aan Henrick Verdonck. De koopsom bedraagt 6.500 gulden, waarvan aanbetaald zal worden 2.000 gulden. De aanbetaling geschiedt voor 1.625 gulden uit Leendert's erfdeel. Voor de resterende koopsom wordt een betalings-regeling op rente overeengekomen.
Voor 5 onmondige kinderen treden op, de voogden Johannes Weerts, Jan Dircxsz Vettekeuken, Cornelis van Riel en Leendert Jansz Poth; daar-naast ook Judith Jans van Wely, weduwe en mede-erfgename
16.12.1659 ona Rotterdam akte 282, not Leonard van Zijl, arbitrage
Reders Claes Claesz de Jongh - Dirck Danielsz van der Heijde - Marinus Groenincx, brouwer in de brouwerij van 't Lam - Geraerd van Nieuwenhooven - Cornelis Sterreman of Starman - Niclaes du Chemin of du Chinin - Jan Jacobsz den Bant - Govaertsz van der Lo(e)ffer - Daniel Touloop - Harmanus Cocq, optredend voor zijn moeder Anna Harmansdr van der Vult - Willem Huijbertsz vant Wedde, uit naam van Cornelis Huijbertsz vant Wedde en nog voor Aeriaentge Jansdr, weduwe van Dirck Huijbertsz vant Wedde - Willem Bastiaensz - Judith van Welij, weduwe van Dirck Rochusz - Harmanus Cocx en mr. Aeriens Paets, advocaat.De laatste twee zijn voogden over de nagelaten weeskinderen van Cornelis Harmansz van der Vult. Allen zijn gewezen reders van het schip 'de Fortuijn', met daarop als schipper Dukert Cornelisz en zijn alhier woonachtig. Comparanten treden op in de kwestie tegen Jeremino Numes da Costa en willen de zaak evt. voor arbiters brengen.Kwestie betr. vracht, schade en verlies van het schip dient tot een einde gebracht te worden
?begraven 26.04.1673 te Rotterdam Juijdick Jants, kerk, weduwe, Spaentsse Kaeij in de Harde Bollen
28.12.1673 ona Rotterdam akte 143 not Leonard van Zijl boedelinventaris
Marinus Groeninx, oud schepen en executeur van het testament van Judith Jans van Welij, laatst weduwe van Jan Leendertsz Poth, overleden ten huize van Gerrit van Vleuten, glasverkoper, maakt de boedelinventaris op. Het testament was op 29/03/1667 gepasseerd voor notaris Vitus Mustelius. De inventaris bevat kleding, wat huisraad, enkele juwelen en wat waarde papieren
THOMAS JANSZ RIDDER - MAASSLUIS
*
Nr. 366 folio 86 d.d. 23-06-1593. Jan Thomasz. steenverkoper te Delft eiser contra Cornelis Herpersz. gedaagde om te betalen f 36 ter zake van de koop van steen volgens schepenkennis van Spaland in dato 23-01-1593.
26.10.1621 ONA Rotterdam attestatie not jan van Aller Az
218 Arent Bisschop, brouwer in de brouwerij de Olyphant, oud, 32 jaar, verklaart op verzoek van Thomas Jansz Ridder te Maaslantsluis dat hij enige maanden geleden in Maaslantsluis was en Thomas Jansz Ridder hem zei; ik heb wat zout gekocht van Arent van der Wolf en die heeft gezegd dat ik U het geld moet geven. Arent van der Wolf bevestigde naderhand dat hij het zout had verkocht.
Schiedam Nr. 78 folio 147 d.d. 19-10-1623. Gerrit Thonisz. scheepstimmerman deze stad, (doorgehaald is: en Maertgen Cornelisdr. weduwe Jan Thomasz. steenverkoper), constitueert Brechgen Cornelisdr. zijn huisvrouw, (doorgehaald is: en de voorn. Maertgen Cornelisdr. en Thomas Jansz. Ridder haar zoon), om gifte te geven tbv. Dirck Eeuwoutsz. Kits van 5 huisjes met hun erven, staande en gelegen beneffens de anderen in zeker slop uitkomende op de gracht in ‘s-Gravenhage, hem constituant toebehorende en aan de voorn. Dirck Eeuwoutsz. Kits verkocht.
Nr. 80 folio 147v. d.d. 10-11-1623. Maertgen Cornelisdr. weduwe Jan Thomasz. wonende deze stad constitueert Thomas Jansz. Ridder haar zoon, om gifte te geven tbv. Dirck Eeuwoutsz. Kits van de helft van 5 huisjes en erven, staande beneffens de anderen in zeker slop, uitkomende op de gracht in ‘s-Gravenhage, haar toebehorende en aan de voorn. Dirck Eeuwoutsz. Kits verkocht. Nr
'
Maak jouw eigen website met JouwWeb